Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

10.60.00 Tabak, ruwe en (gedeeltelijk) bereide tabak

12 De verpakking van tot verbruik uitgeslagen tabaksproducten.

12.1 Algemeen

Om de heffing van de accijns te waarborgen, is het voorhanden hebben van tabaksproducten in het vrije verkeer onderworpen aan regels. Tabaksproducten die in Nederland tot verbruik zijn uitgeslagen, moeten zijn voorzien van ongeschonden accijnszegels en zijn verpakt in verpakkingen die aan de eisen voldoen (WA, artikel 95). De accijnszegels moeten geldig zijn op het moment dat de tabaksproducten worden uitgeslagen tot verbruik

Deze voorwaarden gelden onder bepaalde voorwaarden niet voor een hoeveelheid tabaksproducten die door particulieren of reizigers voor eigen gebruik voorhanden is (URA, artikel 36, onderdelen a en b, zie onderdeel 70.20.00).

Naar boven

12.2 Wettelijk kader

De WA (artikel 78, vierde lid, onderdeel c) bepaalt dat er regels kunnen worden gesteld over:

  • de wijze van verpakking en de grootte en inhoud van de verpakking (URA, artikel 46 tweede en derde lid)

  • de gegevens die op de verpakking moeten worden vermeld (URA, artikel 46, eerste lid)

Aan de aard van de verpakkingen zijn eisen gesteld om te waarborgen dat verpakkingen niet met frauduleuze bedoelingen worden gebruikt

Voor de vorm en de opdruk van de accijnszegels wordt verwezen naar hoofdstuk 11.

Naar boven

12.3 Vermeldingen op de verpakking

Op de verpakking van tabaksproducten moeten de volgende gegevens worden vermeld (URA, artikel 46, eerste lid):

  1. de soort van het tabaksproduct

  2. de hoeveelheid van het tabaksproduct

  3. de naam van de aanvrager van de accijnszegels, of het nummer dat de inspecteur heeft vastgesteld

  4. het merk waaronder het tabaksproduct in de handel wordt gebracht

  5. een gecombineerde gezondheidswaarschuwing (Tabaks- en rookwarenbesluit artikel 3.2 eerste lid, op grond van Tabaks- en rookwarenwet, artikel 2, tweede lid).

De vereiste gegevens moeten op een duidelijk zichtbare en opvallende plaats op de verpakking worden vermeld. De vermeldingen bedoeld onder de letters a, b en c moeten ook op de accijnszegels voorkomen.

Het staat overigens vrij de verpakking ook te voorzien van andere vermeldingen, mits deze met het karakter van de verpakking overeenkomen. Die vermeldingen mogen er dus niet toe leiden dat wordt gehandeld in strijd met artikel 46 van de URA.

Naar boven

12.3.1 Merk tabaksproduct

Op de verpakking van tabaksproducten moet het merk voorkomen waaronder het tabaksproduct in de handel wordt gebracht. Dit is niet het fabrieks- of handelsmerk dat in de plaats komt van de naam van de aanvrager, maar het merk van het betrokken product.

Het merk hoeft niet op de accijnszegel te zijn vermeld, maar dit mag wel.

Naar boven

12.4 Bijpakken andere voorwerpen

Een verpakking van tabaksproducten mag geen andere voorwerpen bevatten dan tabaksproducten (URA, artikel 46, tweede lid). Door dit verbod worden moeilijkheden met betrekking tot de uitvoering van de WA, artikel 95, vermeden: namelijk verkoop tegen een lagere prijs dan die vermeld is op het aangebrachte accijnszegel.

Het bijpakken van vloeipapier in de verpakking van rooktabak is niet toegestaan.

Er wordt geen bezwaar gemaakt tegen het bijpakken van de volgende zaken:

  • mededelingen voor het publiek, bijvoorbeeld met betrekking tot de samenstelling van de tabaksproducten of hoe te handelen bij klachten

  • sierbanderollen of eenvoudige pijpjes in verpakkingen van sigaren

  • het nodige wisselgeld voor de verkoop uit automaten. Dit moet wel zo dat de verpakking daardoor niet of minimaal wordt geschonden. In elk geval mag de accijnszegel niet worden losgemaakt om het geld in de verpakking te kunnen doen.

  • bijvoorbeeld een aansteker bij een pakje sigaretten, mits de aansteker niet is bijgepakt in de gebruikelijke verpakking van de sigaretten. In dat geval moeten de aansteker en het pakje sigaretten separaat zijn samen gepakt. Daarnaast moet bij de verkoop van het geheel niet alleen de prijs van de sigaretten maar ook die van de aansteker in rekening worden gebracht.

  • plaatjes, informatieboekjes, en dergelijke die geen waarde vertegenwoordigen, voor zover het bijpakken niet geschiedt in de gebruikelijke verpakking van de tabaksproducten. Onder gebruikelijke verpakking verstaan we dat deel van de verpakking dat de tabaksproducten direct omhult. Het bijpakken daarvan tussen de verpakking van de tabaksproducten en het cellofaanpapier is wel toegestaan.

Naar boven

12.5 Later gebruik verpakking (voor andere doeleinden)

Met de verpakking van tabaksproducten mag geen later gebruik voor andere doeleinden worden beoogd, door (URA, artikel 46, derde lid):

  • de aard en vorm van de verpakking

  • aanduidingen op de verpakking die geen betrekking hebben op tabaksproducten

Deze bepaling voorkomt verkoop tegen een lagere prijs dan vermeld op het aangebrachte accijnszegel (WA, artikel 95).

Voorbeelden van niet-toegestane verpakkingen zijn:

  • gebruiksvoorwerpen zoals drinkglazen, asbakken, stapeldoosjes en etuis

  • voorwerpen die voor decoratie kunnen dienen en daartoe iets uitbeelden, zoals voorwerpen in de vorm van voetballen, dobbelstenen en dierfiguren

  • verpakkingen die van aanduidingen zijn voorzien zoals koffie, thee, specerijen, zout en suiker

Deze beperkingen sluiten dus niet het gebruik uit van sierlijk uitgevoerde dozen, kistjes, busjes, potten en dergelijke als verpakking. Ook niet wanneer de vereiste gegevens (URA, artikel 46, eerste lid) zijn vermeld op een sticker of etiket dat is bevestigd op die verpakking.

Naar boven