Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

14.20.00 Communautair en Gemeenschappelijk douanevervoer

8 Bijlage 1. Zekerheid

De wijze van zekerheidstelling blijkt uit de vermeldingen die door de aangever in vak 52 van de aangifte voor communautair douanevervoer zijn aangebracht. De volgende coderingen worden daarvoor gebruikt:

Situatie

Ontheffing van zekerheidstelling (artikel 380, lid 3, TVo. CDW)

Doorlopend zekerheidstelling

Zekerheid per aangifte door middel van borgstelling

Zekerheidstelling per aangifte in geld

Zekerheidstelling per aangifte door middel van bewijzen van zekerheidstelling

Ontheffing van zekerheidstelling wanneer het als zekerheid te stellen bedrag niet meer dan € 500 bedraagt (artikel 189, lid 5, CDW)

Ontheffing van zekerheidstelling (artikel 95 CDW)

Ontheffing van zekerheidstelling op basis van een afspraak (art. 10, lid 2, onder a, Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer)

A

Ontheffing van zekerheidstelling voor het traject tussen het kantoor van vertrek en het kantoor van doorgang (art. 10, lid 2, onder b, Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer)

7

Ontheffing van zekerheidstelling voor bepaalde openbare organen

8

Zekerheidstelling per aangifte, bijlage 47bis punt 3 TVo. CDW

9

TIR zekerheid

B

Met de applicatie Guarantee Management System (GMS) is het mogelijk om verschillende soorten zekerheid geautomatiseerd te controleren. Het GMS wordt gevuld door het kantoor van zekerheidstelling met gegevens van de navolgende soorten zekerheid:

  1. zekerheden op basis van een referentiebedrag:
    • type 0: ontheffing van zekerheidstelling

    • type 1: doorlopende zekerheid

  2. incidentele zekerheidstypen:
    • type 2: zekerheidstelling per aangifte

    • type 4: bewijzen van zekerheidstelling TC-32

    • type 9: zekerheidstelling voor meervoudig gebruik.

De aangever moet bepaalde gegevens van de aangifte voor communautair douanevervoer vermelden in het vak 44 en vak 52. Het GMS maakt bij de registratie van de zekerheidsgegevens automatisch een Guarantee Reference Number (GRN) aan dat de aangever moet vermelden in de aangifte voor communautair douanevervoer (aangiftebericht IE015 - vak 52). De aangever ontvangt een PIN-code. Ook de PIN-code wordt in vak 52 vermeldt. Met deze gegevens kan in GMS gecontroleerd worden of de aangever die aangifte doet beschikt over een zekerheid. Het is aan degene die het GRN en PIN-code heeft gekregen om te bewaken dat onbevoegden daarvan geen gebruik van kunnen maken.

De aangever heeft de mogelijkheid om in vak 44 - Bijzondere vermelding - extra gegevens te vermelden waardoor de controle van de zekerheid automatisch zal worden uitgevoerd als de aangifte zich in de juiste status bevindt.

Naar boven

8.1 Praktijksituaties

Bij het indienen van de aangifte met het aangiftebericht IE015 kunnen zich een aantal situaties voordoen die elk afzonderlijk beschreven worden.

Naar boven

8.1.1 Zekerheidstype 0 en 1

Situatie 1:

de aangever heeft het aangiftebericht IE015 volledig ingevuld dus ook vak 44 en vak 52.
De aangifte bevindt zich in het tabblad zekerheid.
Het systeem Transit biedt de aangifte ter controle aan de zekerheidsmodule GMS.
Binnen GMS wordt de zekerheid afgeboekt van het referentiebedrag en de aangifte kan vervolgens vrijgegeven worden voor vervoer.

Situatie 2:

de aangever heeft het aangiftebericht IE015 volledig ingevuld dus ook vak 44 en vak 52.
De aangifte bevindt zich in het tabblad zekerheid.
NCTS/Transit biedt de aangifte ter controle aan aan de zekerheidsmodule GMS.
Binnen GMS kan de zekerheid niet worden afgeboekt van het referentiebedrag omdat het restbedrag onvoldoende is. De aangever ontvangt nu een bericht “zekerheid niet geldig (IE055)" en zal actie moeten ondernemen. De aangifte blijft binnen NCTS/Transit 8 uur “stilstaan”. Binnen deze 8 uur krijgt de aangever de tijd om zijn zekerheid op te hogen. Het is aan de aangever, nadat hij actie heeft ondernomen, om de Douane op het kantoor van vertrek te informeren dat de aangifte opnieuw voor controle kan worden aangeboden aan GMS. De aangifte wordt door de Douane opgehaald uit het tabblad “zekerheid niet toereikend of ongeldig” en opnieuw aangeboden voor controle. Als er voldoende zekerheid is dan gaat de aangifte over naar de volgende status binnen NCTS/Transit. Als blijkt dat de zekerheid nog steeds onvoldoende is, dan krijgt de aangever opnieuw een bericht IE055. Als de aangever geen actie heeft ondernomen binnen 8 uur, dan krijgt de aangever het bericht "geen toestemming tot vertrek" (IE051).

