Wanneer is er sprake van loondienst?

Is er sprake van loondienst, of niet? Dát is de centrale vraag bij de wet DBA. Opdrachtgever en opdrachtnemer moeten samen bepalen of er sprake is van een opdracht die wordt verleend door de ene ondernemer aan de andere of dat er sprake is van werken in loondienst.

Kies wat voor u van toepassing is:

  • Ik ben een opdrachtgever

    Beoordeel samen met uw opdrachtnemer of die een opdracht voor u in loondienst uitvoert. Dat kunt u bijvoorbeeld doen via de Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie op ondernemersplein.kvk.nl.

    Loondienst heeft 3 kenmerken:

    • werkgeversgezag
    • de verplichting tot het leveren van (persoonlijke) arbeid
    • een beloning

    Wordt aan alle kenmerken voldaan? Dan is er in ieder geval sprake van loondienst. De belangrijkste vraag is of er sprake is van een gezagsverhouding. Dit is ingewikkeld. Daarom gaan we daar nog wat dieper op in.

    Is er een gezagsverhouding tussen u en uw opdrachtnemer?

    Stel uzelf de volgende vragen:

    • Kunt u bepalen hoe, wanneer, waar en met wie uw opdrachtnemer aan de opdracht werkt?
    • Kunt u bepalen hoeveel uur of hoeveel dagen per week uw opdrachtnemer aan uw opdracht werkt?
    • Als uw opdrachtnemer met anderen moet samenwerken, kunt u zich dan bemoeien met die samenwerking?
    • Als uw opdrachtnemer hetzelfde werk doet als uw werknemers: kunt u uw opdrachtnemer dezelfde aanwijzingen en instructies geven als uw werknemers?

    Is het antwoord 1 of meer keer 'Ja', dan is dat een sterke aanwijzing voor een gezagsverhouding.

    Voorbeeld 1: gezagsverhouding

    Een bedrijf huurt voor de financiële afdeling tijdelijk een extra boekhouder in. De manager van de financiële afdeling bepaalt wat deze ingehuurde boekhouder moet doen en op welke manier. In dit geval is duidelijk sprake van een gezagsverhouding.

    Voorbeeld 2: gezagsverhouding

    Een ziekenhuis heeft verpleegkundigen in vaste dienst. Op dagen dat er te weinig vaste verpleegkundigen zijn, kan een aantal verpleegkundigen opgeroepen worden. Deze oproepkrachten doen hetzelfde werk als de vaste verpleegkundigen en draaien gewoon mee op de afdeling. Afgesproken is dat zij zelfstandig werken. Tóch is er sprake van een gezagsverhouding. Want het afdelingshoofd heeft de leiding en houdt toezicht op wat er op de afdeling gebeurt.

    Voorbeeld 3: geen gezagsverhouding

    Een bouwmarkt wil een groter marktaandeel veroveren. Daarvoor huurt het bedrijf een reclameadviseur in. Die krijgt als opdracht dat de omzet binnen een half jaar met 20% moet stijgen. Voor deze opdracht is een budget van € 25.000 beschikbaar. Over de besteding van het budget en de uitvoering van de opdracht mag de reclameadviseur zelf beslissen. In dit geval is duidelijk géén sprake van een gezagsverhouding.

    Heeft uw opdrachtnemer een fictieve dienstbetrekking?

    Als dat zo is, is uw opdrachtnemer volgens de wet een werknemer. En moet u dus loonheffingen inhouden. Zelfs als er géén sprake is van een verplichting tot persoonlijke arbeid of een gezagsverhouding.

    Er kan sprake zijn van een fictieve dienstbetrekking als uw opdrachtnemer bij 1 van de volgende groepen hoort:

    • (partners van) aandeelhouders met een aanmerkelijk belang
    • aannemers van werk en hun hulpen
    • agenten en subagenten
    • artiesten en beroepssporters
    • bemanning van vissersvaartuigen (deelvissers)
    • bestuurders van coöperaties met werknemerszelfbestuur
    • uitvoerende bestuurders van beursgenoteerde vennootschappen met een one tier board en alle bestuurders van beursgenoteerde vennootschappen met een two tier board (voor overeenkomsten aangegaan op of na 1 januari 2013)
    • gelijkgestelden (iedereen die meestal op 2 of meer dagen per week werkt en daarmee ten minste 2/5 van het minimumloon verdient)
    • leerlingen en stagiairs
    • meewerkende kinderen
    • sekswerkers die werken voor een exploitant
    • thuiswerkers en hun hulpen
    • topsporters met een A-status van NOC*NSF
    • opdrachtnemers die door tussenkomst van een intermediair werken voor een klant van de intermediair

    Sommige fictieve dienstbetrekkingen kunt u uitsluiten

    Dat zijn deze fictieve dienstbetrekkingen:

    • thuiswerkers
    • gelijkgestelden
    • artiesten

    Samen met uw opdrachtnemer kunt u ervoor kiezen om geen fictieve dienstbetrekking te hebben. Wilt u dat allebei? Leg dat dan schriftelijk vast in de modelovereenkomst of een andere overeenkomst. Vóórdat u uw opdrachtnemer voor de eerste keer loon betaalt.

    U hoeft dan geen loonheffingen in te houden. Maar pas op! Uw opdrachtnemer heeft dan geen recht meer op een uitkering bij ziekte, arbeidsongeschiktheid of werkloosheid.

    Meer over fictieve dienstbetrekkingen leest u in hoofdstuk 18 van het 'Handboek Loonheffingen', dat u kunt downloaden op de pagina Loonheffingen.

