Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

30.90.00 Douane-opslagregelingen

3 Opslag van accijnsgoederen in een ruimte die is aangewezen als particulier douane-entrepot en als AGP

3.1 Inleiding

In artikel 39 van het UBA is bepaald dat de opslagruimte van een vergunninghouder van een particulier douane-entrepot voor de opslag van accijnsgoederen onder schorsing van accijns kan worden aangewezen als AGP. Dit betekent dat in zo’n ruimte zowel niet-Unie- als Unie-accijnsgoederen kunnen worden opgeslagen.

De in deze ruimte opgeslagen niet-Unie-accijnsgoederen zijn geplaatst onder de regeling douane-entrepot. De vergunninghouder douane-entrepot heeft voor deze goederen aangifte gedaan volgens de regels van de (Unie) douanewetgeving die hierop van toepassing is.

Unie accijnsgoederen worden in de AGP opgeslagen onder schorsing van accijns. Op deze goederen is de accijnswetgeving van toepassing. Bij het verlaten van de AGP is er sprake van uitslag tot verbruik waarbij in beginsel de accijns verschuldigd wordt (WA, artikel 2, eerste lid, letter a), of worden de goederen onder schorsing van accijns overgebracht naar bijvoorbeeld een belastingentrepot (WA, artikel 2a, eerste lid, letter b).

In de ruimte die als particulier douane-entrepot en als AGP is aangewezen, kunnen ook tot verbruik uitgeslagen accijnsgoederen worden opgeslagen. Dit kunnen echter nooit goederen van dezelfde soort zijn als die waarvoor de AGP is aangewezen. Als de AGP is aangewezen voor bier, dan kan in de ruimte wel tot verbruik uitgeslagen wijn worden opgeslagen, maar geen tot verbruik uitgeslagen bier.

Naar boven

3.2 Bijzondere voorwaarden

Het is van belang steeds te kunnen vaststellen onder welk regime de accijnsgoederen zijn opgeslagen. Artikel 39, tweede lid van het UBA stelt dan ook bijzondere eisen aan de administratie. Deze eisen komen boven op de eisen die de (Unie) douanewetgeving en de accijnswetgeving in het algemeen stellen aan de administratieve organisatie en administratie van een douane-entrepot en van een AGP. Zie hiervoor het onderdeel 15.50.00, Douane-entrepots van het Handboek Douane, en het onderdeel 30.10.00, AGP, van dit Handboek.

De onder de regeling douane-entrepot opgeslagen niet-Unie accijnsgoederen kunnen in het vrije verkeer worden gebracht en vervolgens in de AGP worden opgeslagen. Er is dan geen sprake van invoer (WA, artikel 2, eerste lid, letter d). De aangever betaalt de accijns niet, onder de voorwaarde dat hij de goederen overbrengt naar de AGP. Als de ruimte is aangewezen als douane-entrepot en AGP, worden de accijnsgoederen niet fysiek verplaatst. Het in de administratie overboeken van het "douane-entrepotregime" naar het "AGP-regime" is voldoende om de goederen "in te slaan" in de AGP (UBA, artikel 39, derde lid). Deze handeling wordt beschouwd als een overbrenging door een geregistreerde afzender. Er is dan echter geen e-AD vereist (UBA, artikel 39, vierde 4).

Het is niet mogelijk accijnsgoederen over te boeken van de AGP naar de regeling douane-entrepot. Voor accijnsgoederen die bijvoorbeeld vanuit de AGP naar een derde land worden uitgevoerd, zal steeds een aangifte ten uitvoer en een e-AD moeten worden opgemaakt. Zie hiervoor het onderdeel 40.15.00, Overbrengen en EMCS, van dit Handboek en het Handboek EMCS.

Naar boven