Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

50.10.00 Vrijstellingen

6 Vrijstelling bij gebruik halfzware olie met GN-code 2710 19 21 (kerosine) voor bunkeren luchtvaartuigen

6.1 Wanneer is vrijstelling van accijns mogelijk

Vrijstelling van accijns kan worden verleend ter zake van de uitslag tot verbruik van halfzware olie als bedoeld in GN-code 2710 19 21 die wordt gebruikt voor de voortstuwing van luchtvaartuigen. Het leveren van minerale oliën voor dit doel wordt in de praktijk ook wel aangeduid als bunkeren (WA, artikel 66, lid 1, letter b). De halfzware olie bedoeld in GN-code 2710 19 21 wordt in de praktijk vaak kerosine, 'jet fuel' of ‘jet A1’ genoemd.

Als andere minerale oliën worden gebruikt dan die bedoeld in GN-code 2710 19 21, wordt de vrijstelling verleend door middel van een teruggaaf van accijns (WA, artikel 71d). De teruggaafregeling wordt behandeld in onderdeel 50.20.00, Teruggaven accijns, van dit Handboek.

Er kan alleen een beroep worden gedaan op de vrijstellingsregeling als het luchtvaartuig wordt gebruikt voor commerciële doeleinden. De vrijstelling geldt niet voor plezierluchtvaartuigen.

Als aan alle voorwaarden is voldaan, kan de eigenaar of exploitant van een luchtvaartuig de minerale oliën die hij voor zijn luchtvaartuig als brandstof gebruikt, met vrijstelling van accijns betrekken. Hiervoor heeft hij géén vergunning nodig.

Op basis van de beleidsregels accijnswetgeving is de vrijstelling van accijns ook van toepassing op halfzware olie die zich bevindt in de brandstoftank van een luchtvaartuig, niet zijnde een plezierluchtvaartuig, en die, voorafgaande aan een vlucht, wordt gebruikt voor het testen van dat luchtvaartuig. Hierbij kan gedacht worden aan het testen van de stuwkracht van de motoren door de motoren te laten draaien waarbij het luchtvaartuig vast gezet wordt. Vrijstelling is echter niet van toepassing als losse motoren getest worden.

Naar boven

6.2 Herkenningsmiddelen

Om voor vrijstelling in aanmerking te komen hoeft halfzware olie niet voorzien te zijn van herkenningsmiddelen. In vliegtuigbrandstof kunnen die namelijk leiden tot motorstoringen.

Naar boven

6.3 Luchtvaartuigen waarvoor de vrijstelling niet geldt

De vrijstelling is niet van toepassing op plezierluchtvaartuigen. Artikel 66, lid 3 van de WA verstaat onder een plezierluchtvaartuig: een luchtvaartuig dat wordt gebruikt door de eigenaar daarvan of door de natuurlijke of rechtspersoon die het gebruik daarvan geniet door huur of anderszins, voor andere dan commerciële doeleinden en met name voor andere doeleinden dan:

  • het vervoer van personen of goederen onder bezwarende titel (betaling)

  • het verrichten van diensten onder bezwarende titel (betaling)

  • het gebruik ten behoeve van overheidsinstanties

Deze betaling hoeft geen betaling in geld te zijn, maar kan ook bestaan uit een tegenprestatie. De betaling moet wel reëel zijn, dat wil zeggen dat de hoogte van de betaling in verhouding staat tot de prestatie.

De definities van pleziervaartuig en plezierluchtvaartuig zijn beide opgenomen in artikel 66, lid 3 WA, zij zijn naar inhoud en reikwijdte gelijk.

Of er sprake is van een plezierluchtvaartuig hangt af van de bestemming die de gebruiker van het vliegtuig daaraan geeft. Indien de eigenaar het luchtvaartuig verhuurt en de huurder het luchtvaartuig uitsluitend voor privédoeleinden gebruikt, is geen vrijstelling mogelijk (ook al is de verhuur op zich een commerciële activiteit). In de zogenaamde kleine luchtvaart worden de verschillende vluchten (starts en landingen) in een verplicht register door de havendienst bijgehouden. Hierbij wordt uitgegaan van de informatie over het doel van de vlucht die de gezagvoerder heeft gegeven.

Onder pleziervluchten vallen onder andere:

  • privé-vluchten

  • valschermvluchten die niet op commerciële basis plaatsvinden

  • zweefsleepvluchten

  • les- en oefenvluchten die niet op commerciële basis plaatsvinden

Naar boven

6.4 Luchtvaartuigen waarvoor de vrijstelling wel geldt

De vrijstelling van accijns is van toepassing op halfzware olie die wordt gebruikt voor de voorstuwing van luchtvaartuigen, andere dan plezierluchtvaartuigen, die voor commerciële doeleinden:

  • personen of goederen vervoeren onder bezwarende titel (betaling)

  • diensten verrichten onder bezwarende titel (betaling)

  • gebruikt worden ten behoeve van overheidsinstanties

Levering onder bezwarende titel kan bestaan uit een betaling of een tegenprestatie.

