Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

100.00.03 Samenwerkingsovereenkomst (Memorandum van Overeenstemming) tussen de douaneadministratie van Nederland en de douaneadministratie van het Verenigd Koninkrijk

1 Samenwerkingsovereenkomst (Memorandum van Overeenstemming) tussen de douaneadministratie van Nederland en de douaneadministratie van het Verenigd Koninkrijk

Inzake verbetering van de samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand tussen de douaneadministraties op het gebied van de bestrijding van fraude en in het bijzonder de bestrijding van illegaal verkeer van drugs.

De Ondertekenende Partijen bij dit Memorandum, hierna te noemen de "Partijen";

Overwegende dat strafbare feiten op het gebied van de douanewetten nadelig zijn voor de economische, fiscale en sociale belangen van hun respectievelijke landen;

Overwegende dat de handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen een bedreiging vormt voor de volksgezondheid en de samenleving;

In de overtuiging dat nauwe samenwerking tussen hun douaneadministraties inspanningen ter voorkoming van overtreding van de douanewetgeving doelmatiger zou maken;

Herinnerend aan de reeds bestaande intensieve samenwerking tussen de Britse en Nederlandse douaneadministraties op het gebied van de bestrijding van fraude en in het bijzonder het Memorandum van Overeenstemming inzake toezicht op het luchtruim /de zeewateren, dat in 1992 door de Partijen is getekend;

Zich bewust van het juridische kader waarbinnen deze samenwerking plaatsvindt, in het bijzonder Verordening (EG) 515/97, de "Overeenkomst van Napels" (gesloten in Rome op 7 september 1967) en het Verdrag van de Verenigde Naties (Wenen) uit 1988 betreffende de strijd tegen het illegaal verkeer van drugs en psychotrope stoffen;

In de overtuiging dat de toegenomen kansen op fraude als gevolg van de komst van de Interne Markt van de Europese Unie, een nog intensievere, in het bijzonder operationele, samenwerking tussen de Partijen noodzakelijk maken;

Zijn het volgende overeengekomen:

Naar boven

1.1 Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van dit Memorandum:

  1. betekent "inbreuk" smokkel of andere ontduiking van rechten bij invoer, belastingen en overige heffingen, met inbegrip van BTW en accijnzen bij invoer, alsmede niet-inachtneming van verboden en beperkingen van niet-fiscale aard;

  2. betekent "douanewetgeving" alle wettelijke en administratieve bepalingen die door de douane-administraties worden gehandhaafd in verband met de invoer, uitvoer en doorvoer van goederen, met inbegrip van:

    • het innen, garanderen of restitueren van rechten bij invoer, belastingen en overige heffingen;

    • maatregelen met betrekking tot verboden, beperkingen en controles;

    • activiteiten met betrekking tot illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen;

  3. betekent "Partijen":

    • in het Verenigd Koninkrijk: Her Majesty's Customs and Excise;

    • in Nederland: de Belastingdienst/Douane en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst voor zover het de douanewetgeving betreft.

Naar boven

1.2 Paragraaf 2. Reikwijdte van het Memorandum

  1. De Partijen intensiveren, in overeenstemming met het in dit Memorandum bepaalde, de samenwerking en verlenen elkaar wederzijdse bijstand op zowel operationeel als beleidsmatig niveau:

    • teneinde de juiste naleving van de douanewetgeving te waarborgen;

    • teneinde inbreuken op de douanewetgeving te voorkomen, op te sporen en te bestrijden.

  2. De bijstand in het kader van dit Memorandum wordt verleend in overeenstemming met de wetten en wettelijke bepalingen van de aangezochte Staat en in overeenstemming met de bevoegdheden en de beschikbare middelen van de douaneadministraties. Verkregen informatie, mededelingen en documenten worden uitsluitend gebruikt voor de doeleinden van dit Memorandum en in overeenstemming met internationale overeenkomsten die verbindend zijn voor één of beide Partijen en hun nationale wetgeving.

