Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

14.47.00 Vereenvoudigde procedures douanevervoer door de lucht

1 Vereenvoudigde procedures douanevervoer door de lucht

1.1 Inleiding

Dit onderdeel gaat over de vereenvoudigde procedures bij het douanevervoer van goederen door de lucht. De vereenvoudiging houdt in dat in plaats van de aangifte voor douanevervoer in NCTS/Transit met de normale of vereenvoudigde procedure gebruik wordt gemaakt van een luchtvrachtmanifest of uitwisseling van gegevens via een elektronisch systeem.

Deze vereenvoudigde procedures zijn ook van toepassing op de regeling gemeenschappelijk douanevervoer. De bepalingen uit deze regeling zijn gelijk aan de in dit onderdeel beschreven procedures. Hierom zijn er in dit onderdeel verder geen verwijzingen opgenomen naar de regeling gemeenschappelijk douanevervoer.

(artikelen 111 en 112 Regeling gemeenschappelijk douanevervoer)

Bij de vereenvoudigde procedures wordt onderscheid gemaakt tussen 2 verschillende procedures. Dat zijn:

  • de procedure niveau 1 ( artikel 444 van de TVo. CDW ) waarbij een luchtvaartmanifest met een voorgeschreven inhoud mag worden gebruikt als vereenvoudigde aangifte voor douanevervoer, en

  • de procedure niveau 2 ( artikel 445 TVo. CDW) waarbij een manifest dat met behulp van een elektronisch systeem wordt doorgezonden wordt gebruikt als aangifte voor douanevervoer.

Naar boven

1.2 Douanestatus en douanevervoer

Alle goederen die zich bevinden in het douanegebied van de EU worden geacht communautaire goederen te zijn. Dit uitgangspunt vereist afwijkende bepalingen voor niet- communautaire goederen, die zich weliswaar op EU-grondgebied bevinden, maar waarop nog wel toezicht moet worden uitgeoefend. Zie ook onderdeel 14.10.00 Communautair karakter van dit Handboek.
( artikel 313 leden 1, 2 en 3 TVo. CDW).

De wetgever heeft bepaald dat wanneer niet-communautaire goederen worden geladen of overgeladen op een luchthaven in de EU, de douaneregeling extern communautair douanevervoer verplicht is. Uiteraard moet de luchthaven van bestemming dan ook liggen in de EU.
(artikel 91 lid 1 letter a CDW en artikel 340 sexies lid 1 TVo. CDW)

Bovenstaande bepaling sluit uit dat rechtstreeks vervoer vanuit een derde land naar een luchthaven binnen de EU (bijvoorbeeld Boston - Parijs) onder de douaneregeling extern communautair douanevervoer moet plaatsvinden. Ook als niet-communautaire goederen niet worden overgeladen tijdens een tussenlanding in de EU op weg naar de eindbestemming binnen de EU (bijvoorbeeld Boston - Schiphol - München), is de douaneregeling extern communautair douanevervoer niet van toepassing voor het traject tussen Schiphol en München.

Naar boven

1.3 Luchtvervangend wegvervoer

Het komt regelmatig voor dat luchtvrachtgoederen over de weg worden vervoerd waarbij het af te leggen traject een onderdeel vormt van de vervoersovereenkomst zoals vastgelegd in de (master-) airwaybill. Dit vervoer wordt ook wel aangeduid als luchtvervangend wegvervoer.

De luchtvaartmaatschappijen behandelen dit vervoer namelijk op dezelfde manier als vervoer door de lucht: ook hiervoor maken zij een manifest op. Omdat de goederen over de weg worden vervoerd gelden voor dit deel van het vervoerstraject de douanebepalingen die op wegtransport zien. Daarom zal voor de volledige zending een aangifte voor douanevervoer met gebruik van het systeem NCTS/Transit geldig worden gemaakt.

Bepalingen als het stellen van zekerheid en treffen van maatregelen om de identiteit van de goederen te handhaven (in voorkomend geval douaneverzegeling toepassen) zijn op dit deel van het vervoerstraject onverkort van toepassing. Daarnaast moet ook tenminste de algemene handelsbenaming van de goederen vermeld worden in het vak “goederenomschrijving”. Het gebruik van de term “consol” is niet toegestaan.

Naar boven

1.4 Zekerheid

Voor het vervoer van goederen door de lucht hoeft geen zekerheid te worden gesteld.

(artikel 95, lid 1, letter a. CDW)

Naar boven