Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

18.00.00 Tijdelijke invoer

2 De douaneregeling Tijdelijke invoer

De douaneregeling tijdelijke invoer is zowel een economische douaneregeling als een schorsingsregeling.
(artikel 4, punt 16 CDW en
artikel 84, lid 1 TVo. CDW)

Onder de douaneregeling tijdelijke Invoer worden goederen geplaatst, waarbij gehele of gedeeltelijke vrijstelling (schorsing) van rechten bij invoer kan worden verleend en waarbij handelspolitieke maatregelen kunnen worden opgeschort.

De goederen mogen slechts voor het voorgeschreven doel worden gebruikt. Welke specifieke doelen dit zijn is opgenomen in afzonderlijke vrijstellingsartikelen.
De goederen moeten vervolgens uit de EU worden wederuitgevoerd.

De goederen moeten vervolgens uit de EU worden wederuitgevoerd.
(artikel 137 CDW)

Naar boven

2.1 Geen wijziging goederen, herstel en onderhoud

Goederen die onder de douaneregeling tijdelijke invoer zijn geplaatst mogen in principe geen wijziging ondergaan gedurende het verblijf in het douanegebied van de EU. Een automatische vermindering van de waarde van de invoergoederen wordt niet gezien als een wijziging, zoals zich bijvoorbeeld kan voordoen bij vervoermiddelen die onder de douaneregeling zijn geplaatst.

De goederen mogen niet worden be- of verwerkt of behandeld worden, anders dan in het kader van herstellen en onderhouden (revisie, afstellen en maatregelen voor het bewaren in goede staat of behouden in de vereiste technische staat) welke handelingen noodzakelijk zijn voor het gebruik waarvoor de goederen onder de douaneregeling tijdelijke invoer zijn gebracht.

Voorbeeld:

Bevindt een schip zich onder de douaneregeling tijdelijke invoer en is er sprake van een motorstoring, die is opgetreden tijdens de reis, dan mag deze storing verholpen worden.

Deze reparatie mag worden uitgevoerd zolang het schip als vervoermiddel onder de douaneregeling wordt gebruikt. Wordt het schip echter binnengebracht met het doel het een complete revisie te laten ondergaan, de motor te vervangen etc., dan kan dit niet plaatsvinden onder de douaneregeling tijdelijke invoer. Voor deze handelingen zal een vergunning Actieve veredeling moeten worden aangevraagd.
(artikel 137 CDW en
artikel 553, lid 4 TVo. CDW)

Voor de herstel- en onderhoudsmaatregelen onder de douaneregeling tijdelijke invoer is het toegestaan om niet- communautaire goederen te gebruiken. Deze goederen mogen ook gescheiden van de te herstellen goederen onder de douaneregeling tijdelijke invoer worden geplaatst. Dit is een zelfstandig vrijstellingsartikel waarvoor een afzonderlijke vergunning noodzakelijk is.

De douaneregeling tijdelijke invoer voor deze goederen wordt beëindigd zodra in het kader van de onderhouds- en herstelwerkzaamheden de goederen zijn gebruikt danwel aangebracht aan de zich reeds onder de douaneregeling tijdelijke invoer bevindende goederen.
( artikel 577 Tvo. CDW )

Let op!

Om voor deze vrijstelling in aanmerking te komen moeten deze goederen direct bestemd zijn voor de reparatie van een zich al onder de douaneregeling bevindend ander goed.

Het is niet toegestaan met deze goederen aan voorraadvorming te doen onder de douaneregeling tijdelijke invoer. In die gevallen zal een vergunning douane-entrepot noodzakelijk zijn.

Naar boven

2.2 Gehele of gedeeltelijke vrijstelling

In het kader van de douaneregeling tijdelijke invoer kan sprake zijn van:

  • een gehele vrijstelling van rechten bij invoer, of

  • een gedeeltelijke vrijstelling van rechten bij invoer
    (artikel 137 CDW)

Naar boven

2.2.1 Volledige vrijstelling

Een volledige vrijstelling van rechten bij invoer kan worden verleend als aan alle voorwaarden genoemd in het van toepassing zijnde artikel voor de tijdelijke invoer is voldaan.
artikel 141 CDW en
artikel 554 Tvo. CDW)

Voldoet een belanghebbende niet of niet geheel aan de voorwaarden van een bepaald artikel, dan kan toch een volledige vrijstelling worden verleend. Dit geldt ook als geen specifiek artikel binnen de douaneregeling tijdelijke invoer van toepassing is, maar het gewenst is dat toch de douaneregeling tijdelijke invoer wordt toegepast.
(
artikel 578 Tvo. CDW)

Zie hoofdstuk 27 van dit onderdeel.

