Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

15.50.00 Douane-entrepots

12 Bijlage 4. Gebruikelijke behandelingen, toelichting Bijlage 72 punt 12 en 14 TVo. CDW.

12.1 Bijlage 72, punt 12

Bij punt 12 van de gebruikelijke behandelingen staat als behandeling genoemd:
“het toevoegen van goederen zolang deze toevoeging relatief beperkt is en slechts is bedoeld om aan technische eisen te voldoen en de aard op de prestaties van het oorspronkelijke product niet worden verbeterd, zelfs indien dit ertoe leidt dat de toegevoegde goederen onder een andere GN code worden ingedeeld”.

Op grond van dit punt is het in beperkte mate mogelijk dat partijen met een verschillende GN code met elkaar worden gemengd. Voor het mengen van minerale oliën wordt onder een relatief beperkte toevoeging verstaan een maximale toevoeging van 10 procent in hoeveelheid en waarde. Het is bij deze gebruikelijke behandeling toegestaan dat gebruik gemaakt wordt van communautaire goederen. Als een toevoeging van minder dan 10 % tot gevolg heeft dat de aard of de prestatie van de onder de regeling geplaatste goederen wijzigt, dan kan de gebruikelijke behandeling niet worden toegestaan.

Voorbeelden

  1. Opslagbedrijf A wil aan een partij van 1000 ton niet-communautaire stookolie met 1,1% zwavel (GN code 2710 1963) een partij van 40 ton niet-communautaire stookolie met 3,9% zwavel (GN code 2710 1969) toevoegen. Het mengsel bevat 1,3% zwavel. Mag dit?
    Antwoord: Ja, de toevoeging is minder dan de maximaal toegestane hoeveelheid van 10 procent die mag worden toegevoegd en het eindproduct valt nog onder GN code 2710 1963.

  2. Opslagbedrijf B wil aan een partij van 1000 ton niet-communautaire stookolie met 1,9% zwavel (GN code 2710 1963) een partij van 40 ton niet-communautaire stookolie met 3,9% zwavel (GN code 2710 1969) toevoegen. Het mengsel bevat 2,1% zwavel. Mag dit?
    Antwoord: Nee, de toevoeging is weliswaar minder dan de maximaal toegestane hoeveelheid van 10 procent die mag worden toegevoegd maar het eindproduct valt niet meer onder GN code 2710 1963.

  3. Opslagbedrijf C wil aan een partij van 1000 ton niet-communautaire stookolie met 1,1% zwavel (GN code 2710 1963) een partij van 101 ton niet-communautaire stookolie met 3,9% zwavel (GN code 2710 1969) toevoegen. Het mengsel bevat 1,3% zwavel. Mag dit?
    Antwoord: Nee, de toevoeging is meer dan de maximaal toegestane hoeveelheid van 10 procent.

Naar boven

12.2 Bijlage 72, punt 14

Onder punt 14 staat als behandeling genoemd: “het mengen van dezelfde soort goederen, van verschillende kwaliteit, om een constante kwaliteit te krijgen of een kwaliteit waarom de afnemer heeft gevraagd, zonder dat de aard van de goederen hierdoor wordt gewijzigd”.

In paragraaf 12.1 is al aangegeven dat minerale oliën in beginsel als soortgelijk worden beschouwd als de producten onder dezelfde GN-code van de gecombineerde nomenclatuur zijn in te delen. Het mengen van diverse partijen niet-communautaire minerale oliën die onder dezelfde GN-code vallen is in beginsel toegestaan onder de gebruikelijke behandelingen in douane-entrepot. Wel gelden hier ook de aanvullende voorwaarden zoals die zijn benoemd in Bijlage 3 van dit onderdeel.

Voorbeelden

  1. Opslagbedrijf A wil een partij niet-communautaire stookolie met 1,1% zwavel en een niet-communautaire stookolie met 1,9% met elkaar mengen in een douane-entrepot. Mag dit?
    Antwoord: Ja, beide partijen stookolie vallen onder GN-code 2710 1963 en worden derhalve als gelijksoortig beschouwd.

  2. Opslagbedrijf B wil een partij van 1000 ton niet-communautaire stookolie met 1,1% zwavel en een partij van 1000 ton niet-communautaire stookolie met 2,8% zwavel met elkaar mengen in een douane-entrepot. Mag dit?
    Antwoord: Nee, de partijen stookolie vallen onder verschillende GN codes en mogen derhalve niet in het kader van gebruikelijke behandelingen met elkaar worden vermengd.

Naar boven