Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

18.00.00 Tijdelijke invoer

28 Beëindiging van de douaneregeling tijdelijke invoer en driehoeksverkeer en vermeldingen in aangifte en administratie

28.1 Beëindigen

De douaneregeling tijdelijke invoer moet worden beëindigd door aan de onder de douaneregeling tijdelijke invoer geplaatste goederen een nieuwe toegestane douanebestemming te geven.
(artikel 89 lid 1 CDW)

Naar boven

28.2 Driehoeksverkeer

In het kader van de tijdelijke invoer kan er sprake zijn van driehoeksverkeer. Dit is verkeer waarbij het kantoor van plaatsing niet hetzelfde is als het kantoor van aanzuivering.
(
artikel 496, letter h, TVo. CDW)

Deze kantoren kunnen gelegen zijn in verschillende lidstaten van de EU. Om informatie-uitwisseling tussen de kantoren in de betreffende lidstaten mogelijk te maken kan gebruik worden gemaakt van inlichtingenbladen INF 6.

Het model, de functie, het aantal exemplaren, de routing daarvan en de wijze waarop het inlichtingenblad INF 6 moet worden ingevuld zijn opgenomen in
bijlage 71 TVo. CDW.
(
artikel 523, letter c, TVo. CDW )

Naar boven

28.3 Aantekening "TI-goederen" op aangiften en administraties bij volgen douanebestemming

Voor goederen die geplaatst zijn geweest onder de douaneregeling tijdelijke invoer moet in een douaneaangifte voor een opvolgende schorsende douaneregeling de aantekening “TI goederen” worden vermeld. Is de opvolgende douaneregeling bijvoorbeeld actieve veredeling of douane-entrepot, dan moet deze aantekening ook worden opgenomen in betreffende administratie.
Deze aantekening dient om "TI-goederen" te kunnen onderkennen.

Door de vermelding TI- goederen worden de heffingsgrondslagen van toepassing die gelden voor de invoergoederen op het tijdstip van plaatsing onder de douaneregeling.
(artikel 144 CDW).

Voorbeeld

Een personenauto wordt onder de douaneregeling tijdelijke invoer geplaatst voor een tentoonstelling. Na 18 maanden wordt de douaneregeling tijdelijke invoer beëindigd doordat de auto in het vrije verkeer wordt gebracht. Om nu te voorkomen dat een waardevermindering van de auto door het gebruik onder de douaneregeling tijdelijke invoer in het voordeel van de belanghebbende uitpakt en hij daarmee in een gunstigere positie komt dan de persoon die dezelfde goederen rechtstreeks in het vrije verkeer heeft gebracht worden de heffingsgrondslagen die van toepassing zijnop de goederen bij plaatsing onder de douaneregeling tijdelijke invoer toegepast.

Als de goederen eventueel vallen onder handelspolitieke of landbouwpolitieke maatregelen geldt de aantekening ook voor deze maatregelen
(
artikel 583 TVo. CDW )

Naar boven