Naar boven

6.4.1 Vervoer van personen onder bezwarende titel

Bij het vervoer van personen onder bezwarende titel moet worden gedacht aan:

  • chartervluchten

  • taxivluchten

  • positievluchten

  • zakenvluchten

  • positie(bedrijfs)vluchten

  • rondvluchten

  • andere bedrijfsvluchten

Dit soort vluchten wordt met name uitgevoerd door de kleine luchtvaart. Onder de 'grote luchtvaart' worden de lijndiensten (en chartervluchten) van de grote luchtvaartmaatschappijen verstaan.

Naar boven

6.4.2 Diensten onder bezwarende titel

Bij het verrichten van diensten onder bezwarende titel moet worden gedacht aan:

  • fotovluchten (bedrijfsmatig, in opdracht)

  • milieu-inspectievluchten

  • spuitvluchten

  • brandpreventievluchten

  • reclamesleepvluchten

  • proefvluchten, testvluchten en technische vluchten door of in opdracht van onderhoudsbedrijven

  • lesvluchten en oefenvluchten op commerciële basis, bijvoorbeeld door vliegscholen

De vrijstelling komt alleen in beeld als het vliegen noodzakelijk is voor de dienstverlening.

Naar boven

6.4.3 Gebruik ten behoeve van overheidsinstanties

Bij gebruik ten behoeve van overheidsinstanties moet worden gedacht aan:

  • politievluchten

  • militaire vluchten

Naar boven

6.5 Vluchten waarvoor de vrijstelling geldt

De vrijstelling van accijns geldt voor halfzware olie die in Nederland in de brandstoftanks van een luchtvaartuig, niet zijnde een plezierluchtvaartuig, is afgeleverd en die wordt gebruikt voor de voortstuwing van dat luchtvaartuig.

Naar boven

6.5.1 Voorbeelden beoordeling vrijstelling

Voorbeeld 1

Een ondernemer in de luchtvaart verhuurt een van zijn vliegtuigen aan een vlieger voor het maken van een privé-vlucht. Dit vliegtuig vliegt op halfzware olie. De activiteit van de verhuurder is aan te merken als het verrichten van een dienst en dus als commercieel, maar de huurder gebruikt het vliegtuig voor een particuliere pleziervlucht. Omdat de huurder het vliegtuig niet gebruikt voor commerciële doeleinden, kan er geen vrijstelling worden verleend.

Voorbeeld 2

Een vlieger huurt bij een luchtvaartbedrijf of een vliegclub een vliegtuig voor het maken van een oefenvlucht om zijn vliegwaardigheid op een hoger peil te brengen. Dit vliegtuig vliegt op halfzware olie. De verhuur is een commerciële activiteit, maar de vrijstelling moet worden beoordeeld vanuit de gebruiker, in dit geval de huurder. De huurder gebruikt het vliegtuig niet voor commerciële doeleinden. De vrijstelling is dus niet van toepassing.

Voorbeeld 3

Leerling-vliegers krijgen tegen betaling van een vergoeding aan de instructeur vliegles. Het betreft vliegtuigen die voor lesdoeleinden ter beschikking worden gesteld aan personen die van het zelf besturen van vliegtuigen hun hobby willen maken. Deze personen gebruiken het vliegtuig in het kader van een opleiding voor privédoeleinden en daardoor niet voor commerciële doeleinden. Het volgen van die lessen op zich dient geen commercieel doel. De vrijstelling is dus niet van toepassing (HR nr. 41009, d.d. 24 juni 2005).

Voorbeeld 4

Een onderneming gebruikt een aan haar toebehorend vliegtuig voor het vervoer van haar personeelsleden naar klanten en beurzen. Ondanks dat het personeel voor zakelijke doeleinden naar beurzen en klanten gaat, is de vrijstelling niet van toepassing. Omdat het personeel niet betaalt voor de vlucht is er geen sprake van het verrichten van een luchtvaartdienst onder bezwarende titel door deze onderneming (HvJ C-79/10).

Voorbeeld 5

Een onderneming huurt bij een luchtvaartbedrijf een vliegtuig voor het vervoer van haar personeelsleden naar klanten en beurzen. De verhuur is een commerciële activiteit, maar de vrijstelling moet worden beoordeeld vanuit de gebruiker, in casu de huurder. Ondanks dat het personeel voor zakelijke doeleinden naar beurzen en klanten gaat, is de vrijstelling niet van toepassing. Omdat het personeel niet betaalt voor de vlucht is er geen sprake van het verrichten van een luchtvaartdienst onder bezwarende titel door deze onderneming.

Let op!

voorbeeld 4 en 5 laten zien dat er in die situatie geen verschil is tussen vliegen met een eigen vliegtuig en vliegen met een gehuurd vliegtuig. In beide gevallen wordt het vliegtuig niet gebruikt voor commerciële doeleinden. De vrijstelling is dus niet van toepassing.

Naar boven

6.6 Teruggaaf bij gebruik van andere minerale oliën dan GN-code 2710 19 21 voor bunkeren luchtvaartuigen

Vrijstelling van accijns kan in principe alleen worden verleend voor de minerale oliën bedoeld in GN-code 2710 19 21. Voor andere minerale oliën kan op verzoek wel teruggaaf van accijns worden verleend als die olie is afgeleverd in de brandstoftanks van, en is gebruikt voor de voortstuwing van, luchtvaartuigen, andere dan plezierluchtvaartuigen (WA, artikel 71d).

Deze teruggaaf wordt behandeld in onderdeel 50.20.00, Teruggaven accijns, van dit Handboek.

Naar boven