Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

14.50.00 Douanevervoer - TIR

1 TIR-Vervoer, algemeen

Zoals al eerder in het onderdeel douanevervoer is aangegeven, is vervoer onder de TIR-regeling één van de wijzen waarop douanevervoer kan plaatsvinden.

Het gebruik van het TIR carnet is de laatste jaren sterk afgenomen. Dat komt onder andere door de uitbreiding van de EU. Het TIR-vervoer zal belangrijk blijven voor het vervoer naar verdergelegen landen in Oost-Europa en Azië.

Dit inleidende hoofdstuk beschrijft allereerst kort de geschiedenis van de TIR-regeling. Vervolgens wordt de toepassing ervan besproken. Daarna komen de TIR-uitgevende organisaties aan de orde, gevolgd door een beschrijving van het (uiterlijke) TIR carnet. De opbouw van dit hoofdstuk wijkt af van de standaardopbouw die wordt gebruikt in de overige teksten van dit Handboek.

Naar boven

1.1 De TIR-Overeenkomsten: geschiedenis

TIR staat voor "Transports Internationaux Routiers". De TIR-Overeenkomst is een internationaal verdrag uit 1975 dat tussen douane-administraties tot stand is gekomen onder toezicht van de Economische Commissie voor Europa (ECE) van de Verenigde Naties. Naast de douane zijn de TIR-uitgevende organisaties (vervoersorganisaties) en de IRU (International Road Transport Union), gevestigd in Genève, belangrijke gesprekspartners in de uitvoering van de TIR-Overeenkomst. De IRU is een overkoepelende organisatie van ongeveer 70 nationale vervoersorganisaties nationale vervoersorganisaties.
De TIR-Overeenkomst is ondertekend door ongeveer 60 landen.
De TIR-Overeenkomst is opgenomen in het boekwerk Wetgeving Douane, onder nummer 10.40.00.

Naar boven

1.2 Toepassing van de TIR-regeling

De TIR-regeling maakt het mogelijk om goederen over de grens van aangesloten landen te vervoeren, zonder ze te hoeven lossen. Ook hoeft de vervoerder niet steeds opnieuw zekerheid te stellen. De bevoegdheid om goederen te visiteren blijft bestaan, al mag er alleen bij uitzondering gebruik van worden gemaakt. (artikel 5 en 23 TIR-Overeenkomst) De goederen worden bij vertrek geladen in een degelijk afgesloten ruimte. Vervolgens vinden er bij grensoverschrijdingen tussen aangesloten landen in principe geen controles op goederen meer plaats. De grensformaliteiten zijn beperkt tot het geldig maken van nieuwe bladen van het TIR carnet. Het zwaartepunt van de controle ligt dus bij inlading en vertrek.
(artikel 2 TIR-Overeenkomst)

Ook worden de goederen bij grensoverschrijdingen niet onderworpen aan betaling van rechten of heffingen terzake van in- of uitvoer.
(artikel 4 TIR-Overeenkomst)

Naar boven

1.2.1 Gebruik TIR carnet

De TIR-Overeenkomst is van toepassing op vervoer van goederen tussen een douanekantoor van vertrek in het ene deelnemende land, en het kantoor van bestemming in een ander deelnemend land. Dit vervoer verloopt over één of meer grenzen. Het douanegebied van de Gemeenschap wordt als één gebied aangemerkt voor het gebruik van het TIR carnet.
(artikel 451 eerste lid TVo. CDW)

Dit betekent dat een TIR carnet niet uitsluitend kan dienen voor vervoer van de ene plaats naar de andere plaats in de Gemeenschap (zie artikel 91, lid 2, letter b, CDW). Voor vervoer van goederen dat begint of eindigt in een EVA-land, geldt de TIR-regeling wel. De regeling voor gemeenschappelijk douanevervoer (GDV) kan naar keuze worden toegepast. Ook kan de TIR-regeling worden toegepast op vervoer van goederen van het ene EG-land naar een ander EG-land, via een derde land. In dit geval zijn de formaliteiten die behoren bij grensoverschrijdingen vanuit en naar de Gemeenschap van toepassing op de plaatsen waar het vervoer tijdelijk het douanegebied van de Gemeenschap verlaat en waar het opnieuw dit gebied weer binnenkomt.
(artikel 91, lid 1, letter b, en 163, lid 2, letter b, CDW en artikel 452 TVo. CDW)