  3. De Partijen spannen zich in om, met inachtneming van de op hun grondgebied geldende wet- en regelgeving, de samenwerking op alle niveaus te intensiveren en de wederzijdse administratieve bijstand op de vastgestelde prioriteitsterreinen te verbeteren.

  4. De samenwerking omvat tevens het verschaffen van informatie met betrekking tot de voornaamste autowegen, spoorlijnen, luchtwegen, zeearmen en rivieren die worden gebruikt voor het vervoeren van smokkelwaar, in het bijzonder verdovende middelen. In dit verband zal elk der Partijen er zorg voor dragen dat, met inachtneming van de op haar grondgebied geldende wet- en regelgeving, alle informatie die voor de andere Partij van belang kan zijn spontaan en onverwijld wordt verstrekt.

Naar boven

1.3 Paragraaf 3. Samenwerkingsstructuren en wederzijdse administratieve bijstand

  1. De Partijen maken in overleg nadere afspraken inzake de uitvoering van dit Memorandum, daarbij rekening houdend met de doelstellingen en de prioriteiten zoals vastgelegd in de zesde paragraaf van dit Memorandum.

  2. De Partijen intensiveren de samenwerking tussen hun nationale opsporings- en inlichtingendiensten enerzijds en tussen hun regionale kantoren anderzijds, waarbij zij er zorg voor dragen dat deze diensten hun centrale administraties regelmatig op de hoogte stellen van hun samenwerkingsactiviteiten.

  3. Gemeenschappelijke operaties op ad hoc-basis of op lange termijn worden georganiseerd op basis van overeenstemming tussen beide Partijen, daarbij rekening houdend met de doelstellingen en de prioriteiten als overeengekomen in de zesde paragraaf van dit Memorandum. Dergelijke operaties vinden plaats met inachtneming van binnen de Europese Unie tot stand gekomen regelgeving en worden, indien dit wenselijk wordt geacht, aan andere douaneadministraties gemeld. Deze operaties worden, in overleg met de centrale administraties van beide Partijen, door de onderscheiden douaneattachés/ verbindingsofficieren ondersteund. De leiding van de operaties blijft voorbehouden aan de Partij die territoriaal bevoegd is; deze beschikt alleen over de bevoegdheid tot opsporing met inachtneming van de op haar grondgebied geldende wet- en regelgeving.

  4. Voor deze gemeenschappelijke operaties kunnen, indien hiertoe aanleiding bestaat, op zowel ad hoc-basis als op langere termijn bi-nationale teams worden samengesteld, welke werkzaam zullen zijn op plaatsen die in een gemeenschappelijk akkoord zullen worden aangewezen, met het oogmerk dat deze gemeenschappelijk werkzaam zullen zijn op douanekantoren of -diensten die belast zijn met de controle op de inklaring van goederen en op de belangrijkste punten van binnenkomst in de Europese Unie, op basis van wederkerigheid.

  5. De werkprioriteiten voor de ambtenaren van beide Partijen die aan de bi-nationale teams deelnemen, worden tenminste een maal per jaar bepaald binnen het kader van de vergaderingen bedoeld in de zesde paragraaf van dit Memorandum.

  6. De materiële voorwaarden waarop ambtenaren die door één der Partijen zijn aangewezen in de bi-nationale teams worden ingezet, zullen van geval tot geval tussen hen worden vastgesteld. Deze ambtenaren zijn niet bevoegd om op eigen initiatief maatregelen op douanegebied te nemen zolang zij in het gastland werkzaam zijn en voeren hun missie uit binnen de juridische kaders van het gastland.

  7. Eén of meer douaneadministraties die geen partij zijn bij dit Memorandum kunnen deelnemen aan deze gemeenschappelijke operaties indien beide Partijen hiermee instemmen.