De kantoren van zekerheidstelling zijn opgenomen in de Customs Officelist (COL) die onderdeel uitmaakt van de Central Services Reference Data (CSRD). Via www.douane.nl vind je de kantoorreferentienummers en de adresgegevens.

Ambtelijke werkzaamheden:

 

  • Neem contact op met het kantoor van zekerheidstelling waar de GRN is afgegeven en informeer naar de oorzaak van het uitblijven van het goedkeuringsbericht zekerheid ( IE205).

  • Roep de aangifte in het systeem op (te herkennen aan de blauwe kleur waarmee zij zijn opgenomen in het statusvenster ‘Controle zekerheid’) en leg de uitkomst van de controle zekerheid alsnog vast in het systeem (buiten de systeemcontrole om).

Situatie 3:

De aangever heeft wel in het aangiftebericht IE055 vak 52 ingevuld maar vak 44 niet.

De aangifte staat in de status “aanvaard”. De Douane op het kantoor van vertrek onderneemt de volgende acties:

  • haal de aangifte op uit het tabblad “aanvaard” of “controle zekerheid”. Druk op de knop “Zekerheid akkoord”, het GMS controleert de aangifte;

  • berekende douaneschuld en de andere belastingschulden;

  • vul het bedrag van de berekende zekerheid en de valutasoort i in het scherm zekerheid van NCTS/Transit;

  • bied de aangifte opnieuw aan bij het GMS.

Is de zekerheid voldoende? Dan gaat de aangifte naar de volgende status binnen NCTS/Transit.

Is de zekerheid onvoldoende? Zie situatie 2 zoals hierboven beschreven.

Let op!

Het kan voorkomen dat het bedrag aan zekerheid onjuist is ingevuld door de aangever. De aangifte komt dan niet door de controle zekerheid en gaat niet naar een volgende status. De aangever krijgt dan een bericht “zekerheid niet geldig” (IE055). De aangever moet contact opnemen met de Douane op het kantoor van vertrek.
U beoordeelt of er sprake is van een vergissing of typefout en brengt het correcte bedrag aan zekerheid in.

Wordt de aankomst van een zending op kantoor van bestemming geregistreerd, dan wordt het bedrag automatisch bijgeboekt. De borg wordt van zijn verplichtingen ontslagen zodra de aangifte is gezuiverd. Zolang de aankomst van een zending niet is geregistreerd blijft het bedrag afgeboekt. Wordt een nader onderzoek ingesteld als gevolg van het overschrijden van termijnen (door vervoer of controlebevindingen) of omdat afwijkende bevindingen ter bestemming zijn geconstateerd, dan blijft het bedrag afgeboekt. De borg wordt dan pas van zijn verplichtingen ontslagen als het onderzoek is afgerond en de aangifte is gezuiverd, of nadat een uitnodiging tot betaling is verzonden.

Naar boven

8.1.2 Incidentele zekerheidstypen 2, 4 en 9

Zekerheidstype 2

Dit is een zekerheid per aangifte door middel van borgstelling.
De zekerheidstelling per aangifte door borgstelling gebeurt met een akte van borgtocht. Het model is in bijlage 49 TVo. CDW opgenomen. De borg stelt zich garant voor het volledige bedrag van de douaneschuld en andere belastingschulden die kan ontstaan bij de niet zuivering van die aangifte. artikel 346, lid 1, TVo. CDW)

Deze eenmalige borgstelling wordt op het kantoor van zekerheidstelling geboekt in GMS. GMS genereert nu ook een GRN en er wordt een PIN-code verstrekt die de aangever in zijn aangiftebericht IE015 moet vermelden.

De ambtenaar op het kantoor van vertrek handelt in overeenstemming met situatie 3 en paragraaf 6.2.4 van onderdeel 27.00.00 van dit Handboek.