Voorbeeld

Een vrachtwagen die van Griekenland naar Italië rijdt, via ondermeer het grondgebied van bijvoorbeeld Macedonië, kan een TIR carnet gebruiken. Als het hier vervoer van communautaire goederen betreft, kan het TIR carnet dienen als document T2L, om zo de communautaire status aan te kunnen tonen.
(artikel 319 TVo. CDW)

Normaal gesproken worden goederen, die worden vervoerd onder de TIR-regeling, geacht niet-communautaire goederen te zijn.
(artikel 453 TVo. CDW)

In het volgende schema staan de mogelijkheden voor vervoer op verschillende documenten weergegeven:

 

T2

T1

TIR

vervoer van derde land naar EG en vice versa

NEE

NEE

JA

vervoer van EVA-land of derde land met GDV naar EG en vice versa

JA

JA

JA

vervoer van EG-EG rechtstreeks

JA 1)

JA

NEE

vervoer EG-EG via EVA-land of derde land met Overeenkomst gemeenschappelijk douanevervoer

JA

JA

JA

vervoer EG-EG via derde land zonder Overeenkomst gemeenschappelijk douanevervoer

NEE

JA

JA

Een specifiek kenmerk van een TIR carnet is dat het hoort bij een vervoermiddel. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een T-document, dat aansluit bij de goederen. Overlading van goederen onder geleide van een TIR carnet is dan ook niet toegestaan.

Naar boven

1.2.2 Eisen aan TIR-vervoer

Vervoer onder een TIR carnet is alleen toegestaan als de goederen worden vervoerd onder de voorwaarden die in de TIR-Overeenkomsten worden genoemd. Dat wil zeggen dat:

  • de laadruimte van de vrachtwagen of container aan bepaalde eisen voldoet (zie hoofdstuk 2);

  • een gedeelte van het traject over de weg wordt afgelegd;
    ( artikel 2 TIR-Overeenkomst)

  • de goederen per vrachtwagen, combinatie of container worden vervoerd.
    ( artikel 3 TIR-Overeenkomst)

Wel bestaat de mogelijkheid om de vrachtwagen of container met behulp van een ander vervoermiddel te vervoeren.

Voorbeeld

Een oplegger laadt een container in Londen, om die in Moskou af te gaan leveren. Als de vervoerder de oplegger van Engeland naar Nederland per schip wil vervoeren, dan kan hij of zij in Londen een TIR carnet voor het gehele traject geldig laten maken. In de TIR-Overeenkomst wordt niet aangegeven welk gedeelte van het traject over de weg moet worden afgelegd.
(artikel 2 TIR-Overeenkomst)

Het is ook mogelijk dat geen enkel gedeelte van het traject over de weg kan worden afgelegd, hoewel dat wel de bedoeling was. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij overmachtsituaties, zoals ongevallen of onvoorziene omstandigheden van commerciële aard. In zulke gevallen wordt het TIR carnet toch aanvaard. De organisaties die zich garant hebben gesteld blijven aansprakelijk.

Naar boven

1.2.3 Afzonderlijke carnets

Voor elke container of elk wegvoertuig moet in principe een afzonderlijk TIR carnet worden gebruikt. Een TIR carnet kan slechts voor één TIR-transport worden gebruikt. Voor een vervoerscombinatie, of voor verschillende containers, die op één vrachtwagen zijn geladen, kan een enkel TIR carnet volstaan. Het is aan het douanekantoor van vertrek om te bepalen of één TIR carnet voor een vervoerscombinatie volstaat. Bij een vervoerscombinatie vermeldt de aangever de inhoud van ieder voertuig dat deel uitmaakt van de combinatie, op het goederenmanifest. Bij meerdere containers op een vrachtwagen moet de inhoud van elke container afzonderlijk op het goederenmanifest vermeld worden.
(artikel 17 TIR-Overeenkomst)

Deze bepaling is niet zo strikt, dat ieder verschil tussen de werkelijke inhoud en het manifest meteen als een onregelmatigheid wordt beschouwd. Als de belanghebbende kan aantonen dat alle goederen die op het manifest zijn vermeld, ook daadwerkelijk aanwezig zijn, dan is er geen sprake van een onregelmatigheid. De manier waarop de goederen over de vervoerscombinatie of de containers zijn verdeeld, is dan dus minder belangrijk.
(bijlage 6, invulinstructie artikel 17, TIR-Overeenkomst)

Naar boven

1.2.4 Verschillende kantoren

Er mogen verschillende kantoren van vertrek en bestemming zijn. Het totaal aantal van deze kantoren mag echter niet meer dan vier zijn. Maximaal kunnen dus op het TIR carnet vermeld staan:

  • 1 kantoor van vertrek en 3 kantoren van bestemming;

  • 2 kantoren van vertrek en 2 kantoren van bestemming;

  • 3 kantoren van vertrek en 1 kantoor van bestemming.