  • Ik ben een opdrachtnemer

    U moet samen met uw opdrachtgever beoordelen of u een opdracht in loondienst uitvoert.

    Loondienst heeft 3 kenmerken:

    • werkgeversgezag
    • de verplichting tot het leveren van (persoonlijke) arbeid
    • een beloning

    Wordt aan alle kenmerken voldaan? Dan is er in ieder geval sprake van loondienst. De belangrijkste vraag is of er sprake is van een gezagsverhouding. Dit is ingewikkeld. Daarom gaan we daar nog wat dieper op in.

    Is er een gezagsverhouding tussen u en uw opdrachtgever?

    Stel uzelf de volgende vragen:

    • Kan uw opdrachtgever bepalen hoe, wanneer, waar en met wie u aan de opdracht werkt?
    • Kan uw opdrachtgever bepalen hoeveel uur of hoeveel dagen per week u aan uw opdracht werkt?
    • Als u met anderen moet samenwerken, kan uw opdrachtgever zich dan bemoeien met die samenwerking?
    • Als u hetzelfde werk doet als werknemers van uw opdrachtgever: kan uw opdrachtgever u dezelfde aanwijzingen en instructies geven als de werknemers?

    Is het antwoord 1 of meer keer 'Ja', dan is dat een sterke aanwijzing voor een gezagsverhouding.

    Voorbeeld 1: gezagsverhouding

    Een bedrijf huurt voor de financiële afdeling tijdelijk een extra boekhouder in. De manager van de financiële afdeling bepaalt wat deze ingehuurde boekhouder moet doen en op welke manier. In dit geval is duidelijk sprake van een gezagsverhouding.

    Voorbeeld 2: gezagsverhouding

    Een ziekenhuis heeft verpleegkundigen in vaste dienst. Op dagen dat er te weinig vaste verpleegkundigen zijn, kan een aantal verpleegkundigen opgeroepen worden. Deze oproepkrachten doen hetzelfde werk als de vaste verpleegkundigen en draaien gewoon mee op de afdeling. Afgesproken is dat zij zelfstandig werken. Tóch is er sprake van een gezagsverhouding. Want het afdelingshoofd heeft de leiding en houdt toezicht op wat er op de afdeling gebeurt.

    Voorbeeld 3: geen gezagsverhouding

    Een bouwmarkt wil een groter marktaandeel veroveren. Daarvoor huurt het bedrijf een reclameadviseur in. Die krijgt als opdracht dat de omzet binnen een half jaar met 20% moet stijgen. Voor deze opdracht is een budget van € 25.000 beschikbaar. Over de besteding van het budget en de uitvoering van de opdracht mag de reclameadviseur zelf beslissen. In dit geval is duidelijk géén sprake van een gezagsverhouding.

    Hebt u een fictieve dienstbetrekking?

    Als dat zo is, bent u volgens de wet een werknemer. En moet uw opdrachtgever dus loonheffingen inhouden. Zelfs als er géén sprake is van een verplichting tot persoonlijke arbeid of een gezagsverhouding.

    U kunt een fictieve dienstbetrekking hebben als u bij 1 van de volgende groepen hoort:

    • (partners van) aandeelhouders met een aanmerkelijk belang
    • aannemers van werk en hun hulpen
    • agenten en subagenten
    • artiesten en beroepssporters
    • bemanning van vissersvaartuigen (deelvissers)
    • bestuurders van coöperaties met werknemerszelfbestuur
    • uitvoerende bestuurders van beursgenoteerde vennootschappen met een one tier board en alle bestuurders van beursgenoteerde vennootschappen met een two tier board (voor overeenkomsten aangegaan op of na 1 januari 2013)
    • gelijkgestelden (iedereen die meestal op 2 of meer dagen per week voor dezelfde opdrachtgever werkt en daarmee ten minste 2/5 van het minimumloon verdient)
    • leerlingen en stagiairs
    • meewerkende kinderen
    • sekswerkers die werken voor een exploitant
    • thuiswerkers en hun hulpen
    • topsporters met een A-status van NOC*NSF
    • opdrachtnemers die door tussenkomst van een intermediair werken voor een klant van de intermediair

    Sommige fictieve dienstbetrekkingen kunt u uitsluiten

    Dat zijn deze fictieve dienstbetrekkingen:

    • thuiswerkers
    • gelijkgestelde
    • artiesten

    Samen met uw opdrachtgever kunt u ervoor kiezen om geen fictieve dienstbetrekking te hebben. Wilt u dat allebei? Leg dat dan schriftelijk vast in de modelovereenkomst of een andere overeenkomst. Vóórdat uw opdrachtnemer u voor de eerste keer loon betaalt.

    Uw opdrachtgever hoeft dan geen loonheffingen in te houden. Maar pas op! U hebt dan geen recht meer op een uitkering als u ziek, arbeidsongeschikt of werkloos wordt.

    Meer over fictieve dienstbetrekkingen leest u in hoofdstuk 18 van het 'Handboek Loonheffingen', dat u kunt downloaden op de pagina Loonheffingen.

    Als u niet in loondienst bent bij uw opdrachtgever, zegt dat niets over uw ondernemerschap voor de inkomstenbelasting

    Of over uw ondernemerschap voor de btw.

    Het zegt alleen iets over de arbeidsrelatie tussen u en uw opdrachtgever voor die ene opdracht.

    Om te bepalen of u ondernemer bent voor de inkomstenbelasting, kijkt u naar het totaal van uw opdrachten. U kunt ook de Ondernemerscheck gebruiken.

    Doe de Ondernemerscheck

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.