Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

30.20.00 Geregistreerde geadresseerde

5 Vrijstelling voor of vernietiging van accijnsgoederen

5.1 Uitslag tot verbruik met vrijstelling

De geregistreerde geadresseerde kan accijnsgoederen onder schorsing ontvangen die op grond van artikel 64 en/of artikel 65 van de WA zijn of worden vrijgesteld van accijns.

Naar boven

5.1.1 Vrijstelling op grond van artikel 64 van WA

Indien de geregistreerde geadresseerde onder schorsing van de accijns accijnsgoederen ontvangt die voldoen aan de voorwaarden genoemd in artikel 64 van de WA en de artikelen 12 tot en met 17 van het UBA, is er sprake van uitslag tot verbruik met vrijstelling.

In dat geval moet de geregistreerde geadresseerde, na het zenden van een bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 3, lid 3 van de UBA, de vrijstellingsbestemming en/of de afnemer van de accijnsgoederen in zijn administratie opnemen. De met vrijstelling tot verbruik uitgeslagen goederen worden niet in zijn weekaangifte opgenomen. Er ontstaat voor de accijnsgoederen waarvoor de vrijstelling wordt verleend geen verplichting tot de betaling van accijns en worden daarom niet opgenomen in de weekaangifte.

Naar boven

5.1.2 Vrijstelling op grond van artikel 65, lid 3 van WA

Indien de accijnsgoederen op grond van artikel 65 WA zijn of worden vrijgesteld van accijns kunnen er zich twee situaties voordoen.

  1. De geregistreerde geadresseerde is zelf in het bezit is van een vrijstellingsvergunning op de voet van artikel 65, lid 3 van de WA. In dit geval neemt de geregistreerde geadresseerde de accijnsgoederen in ontvangst en verwijst in zijn administratie naar de vrijstellingsvergunning (zie ook WA, artikel 5, lid 3, onderdeel b, en UBA, artikel 7, lid 2). De ontvangen accijnsgoederen moeten ook in de administratie die hoort bij de vrijstellingsvergunning worden opgenomen (UBA, artikel 18, lid 2).

  2. De afnemer van de geregistreerde geadresseerde heeft een vrijstellingsvergunning op de voet van artikel 65, lid 3 van de WA.

    In dat geval kunnen de accijnsgoederen overeenkomstig artikel 18 van het UBA met vrijstelling tot verbruik worden uitgeslagen. De geregistreerde geadresseerde stelt daartoe een verklaring op in tweevoud. In deze verklaring verklaart de afnemer/ vrijstellingsgenietende dat hij de accijnsgoederen gebruikt voor de doeleinden die in zijn vrijstellingsvergunning zijn vermeld. De verklaring in tweevoud wordt als volgt behandeld:

    • de afnemer/vrijstellingsgenietende ondertekent beide exemplaren

    • één exemplaar bewaart de geregistreerde geadresseerde bij zijn administratie

    • één exemplaar bewaart de afnemer/ vrijstellingsgenietende bij zijn administratie.

Dit geldt ook als de accijnsgoederen rechtstreeks worden afgeleverd bij een vrijstellingsgenietende (de afnemer van de geregistreerde geadresseerde).

De met vrijstelling tot verbruik uitgeslagen accijnsgoederen worden niet in de weekaangifte van de geregistreerde geadresseerde opgenomen. Er ontstaat voor de accijnsgoederen waarvoor de vrijstelling wordt verleend geen verplichting tot de betaling van accijns en worden daarom niet opgenomen in de weekaangifte.

Naar boven

5.1.3 Onherstelbaar verlies of vernietiging

Bij onder een accijnsschorsingsregeling geplaatste accijnsgoederen kan sprake zijn van algehele vernietiging of onherstelbaar verlies. Dit kan verband houden met de aard van de goederen (bijvoorbeeld verdamping), maar het kan ook worden veroorzaakt door niet te voorziene omstandigheden of overmacht, of ingevolge instructies van de inspecteur.

In het Handboek EMCS onderdeel 4.00.00 vindt u meer informatie over wat de vergunninghouder moet doen als hij bijvoorbeeld constateert dat een zending accijnsgoederen (deels) onherstelbaar is beschadigd. In onderdeel 5.00.00 van het Handboek EMCS vindt u meer informatie over hoe een vergunninghouder een verschil moet vermelden in het ontvangstbericht in EMCS.