De goederen kunnen pas op een kantoor van bestemming worden aangeboden als alle kantoren van vertrek het TIR carnet hebben ingeschreven en behandeld.
(artikel 18 TIR-Overeenkomst)

Naar boven

1.2.5 Vindplaatsen TIR-regelgeving

Welke regelgeving?

CDW, artikel 91 tot en met 97 en 163 tot en met 165

TVo. CDW, artikel 163, 313 tot en met 320 en 451 tot en met 457

TIR-Overeenkomst 1959

Verordening toepassing TIR-Overeenkomst 1975

TIR-Overeenkomst 1975

Verordening (EEG) nr. 2655/92

Algemeen douanebesluit, artikel 1:3

Naar boven

1.3 TIR-uitgevende organisaties

De meeste landen die partij zijn bij de TIR-Overeenkomst hebben zogenaamde TIR-uitgevende organisaties aangewezen. Deze organisaties zijn bevoegd voor de uitgifte van TIR carnets. De lijst met TIR-uitgevende organisaties kunt u raadplegen in bijlage 2. Zij zullen verder steeds "TIR-uitgevende organisaties" worden genoemd.
(artikel 6 TIR-Overeenkomst)

In deze paragraaf komen vier onderwerpen aan de orde:

  • aansprakelijkheid (paragraaf 1.3.1);

  • speciaal carnet (paragraaf 1.3.2);

  • uitsluiting vervoer onder TIR (paragraaf 1.3.3);

Naar boven

1.3.1 Aansprakelijkheid

Degene die verantwoordelijk is voor het vervoer van goederen, is de houder van het TIR carnet. Deze koopt een TIR carnet van de TIR-uitgevende organisatie. Deze organisatie beoordeelt of de aanvrager in aanmerking komt voor het verkrijgen van een carnet. De TIR-uitgevende organisatie staat namelijk tot een bepaald bedrag garant voor de rechten die verschuldigd zijn, als het carnet niet gezuiverd wordt.
(artikel 8, lid 7, TIR-Overeenkomst)

Elke in de Gemeenschap gevestigde TIR-uitgevende organisatie kan wanneer een TIR operatie op het grondgebied van de Gemeenschap plaatsvindt aansprakelijk worden gesteld voor € 60.000 of een overeenkomstig bedrag berekend in een nationale munteenheid.
(artikel 457, eerste lid, TVo. CDW)

Deze garantstelling is een extra waarborg. Uiteraard is de houder van het TIR carnet, als titularis als eerste aansprakelijk.
(artikel 8 TIR-Overeenkomst)

Naar boven

1.3.2 Speciaal carnet

Naast het gewone TIR carnet is per 1 september 1993 een speciaal TIR carnet ingesteld: het TIR carnet Tabak/Alcohol. Per december 1994 is het vervoer van sigaretten en alcohol onder de TIR-Overeenkomst opgeschort. Het speciale TIR carnet Tabak/Alcohol kan daarom niet meer gebruikt worden. Deze carnets mogen op dit moment dus niet aangeboden worden voor vervoer en niet worden geldig gemaakt.

Naar boven

1.3.3 Uitsluitingen vervoer onder TIR

Tabaksproducten en alcohol zijn uitgesloten van vervoer onder dekking van het TIR carnet.
Fraudegevoelige goederen die voorkomen op de lijst genoemd in bijlage 44quater TVo. CDW kunnen wel vervoerd worden met gebruikmaking van de de aangifte op TIR carnet (met uitzondering van tabaksproducten en alcohol). Voor het vervoer onder de TIR regeling van goederen met een verhoogd risico moet het douanekantoor van vertrek een verplicht te volgen route (in de vorm van de landencodes) voorschrijven. Ook wordt de termijn waarbinnen de goederen moeten worden aangebracht op het douanekantoor van bestemming (doorgang) voorgeschreven.

Voor de hieronder benoemde goederen is vervoer met een carnet TIR niet toegestaan.