Naar boven

2.2.2 Gedeeltelijke vrijstelling

Kan geen volledige vrijstelling worden verleend, ook niet na raadpleging van artikel 578 Tvo CDW, dan is er de mogelijkheid van de gedeeltelijke vrijstelling.
(artikel 142, lid 1 CDW)

De gedeeltelijke vrijstelling kan worden toegepast op twee categorieën goederen:

  1. Goederen die niet genoemd zijn in de afzonderlijke vrijstellingsartikelen of daarvan zijn uitgesloten. Bijvoorbeeld handgereedschap voor industriële vervaardiging.
    (artikel 569, lid 2 Tvo.CDW)

  2. Goederen die niet voldoen aan bijzondere eisen voor de toepassing van de douaneregeling tijdelijke invoer, bijvoorbeeld:

    1. omdat de handelingen niet binnen de wettelijk voorgeschreven aanzuiveringstermijn kunnen plaatsvinden. (artikel 575 Tvo CDW), of

    2. omdat niet voldaan wordt aan de voorwaarde dat tenminste 75 % van de vervaardigde producten buiten de EU worden uitgevoerd (artikel 572, lid 1, letter b Tvo. CDW).
      (artikel 142, lid 1 Tvo. CDW)

Bij deze vorm van vrijstelling wordt een gedeelte van de douaneschuld die verschuldigd zou zijn voor het in het vrije verkeer brengen van de goederen, verschuldigd voor de goederen die onder de douaneregeling tijdelijke invoer worden geplaatst. Deze schuld blijft ook bestaan bij de wederuitvoer van de goederen.

Het percentage bedraagt per maand of per gedeelte van een maand 3% van het bedrag dat zou zijn geheven als de goederen op de datum van plaatsing onder de douaneregeling tijdelijke invoer, in het vrije verkeer zouden zijn gebracht.

Voorbeeld 1

Goederen geplaatst onder de douaneregeling tijdelijke invoer met gedeeltelijke vrijstelling op 1 januari.

  • Douanewaarde op 1 januari 10.000 Euro.

  • Douanerecht 8 %.

  • Dit zou betekenen een (potentiële) douaneschuld van 800 euro.

  • Bedrag douaneschuld per maand is nu 24 euro. (3% van 800 euro per maand).

Over dit bedrag is geen compenserende interest verschuldigd.
(
artikel 519, lid 4, letter i Tvo. CDW)

De hoogte van deze schuld is afhankelijk van de termijn dat de goederen zich onder de douaneregeling tijdelijke invoer hebben bevonden en de schuld mag niet hoger zijn dan de schuld die was ontstaan als de goederen op de datum van plaatsing onder de douaneregeling tijdelijke invoer in het vrije verkeer waren gebracht.
(artikel 142, lid 1 en 2, artikel 143, lid 2 en artikel 201, lid 1, letter b CDW)

Worden de goederen waarvoor een gedeeltelijke vrijstelling geldt, alsnog het vrije verkeer gebracht, dan wordt de douaneschuld ter zake van het in het vrije verkeer brengen berekend op grond van de aangifte voor het vrije verkeer waarop het bedrag dat verschuldigd is op grond van de gedeeltelijke vrijstelling in mindering wordt gebracht.

Deze twee schulden moeten afzonderlijk worden berekend en vermeld worden op de uitnodiging tot betaling, gelet op het eventueel heffen van compenserende interest.

Voorbeeld 2

Bij het voorbeeld wordt gebruikgemaakt van de basisgegevens van voorbeeld 1.

  • Bedrag per maand aan douaneschuld is 24 euro.

  • Periode onder de douaneregeling tijdelijke invoer bedraagt 6 maanden.

  • De douaneschuld voor deze periode bedraagt nu 144 euro.

De goederen worden na deze 6 maanden in het vrije verkeer gebracht:

  • Douanewaarde is 10.000 euro.

  • het percentage recht bedraagt 8%.

  • de douaneschuld bedraagt nu 800 euro.

De berekening van de douaneschuld wordt nu:

  • 144 euro, waarover geen compenserende interest hoeft te worden betaald en

  • 656 euro, waarover compenserende interest moet worden betaald.

(artikel 144, lid 2 en artikel 201, lid 1, letters a en b CDW en
artikel 519 lid 1 en
artikel 519 lid 4 letter i Tvo. CDW)

De gedeeltelijke vrijstelling van rechten bij invoer geldt niet voor verbruikbare goederen. Verbruikbare goederen zijn goederen die in het douanegebied van de EU technisch of economisch geheel verdwijnen of kunnen worden afgeschreven. Dit artikel sluit dus onder andere goederen die onderworpen zijn aan accijnsheffing uit.
(artikel 142, lid 2 CDW en
artikel 554, tweede alinea Tvo CDW)

Naar boven