Naar boven

1.4 Paragraaf 4. Technische ondersteuning en opleiding

  1. Beide Partijen wisselen informatie uit met betrekking tot hun douanewetgeving en -procedures en hun algehele douanebeleid, en verstrekken op verzoek of uit eigen beweging alle beschikbare informatie met betrekking tot:

    1. nieuwe handhavingstechnieken betreffende de douanewetgeving die hun doeltreffendheid hebben bewezen;

    2. nieuwe trends, middelen of werkwijzen betreffende het maken van inbreuken op de douanewetgeving.

  2. Beide Partijen wisselen informatie uit met betrekking tot werkwijzen met als doel vertrouwd te raken met de procedures en technieken van de andere Partij.

  3. Elk der Partijen biedt de andere Partij in het kader van de bestrijding van fraude stageplaatsen aan. De met de deelneming van ambtenaren aan deze opleidingsactiviteiten gemoeide kosten blijven ten laste van de administratie waartoe dezen behoren.

    Deze samenwerking op het gebied van de opleiding kan ook plaatsvinden binnen het kader van het Europese Matthaeus- en Oisin-programma.

Naar boven

1.5 Paragraaf 5. Samenwerking op politiek niveau

  1. Beide Partijen spannen zich in om hun standpunten inzake internationale vraagstukken en hun posities in internationale organen op elkaar af te stemmen. Wat betreft de Europese Unie is deze afstemming met name gericht op verbetering van het communautaire recht, versterking van de doeltreffendheid van de controle van het douaneapparaat en het niveau van de samenwerking tussen douaneadministraties.

  2. Om deze samenwerking te vergemakkelijken, verstrekken Partijen elkaar informatie die een overzicht geeft van met name hun taken en bevoegdheden.

  3. Elk der Partijen wisselt informatie uit met betrekking tot het bestaande douanebeleid in hun landen.

Naar boven

1.6 Paragraaf 6. Handhaving en uitbreiding van het Memorandum

  1. Tenminste eens per jaar wordt, het ene jaar door de ene, het andere jaar door de andere Partij, op het juiste niveau een vergadering belegd om de uitvoering van de in dit Memorandum voorziene samenwerking en van de bepalingen inzake wederzijdse administratieve bijstand te evalueren, en om de modaliteiten van verdere intensivering van de samenwerking vast te stellen.

    Tijdens de vergadering worden doelstellingen vastgesteld en actieplannen ontwikkeld die activiteitsprioriteiten, samenwerkingsmaatregelen, uitwisselingen en andere gebieden van gemeenschappelijk belang bevatten.

  2. Terzake van de in de tweede en derde paragraaf van dit Memorandum genoemde samenwerkingsgebieden kunnen extra vergaderingen op operationeel niveau worden belegd tussen de diensten die belast zijn met het nemen van de benodigde maatregelen. Deze vergaderingen worden gecoördineerd door de onderscheiden douaneattachés/ verbindingsofficieren die gezamenlijk belast zijn met het opstellen van de agenda.

  3. De agenda van deze vergaderingen wordt gezamenlijk opgesteld en kan elke aangelegenheid van gemeenschappelijk belang bevatten.

Naar boven

1.7 Paragraaf 7. Inwerkingtreding, wijziging en beëindiging

  1. Dit Memorandum treedt in werking op de datum van ondertekening door beide Partijen.

  2. Dit Memorandum kan met wederzijdse instemming van beide Partijen worden gewijzigd.

  3. Dit Memorandum blijft voor onbepaalde tijd van kracht, maar kan worden beëindigd indien één der Partijen dit wenst.

Gedaan te Londen op 5 februari 1999, in twee exemplaren, in de Engelse en de Nederlandse taal, de beide teksten dezelfde kracht hebbend.

   

Chairman for the Commissioners of

Her Majesty's Customs and Excise

Directeur-Generaal voor Fiscale Zaken

V. Strachan

D.E. Witteveen

namens de Directeur-Generaal der Belastingen

H. Neppérus

Naar boven