Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

14.49.00 Vervoer door middel van pijpleidingen

1 Bijzondere regelingen bij vervoer door middel van pijpleidingen

Voor het vervoer van goederen door middel van pijpleidingen geldt een bijzondere regeling. In dit hoofdstuk vindt u hierover informatie.

Zie voor de algemene begrippen en de toepassing van het communautair douanevervoer onderdeel 14.00.00 van dit Handboek.

Naar boven

1.1 Algemeen

1.1.1 Vergunningplicht

Om goederen in het kader van het communautair- of gemeenschappelijk douanevervoer door middel van pijpleidingen te vervoeren is een vergunning benodigd. (artikel 372, lid 1, letter f, punt iv, TVo. CDW en artikel 48, lid 1, letter g, punt iii, van Aanhangsel I, Overeenkomst)

Naar boven

1.1.2 Verplichte toepassing communautair douanevervoer

Uit de algemene bepalingen van het CDW vloeit voort dat de regeling voor communautair douanevervoer verplicht is voor het vervoer van goederen van een plaats in de Gemeenschap naar een andere plaats in de Gemeenschap, ongeacht het vervoermiddel dat voor dit vervoer wordt gebruikt.

Deze verplichte toepassing van de regeling voor communautair douanevervoer geldt voor niet-communautaire goederen en voor de speciale gevallen van vervoer van communautaire goederen (zie voor deze speciale gevallen paragraaf 2.1 van onderdeel 14.00.00 van dit Handboek).
(artikel 91 CDW)

Naar boven

1.1.3 Geen verplichte toepassing gemeenschappelijk douanevervoer

Als goederen onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer worden vervoerd, dan is deze regeling niet verplicht voor het vervoer van goederen door middel van pijpleidingen.
(artikel 2, lid 2, Overeenkomst)

De exploitant van de pijpleiding en/of de vervoerder kunnen kiezen of zij voor het vervoer door middel van pijpleidingen naar en via de EVA-landen de regeling willen toepassen. Als zij kiezen om de regeling wel toe te passen, komen de uitvoeringsbepalingen van de regeling voor communautair douanevervoer die zijn opgenomen in de toepassingsverordening en Aanhangsel I van de Overeenkomst geheel overeen.

Naar boven

1.1.4 Aangever van het communautair douanevervoer

Als aangever voor het communautair douanevervoer door middel van pijpleidingen kan een van de volgende personen als aangever worden aangemerkt:

  • de exploitant van de pijpleiding die is gevestigd in de lidstaat waar de goederen de EU binnenkomen;

  • de exploitant van de pijpleiding die is gevestigd in de lidstaat waar het vervoer begint.

(artikel 450, lid 3, TVo. CDW)

Naar boven

1.1.5 Vervoerder van de goederen

Bij het vervoer van goederen door middel van pijpleidingen wordt als vervoerder aangemerkt de exploitant van de pijpleiding die is gevestigd in de lidstaat over het grondgebied waarvan de goederen door de pijpleiding worden vervoerd.
(artikel 450, lid 4, TVo. CDW)

De vervoerder van goederen is verplicht deze binnen de gestelde termijn ongeschonden aan het kantoor van bestemming aan te brengen, met inachtneming van de door de douane getroffen identificatiemaatregelen.
(artikel 96 CDW)

Naar boven

1.2 Procedures en ambtelijke werkzaamheden

1.2.1 Plaatsing van de goederen onder de bijzondere regeling

Goederen die door middel van pijpleidingen worden vervoerd, moeten onder de regeling voor communautair douanevervoer zijn geplaatst. Het tijdstip waarop de goederen worden geacht onder de regeling te zijn geplaatst is afhankelijk van de situatie van de goederen. In de volgende tabel vindt u hiervan een overzicht.

Tabel 1: Tijdstip plaatsing goederen onder regeling communautair douanevervoer

Situatie

Tijdstip van plaatsing onder regeling communautair douanevervoer

Het betreft goederen die de EU zijn binnenkomen door middel van pijpleidingen.

bij binnenkomst in het douanegebied

Het betreft goederen die zich reeds op het douanegebied van de EU bevinden.

op het tijdstip waarop zij in de pijpleiding worden gebracht

In sommige gevallen, dit zou zich kunnen voordoen in de tweede situatie, moet het communautaire karakter van deze goederen worden vastgesteld. Dit gebeurt op de wijze zoals dat in onderdeel 14.10.00 van dit Handboek is opgenomen.
(artikel 450, lid 2, TVo. CDW)

Naar boven

1.2.2 Beëindiging van een voorafgaande douaneregeling

Voor goederen die door middel van pijpleidingen zullen worden vervoerd en waarvoor documenten zijn afgegeven ter beëindiging van een voorafgaande regeling, geldt het volgende:

  • de documenten moeten worden afgetekend zodra de goederen in de leidingen zijn gebracht.

Voorbeeld
Een partij derde landen gasolie ligt opgeslagen in een douane-entrepot type B en is verkocht met een andere lidstaat als bestemming. Het vervoer zal gebeuren door middel van pijpleidingen. Om de gasolie te kunnen uitslaan uit het douane-entrepot type B is in dit geval een aangifte voor communautair douanevervoer nodig. Deze aangifte voor communautair douanevervoer wordt op het moment dat de gasolie in de leidingen is gebracht voor het uitgaan afgetekend. Tijdens het vervoer door de pijpleidingen zijn immers geen documenten nodig.

Naar boven

1.2.3 Einde van het communautair douanevervoer

Het communautair douanevervoer wordt geacht te zijn geëindigd op het moment dat:

  • de door de pijpleidingen vervoerde goederen de installatie van de geadresseerde of zijn distributienetwerk bereiken;

  • deze goederen in de administratie van de geadresseerde worden geregistreerd.

(artikel 450, lid 5, TVo. CDW)

Naar boven

1.2.4 Administratie voeren

De exploitanten van de pijpleidingen moeten een administratie voeren en deze ter beschikking houden van de douane voor alle controles die in het kader van het communautair douanevervoer noodzakelijk worden geacht.

In onderling overleg tussen de bij een pijpleiding betrokken douane-administraties wordt bepaald hoe vaak een controle op het verrichte communautair douanevervoer wordt uitgevoerd. U als douane-ambtenaar gaat hierbij als volgt te werk:

  • Vergelijk of de hoeveelheid goederen die aan de ene zijde in de pijpleiding wordt gebracht er ook aan de andere zijde is uitgekomen.

Let op
Houd rekening met eventuele meet- en weegverschillen.
Het vervoer vindt plaats via een gesloten systeem van pijpleidingen, waardoor er bij dit vervoer praktisch geen verschillen voorkomen. Als er toch verschillen voorkomen, dan moet men denken in promille. Deze verschillen moeten echter wel worden aangetoond.

Als er boven de toegestane meet- en weegverschillen geen onregelmatigheden geconstateerd worden, dan is de regeling communautair douanevervoer in de gecontroleerde periode gezuiverd.

Naar boven