GN

Omschrijving van de goederen

2207 10

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80% vol of meer

2208

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80% vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten; samengestelde alcoholische preparaten van de soort gebruikt voor vervaardiging van dranken

2402 10

Sigaren en cigarillo's, tabak bevattend

2402 20

Sigaretten, tabak bevattend

2403 10

Rooktabak, ook als het tabakssurrogaten bevat, ongeacht in welke verhouding

Niet alleen goederen kunnen worden uitgesloten naar ook bedrijven.
De lijst van bedrijven die zijn uitgesloten vindt u opgenomen in bijlage 3 en ook op DouaneNet/Landelijk portaal/processen/ondersteunend/TIR aangelegenheden.

Naar boven

1.4 Het TIR carnet: Uitvoering

Een TIR carnet bestaat uit vier delen:

  • een omslagblad;

  • een geel blad ten behoeve van de vervoerder;

  • maximaal twintig bladen;

  • en proces-verbaal van constatering (procès-verbal de constat).

Deze maximaal twintig bladen zijn tien setjes van twee bladen. De TIR-Overeenkomst geeft aan dat voor elk grondgebied waarover het vervoer plaatsvindt, een blad in tweevoud aanwezig moet zijn. Maximaal kunnen dus negen grensoverschrijdingen plaatsvinden. Naast het carnet met 20 bladen bestaan er ook carnets met 4, 6 en 14 bladen. De bladen in het carnet hebben een oplopende paginanummering. Het aantal grensoverschrijdingen dat met deze carnets gedaan kan worden is natuurlijk minder.
(bijlage 1-A-6 TIR-Overeenkomst)

Sinds 1 januari 1992 geldt de EG als één land voor de TIR-regeling (artikel 451, eerste lid, TVo. CDW). Voor TIR-vervoer over het grondgebied van de EG zijn daarom nog maar twee bladen nodig (oneven en even). Zie voor een model van het TIR carnet bijlage 1 TIR-Overeenkomst.

Hieronder wordt ingegaan op de talen die gebruikt worden, het goederenmanifest en de in te vullen gegevens.

Talen

Het internationale karakter van het TIR carnet was de reden om het te drukken in het Frans. In TIR carnets, afgegeven in Nederland en België, is een Nederlands vertaalblad opgenomen. Dit vertaalblad is alleen bedoeld als hulp bij invulling.

Goederenmanifest

Aan de goederenmanifesten kunnen ladinglijsten worden gehecht van hetzelfde model als het goederenmanifest. Ook mogen handelsbescheiden, die ten minste dezelfde gegevens bevatten als het goederenmanifest, worden vastgehecht. In deze gevallen moeten op alle goederenmanifesten de volgende gegevens staan:

  1. aantal bijgevoegde ladingslijsten of handelsbescheiden (vak 8);

  2. aantal en soort van de colli of van de voorwerpen, en de totale brutomassa van de goederen die zijn vermeld in de ladingslijsten of handelsbescheiden (vakken 9 en 11);

  3. een verwijzing naar de ladingslijsten (vak 8 van de omslag).

Onder deze voorwaarden mogen ook ladinglijsten worden gebruikt in het geval van internationaal vervoer van verhuisboedels onder geleide van TIR carnet.
(bijlage 6, invulinstructie bijlage 1-10 TIR-Overeenkomst)

Gegevens

Vervoerders hoeven alleen die gegevens te verstrekken, die de TIR-regeling vereist. Voor het invullen van die gegevens wordt verwezen naar het TIR carnet, en bijlage 5 van dit onderdeel in verband met de voorschriften omtrent het gebruik van het TIR carnet.

Gegevensset TIR carnet in Transit

De houder van het TIR carnet is verplicht de gegevensset van het TIR carnet ook elektronisch aan te leveren door gebruik te maken van Transit. In hoofdstuk 3, 4 en 5 worden de handelingen die de Douane verricht met betrekking tot Transit behandeld. Bij onregelmatigheden zijn de gegevens van het TIR carnet bepalend.

Naar boven

1.5 Het TIR focal point

Het TIR focal point is landelijk verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de TIR-Overeenkomst door de Douane. Het TIR focal point draagt de verantwoordelijkheid voor het (laten) toetsen van verzoeken om toelating tot het TIR-systeem van transporteurs die dit aangevraagd hebben via de afgevende instanties. Daarnaast is het TIR focal point het landelijk aanspreekpunt bij calamiteiten met TIR-vervoer in het buitenland.

Het TIR focal point is momenteel belegd bij:

Douanekantoor Nijmegen,
TIR focal point,
R.J.A. Gijbels
Pels Rijckenstraat 1
6814 DK Arnhem
Telefoon: 088 154 9784
e-mail: rja.gijbels@belastingdienst.nl

Naar boven