Borg ontslagen van verplichtingen

De borg is ontslagen van zijn verplichtingen als de aangifte voor communautair douanevervoer door het kantoor van vertrek is gezuiverd.
(artikel 199, lid 1, CDW)

De borg is eveneens van zijn verplichtingen ontslagen als de douaneautoriteiten van de lidstaat van vertrek hem niet binnen negen maanden in kennis stellen van de niet-zuivering van de aangifte. artikel 450quater, lid 2, TVo. CDW)

Als de borg binnen een termijn van negen maanden in kennis wordt gesteld van de niet-zuivering van de aangifte voor communautair douanevervoer, moet hem bovendien worden medegedeeld dat hij verplicht is of kan worden, de bedragen te voldoen waarvoor hij ten aanzien van het betrokken communautair douanevervoer aansprakelijk is. Deze kennisgeving moet binnen een termijn van drie jaar, na geldigmaking van de aangifte voor communautair douanevervoer, aan de borg worden gedaan. Als hij deze kennisgeving niet binnen deze termijn ontvangt is de borg eveneens van zijn verplichtingen ontslagen. (artikel 450quater, lid 2, TVo. CDW)

Zekerheidstype 4

Zekerheid per aangifte door middel van bewijzen van zekerheidstelling.

De aanvaarding van de verbintenisvan borgtocht door het kantoor van zekerheidstelling betekent het volgende, de borg is gemachtigd het vereiste bewijs of de vereiste bewijzen van zekerheidstelling af te geven aan personen die vanuit het kantoor van vertrek van hun keuze als aangever communautair douanevervoer willen verrichten.
De aanvaarding van de verbintenis gebeurt door de ontvanger op de Douaneregio.
(artikel 347, lid 1, TVo. CDW)

De borg geeft het vereiste bewijs of de vereiste bewijzen van zekerheidstelling af aan de aangever communautair douanevervoer. Dit bewijs komt overeen met het model zoals opgenomen in bijlage 54 TVo.CDW (T.C. 32).

Per bewijs van zekerheidstelling verbindt de borg zich tot betaling van een bedrag van € 7.000. Hij kan dus nooit aansprakelijk worden gesteld voor een bedrag dat hoger is dan € 7.000.
Het bewijs van zekerheidstelling wordt na afgifte van de aangifte voor communautair douanevervoer bewaard op het kantoor van vertrek. Aangezien de bewijzen voor zekerheidstelling soms ook als bewijsmiddel moeten dienen tegenover degene die zich borg heeft gesteld, moeten zij met bijzondere zorg worden bewaard.

De aangever communautair douanevervoer moet per aangifte een of meer bewijzen van zekerheidstelling overleggen. Per bewijs mag de aangever eenmaal communautair douanevervoer verrichten. artikel 347, lid 4, TVo. CDW)

De bewijzen van zekerheidstelling worden voorzien van een vermelding waarin de naam en het adres van de drukker voorkomen of een teken aan de hand waarvan deze kan worden geïdentificeerd. De formulieren moeten bovendien van een volgnummer zijn voorzien.
(bijlage 44ter, punt 4, TVo. CDW)

De bewijzen van zekerheid worden mechanografisch (geautomatiseerd) of met een soortgelijk procédé ingevuld.
(bijlage 44ter, punt 6, TVo. CDW)

De borg heeft de mogelijkheid de aansprakelijkheid te beperken bij het gebruik van bewijzen van zekerheid. De borg kan bewijzen van zekerheidstelling afgeven die niet geldig zijn voor het communautair douanevervoer van de goederen die in bijlage 44quater TVo. CDW (goederen met een verhoogd frauderisico) worden genoemd. De borg brengt daartoe op elk bewijs van zekerheidstelling per aangifte diagonaal de vermelding "beperkte geldigheid" aan.
(artikel 347, lid 3, TVo. CDW)

Deze vorm van zekerheid komt niet in Nederland voor.

Wel kunt u op de kantoren van vertrek hiermee geconfronteerd worden als het gaat om bewijzen van zekerheidstelling die in een andere lidstaat zijn uitgegeven.

De aangever zal het nummer van het bewijs van zekerheidstelling moeten meegeven in vak 52 van het aangiftebericht IE015.

Hecht na de afgifte van de aangifte voor communautair douanevervoer de bewijzen aan het Begeleidingsdocument A dan wel als de noodprocedure wordt toegepast aan het eerste exemplaar van de aangifte voor communautair douanevervoer.

U handelt in overeenstemming met situatie 3 zoals hierboven omschreven en paragraaf 6.2.3 van onderdeel 27.00.00 van dit Handboek.

