Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

20.03.00 Flora & Fauna

3 Bevoegdheden

De bevoegdheden die u als douaneambtenaar heeft, worden onderscheiden in controlebevoegdheden (zie par. 3.1) en opsporingsbevoegdheden (zie par. 3.2).

Naar boven

3.1 Controlebevoegdheden Algemene Douanewet

De bepalingen van de Algemene douanewet (Adw) zijn van toepassing op het toezicht en de controle van de Douane op goederen en het goederenverkeer. De Adw betreft niet alleen de heffing van rechten bij invoer, maar óók het toezicht en de controle bij VGEM-taken. Het gaat hierbij om verboden of beperkingen die betrekking hebben op veiligheid, gezondheid, economie en milieu.

De Adw heeft niet alleen betrekking op verboden en beperkingen die van toepassing zijn op goederen die zich onder douanetoezicht bevinden, maar ook op goederen die zich nog niet, niet of niet meer onder douanetoezicht bevinden (Adw, artikel 1:1, lid 5). U bent op grond van de Adw dus altijd bevoegd goederen te controleren.

Het zwaartepunt van de taak van de Douane ligt echter op goederen die de buitengrens van de Unie overschrijden. U gebruikt uw bevoegdheden uitsluitend wanneer de Douane een taak heeft.

De Adw geeft één set controlebevoegdheden die u altijd gebruikt, ongeacht de VGEM-controletaak die u uitvoert. U kunt geen andere bevoegdheden gebruiken dan de bevoegdheden die in de Adw zijn toegekend. De VGEM-wetgeving moet dan wel onder onderdeel A of B van de bijlage van de Adw vallen.

Handhaving verboden of beperkingen OW

De Douane heeft een taak bij de handhaving van verboden en beperkingen die van toepassing zijn op goederen bij het binnenbrengen in of het verlaten van de Unie of bij het kiezen van een douanebestemming. Deze verboden of beperkingen zijn ingesteld bij of krachtens een wettelijk voorschrift dat is opgenomen in de onderdelen A of B van de bijlage bij de Adw (Adw, artikelen 1:1, lid 4 en 5, en 1:3, lid 5):

In deze bijlagen is de wetgeving opgenomen waarin verboden of beperkingen zijn gesteld: Bijlage bij de artikelen 1:1 en 1:3 van de Algemene Douanewet

  • Onderdeel A van de bijlage van de Adw inzake de communautaire verordeningen is niet uitputtend omdat een dergelijke lijst zeer uitgebreid is en steeds wijzigt. In bijlage A zijn daarom alleen de artikelen van het EU-Verdrag opgenomen die de basis vormen voor verboden en beperkingen in communautaire of nationale wetgeving.

  • Onderdeel B van de bijlage van de Adw noemt de OW. U mag dus de bevoegdheden uit de Adw gebruiken voor het toezicht op de OW.

Controlebevoegdheden

De Douane oefent haar controlebevoegdheden alleen uit, als dat met de betreffende ministeries is vastgelegd in een convenant en bijlagen en binnen de afgesproken taak.

Het betreft onder meer controlebevoegdheden op het gebied van:

  • het nemen van monsters en gedeeltelijk onderzoek (Adw, artikel 1:24)

  • het betreden, controleren en doorzoeken van gebouwen en terreinen (Adw, artikel 1:23 en 1:26)

  • het vorderen dat een vervoermiddel vaart mindert, bijdraait, landt, stilhoudt enzovoorts (Adw, artikel 1:27)

  • de lijfsvisitatie (Adw, artikel 1:28)

  • het gebruik van geweld (Adw, artikel 1:30)

Meer informatie over het gebruik van uw controlebevoegdheden vindt u in Handboek Douane, onderdeel 5.00.00.

Naar boven

3.2 Opsporingsbevoegdheden

Voor de Douane zijn de opsporingsbevoegdheden geregeld in het BOA-besluit. Op grond van het BOA-besluit bent u als douaneambtenaar aangewezen voor de opsporing van alle strafbare feiten.

Deze bevoegdheid is beleidsmatig ingeperkt. Dat betekent dat u alleen van de opsporingsbevoegdheden gebruik mag maken als er opsporingstaken aan de Douane zijn opgedragen.

In onderdeel 36.00.00 van het Handboek Douane staan richtlijnen voor het inzetten van de bevoegdheden uit het WvSv en is de OW genoemd als een aan de Douane opgedragen opsporingstaak. Als opsporingsambtenaar van de Douane mag u uw opsporingstaken op het gebied van de OW dus uitvoeren. Uw opsporingstaak is beperkt tot eenvoudige zaken. Complexe en langdurige zaken zijn voor de NVWA. Dit is vastgelegd in bijlage 5 bij het convenant met het Ministerie van LNV. Zie het onderdeel Afhandeling onregelmatigheden en samenloop.

U heeft geen opsporingsbevoegdheid bij goederen in het vrije verkeer.

Opsporingsbevoegdheid uit de Wet economische delicten (Wed)

Overtredingen van de verboden van de OW zijn economische delicten volgens de Wed, artikel 1a, onder 1º, 2º en 3º.

Als douaneambtenaar bent u aangewezen als opsporingsambtenaar van alle economische delicten (Wed, artikel 17).

De meest voorkomende bevoegdheden die u in het kader van de opsporing kunt gebruiken zijn:

  • inbeslagname (Wed, artikel 18)

  • het vorderen van inzage in bescheiden en het maken van kopieën (Wed, artikel 19)

  • het betreden van plaatsen (Wed, artikel 20)

  • het nemen van monsters (Wed, artikel 21)

  • het stilzetten van vervoermiddelen

    (Wed, artikel 23)
  • het onderzoeken van vervoermiddelen en lading

    (Web, artikel 23)
  • het vorderen van het openen van verpakkingen (Wed, artikel 23).

Belangrijke bepalingen uit de Wed zijn verder:

  • De houder van de goederen moet medewerking verlenen (Wed, artikel 24a) en bij weigering zijn de noodzakelijk door de Douane te maken kosten, om haar opsporingstaak te kunnen uitvoeren, voor rekening van de houder.

  • Het opzettelijk niet voldoen aan een vordering is strafbaar (Wed, artikel 26).

Kwalificatie van het economisch delict

Een economisch delict is een misdrijf (Wed, artikel 2 lid 1) als sprake is van opzet en een overtreding als er geen opzet is. Kan opzet niet worden aangetoond, dan is er altijd sprake van een overtreding.

Naar boven