Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

7.00.00 Niet-preferentiele oorsprongsregels

1 Inleiding

Bij de toepassing van communautaire maatregelen kan de oorsprong van de goederen een essentiële rol spelen. Veel communautaire tarifaire en non-tarifaire maatregelen zijn immers gebaseerd op de oorsprong van de goederen. Niet alleen het soort product, maar ook de oorsprong van het product is dan van invloed bij het beantwoorden van de vraag of goederen zonder belemmering de Europese Unie mogen worden binnengebracht of in het vrije verkeer kunnen worden gebracht. Afhankelijk van de oorsprong van de goederen kan bovendien een verlaagd douanerecht of nulrecht van toepassing zijn.
Bij het bepalen van de oorsprong van goederen wordt onderscheid gemaakt in twee type regels: de niet-preferentiële en de preferentiële oorsprongregels (zie afdeling 1 en 2 van hoofdstuk 2 van het CDW). Dit onderscheid is ontstaan doordat in de loop der jaren voor de toepassing van bepaalde preferentiële regelingen met (groepen van) landen, naast de bestaande niet-preferentiële oorsprongsregels, specifieke oorsprongsregels zijn vastgesteld voor de toepassing van de preferentiële regelingen. Deze specifieke oorsprongsregels zijn neergelegd in de autonome preferentiële regelingen en in de oorsprongsprotocollen bij de vrijhandelsovereenkomsten die door de Europese Unie met de betreffende landen zijn gesloten (bijvoorbeeld Protocol nr. 1 bij de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Zuid-Afrika (ZA). Als goederen voldoen aan de gestelde oorsprongseisen, kan voor deze goederen een oorsprongsbewijs worden afgegeven op basis waarvan bij het in het vrije verkeer brengen een beroep kan worden gedaan op de toepassing van een preferentiële tariefbehandeling.
Afdeling 2 van hoofdstuk 2 (artikel 27) van het CDW gaat in op de preferentiële oorsprong. Voor een toelichting op de verschillende preferentiële regelingen en de daarbij in acht te nemen oorsprongsregels wordt verwezen naar onderdeel 8.00.00 van dit Handboek.

Dit onderdeel geeft een nadere toelichting op de niet-preferentiële oorsprongsregels zoals bedoeld in afdeling 1 van hoofdstuk 2 van het CDW (artikel 22 t/m 26). Deze kunnen een rol spelen bij de uitvoering van handelspolitieke of marktordenende maatregelen. De volgende onderwerpen komen aan de orde:

  • Niet-preferentiële oorsprongsregels (hoofdstuk 2);

  • Bindende Oorsprongs Inlichtingen (hoofdstuk 3);

  • Niet-preferentiële oorsprongsbewijzen (hoofdstuk 4).