Zekerheidstype 9

Tijdelijk verbod op het gebruik van de doorlopende zekerheid voor een verminderd bedrag of van de doorlopende zekerheid.

In punt 3 van bijlage 47bis TVo. CDW zijn nadere regels opgesteld voor houders van een vergunning doorlopende zekerheid als de EG zou besluiten tot het instellen van een tijdelijk verbod.
In bijlage 47bis TVo. CDW wordt precies aangegeven hoe er dan gehandeld moet worden.
Dit type zekerheid is op dit moment niet van toepassing.

Naar boven
8.1.2.1 Zekerheidstellingen die niet door GMS ondersteund worden
Zekerheid type 3

Contante zekerheid.

De contante zekerheid wordt gesteld door het storten van een bedrag bij het kantoor van vertrek. Dit bedrag wordt terugbetaald wanneer de regeling is gezuiverd.
(artikel 345, lid 2, TVo. CDW)

Voor de verdere uitwerking van deze vorm van zekerheidstelling zie Hoofdstuk 6 van onderdeel 27.00.00 van dit Handboek.

Zekerheid type 5

Ontheffing van zekerheidstelling wanneer het als zekerheid te stellen bedrag niet meer dan € 500 bedraagt (artikel 189, lid 5, CDW).

Als per aangifte voor communautair douanevervoer het bedrag van de latente douaneschuld en andere belastingschulden niet meer bedraagt dan € 500, dan kan de aangever in vak 52 van het aangiftebericht IE015 deze code vermelden. De aangever moet bij de berekening van de zekerheid rekening houden met de rechten bij invoer en alle nationale belastingen welke verschuldigd kunnen zijn. Aangezien de aangever een wettelijke verplichting heeft tot het bijhouden van het referentiebedrag in geval van een Vergunning doorlopende zekerheidstelling, zal de aangever de zekerheid van dit type wel moeten af- en opboeken in zijn administratie. Bij de jaarlijkse controle door de Douane op het referentiebedrag zal hier ook op gecontroleerd worden.

Zekerheid type 6

Het stellen van zekerheid is niet vereist als het vervoer betreft:

  • over zee, tenzij de goederen worden vervoerd in het kader van een lijndienst waarvoor overeenkomstig artikel 313bis TVo. CDW een vergunning is verleend en er geen gebruik wordt gemaakt van de vereenvoudigde procedure als bedoeld in artikel 448 TVo. CDW
    (artikel 446 TVo. CDW)
  • door de lucht (artikel 95, lid 1, letter a, CDW)
  • over de Rijn en de Rijnvaartwegen
    (artikel 95, lid 1, letter b, CDW)
  • door middel van pijpleidingen
    (artikel 95, lid 1, letter c, CDW)
  • door de Spoorwegmaatschappijen van de lidstaten verricht. Als gebruik wordt gemaakt van de vereenvoudigde procedures met vrachtbrief CIM of overdrachtsformulier TR
    (artikel 95, lid 1, letter d, CDW)

Zekerheid type A

Ontheffing van zekerheidstelling op basis van een afspraak (artikel 10, lid 2, onder a, Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer).

Er zijn op dit moment geen afspraken bekend die op grond van dit artikel van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer zijn gemaakt. Daarom kan dit type zekerheid niet voorkomen.

Zekerheid type 8

Ontheffing van zekerheidstelling voor openbare organen.

Internationale organisaties kunnen in aanmerking komen voor ontheffing van zekerheidstelling voor zover de verdragen met die organisaties daarin voorzien. Het gaat om organisaties:

  • die zijn opgericht door Staten of Regeringen waarvan minstens een lid is van de EU, en

  • die geen concurrerende economische bedrijvigheid uitoefenen ten opzichte van de in de EU gevestigde particuliere bedrijven.

  • waarvoor een vergunning is verleend door de autoriteiten van de lidstaten van de EU waaruit blijkt dat er geen zekerheid hoeft te worden gesteld.

Zie ook Hoofdstuk 6, paragraaf 6.1.1 van onderdeel 27.00.00 van dit Handboek.

Overheidsinstellingen kunnen in aanmerking komen voor een ontheffing van zekerheidstelling voor communautair douanevervoer voor zover deze instellingen zijn gevestigd op het grondgebied van de Gemeenschap.
(artikel 189, lid 4, CDW)

Zekerheid type B

In 2005 is tussen de lidstaten van de EG een afspraak gemaakt om de gegevens van aangiften voor douanevervoer op grond van de TIR-regeling in te brengen in NCTS/Transit. In het systeem dient in dat geval zekerheid type B te worden ingebracht.

Naar boven