Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

110.00.17 Convenant inzake samenwerking tussen Belastingdienst Douane Informatiecentrum (DIC) en Korps Landelijke Politie Diensten/Dienst Nationale Recherche Informatie (KLPD/NRI)

1 Convenant inzake samenwerking tussen Belastingdienst Douane Informatiecentrum (DIC) en Korps Landelijke Politie Diensten/Dienst Nationale Recherche Informatie (KLPD/NRI)

Partijen:

De Belastingdienst/Douane Informatiecentrum, gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen DIC, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw Paulien Ch. Klein Bog in haar hoedanigheid als Hoofd van het DIC

en

het Korps Landelijke Politiediensten, gevestigd te Driebergen, hierna te noemen KLPD, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Minze A. Beuving, in zijn hoedanigheid als Korpschef van het KLPD;

Overwegende:

  • dat als vervolg op de uitkomsten van het rapport van de "Tijdelijke Commissie evaluatie opsporingsmethoden" onder meer inventariserend onderzoek is verricht naar de bijzondere risico’s die de positie van Nederland als distributieland met zich meebrengt voor het binnenkomen van criminele goederen;

  • dat in het naar aanleiding van dit onderzoek uitgebrachte rapport d.d. 6 oktober 2000 onder meer wordt aanbevolen een medewerker van het DIC te detacheren bij de divisie CRI (thans te lezen als de Dienst Nationale Recherche Informatie, verder te noemen NRI);

  • dat nadere besprekingen tussen beide diensten tot de constatering hebben geleid dat zodanige detachering dienstig kan zijn voor de taakuitvoering van zowel DIC als NRI en kan plaatsvinden binnen de formeel wettelijke kaders die voor beide diensten gelden;

  • dat detachering van een medewerker van het DIC niet van invloed zal zijn op de werkzaamheden van de eveneens bij NRI gedetacheerde medewerker van de FIOD, wier detachering tot doel heeft de uitwisseling van informatie ten behoeve van opsporingsactiviteiten;

komen als volgt overeen:

Naar boven

1.1 Artikel 1. Onderwerp

  1. Het DIC zal gedurende in beginsel drie dagen per week, onder de in de navolgende artikelen neergelegde voorwaarden, één van zijn medewerkers detacheren bij NRI.

  2. Partijen kunnen, wanneer de omstandigheden daartoe aanleiding geven, in onderling overleg overeenkomen de duur van de detachering per week, al dan niet tijdelijk, te verkorten of te verlengen.

Naar boven

1.1.1 Artikel 2. Doelstelling

De in artikel 1 bedoelde detachering heeft tot doel

  1. voor wat betreft de Belastingdienst:

    • veredeling van de uit justitiële onderzoeken te genereren algemene informatie tot praktische hulpmiddelen bij het instellen van risicoprofielen;

    • analyse van gegevens met het oog op detectie van trends, patronen en modi operandi op het gebied van illegale goederenstromen;

    • evaluatie van verkregen en verstrekte informatie omtrent trends en patronen met het oog op de verkrijging van operationeel relevante informatie;

    • beschikbaarheid van een aanspreekpunt voor de Douane voor (de doorgeleiding van) vragen aan de Nederlandse Politie.

  2. voor wat betreft NRI:

    • verbetering van kennis over en inzicht in de mogelijke gevolgen van logistieke processen en logistieke stromen die zich in het internationale goederenverkeer voordoen, met het oog op de inrichting van justitiële onderzoeken;

    • evaluatie van verkregen en verstrekte informatie omtrent trends en patronen met het oog op de verkrijging van operationeel relevante informatie;

    • beschikbaarheid van een aanspreekpunt voor (de doorgeleiding van) vragen van de Nederlandse Politie aan de Douane.

Naar boven

1.1.2 Artikel 3. Aansturing en werkafspraken

  1. De medewerker van het DIC is gedurende zijn detachering werkzaam voor NRI en wordt, binnen de grenzen van de in artikel 2 genoemde doelstelling, werkinhoudelijk aangestuurd door of namens het Hoofd van NRI, ten einde toegang te kunnen krijgen tot de relevante politie-registers.

  2. De medewerker van het DIC zal, in rechtspositioneel opzicht, in dienst blijven van het DIC.

  3. De detachering zal op generlei wijze leiden toe verrekening van welke kosten ook.

  4. NRI zal de medewerker van het DIC gedurende zijn detachering een werkplek bieden in het kantoor van NRI te Zoetermeer overeenkomstig de gebruikelijk binnen NRI gehanteerde normen.

  5. NRI zal ervoor zorgdragen dat de medewerker van het DIC na met goed gevolg te zijn gescreend, geautoriseerd zal worden voor rechtstreekse toegang tot de voor zijn taakuitoefening noodzakelijke politieregisters.

  6. Praktische werkafspraken, onder meer op het terrein van roosterindeling, verlof en eventueel ziekmelding, zullen in onderlinge afstemming plaatsvinden.

Naar boven

1.1.3 Artikel 4. Informatie-uitwisseling

  1. De medewerker van het DIC zal voor wat betreft de verstrekking van informatie vanuit de politie aan de Douane, zijn gebonden aan de ter zake geldende wettelijke voorschriften, met name de Wet Politieregisters. Hij zal slechts informatie aan het DIC c.q. de Douane verstrekken na verkregen toestemming door of namens het Hoofd NRI.

  2. De medewerker van het DIC zal voor wat betreft de verstrekking van informatie vanuit de Douane aan de politie, zijn gebonden aan de ter zake geldende wettelijke voorschriften.

Naar boven

1.1.4 Artikel 5. Verslaglegging en evaluatie

  1. De medewerker van het DIC brengt per kwartaal een activiteitenverslag uit aan partijen, waarin de bereikte resultaten, uitgedrukt in de termen van de in artikel opgenomen doelstellingen, worden vermeld.

  2. Na verloop van een half jaar en vervolgens jaarlijks wordt een evaluatie tussen partijen gehouden ten behoeve van de toetsing van de activiteiten aan de doelstelling.

  3. De medewerker van het DIC overlegt maandelijks een tijdwerkregistratie aan het Hoofd van het DIC, waaruit blijkt voor welke werkzaamheden hij is ingezet.

Naar boven

1.1.5 Artikel 6. Voorlichting en contacten met de media

  1. Partijen zullen terughouden zijn met het geven van informatie aan derden over de werkzaamheden en de resultaten van de samenwerking.

  2. Over voorlichtingsactiviteiten en contacten met de media met betrekking tot zaken waarin beide partijen gemoeid zijn, wordt steeds tijdig vooraf overleg gevoerd tussen partijen.

Naar boven

1.1.6 Artikel 7. Aansprakelijkheid

Voor door de medewerker van het DIC tijdens zijn detachering veroorzaakte schade aan personen of goederen zal het DIC aansprakelijk zijn indien de schade het gevolg is van grove schuld of nalatigheid dan wel opzet van de betrokken medewerker.

Naar boven

1.1.7 Artikel 8. Inwerkingtreding, looptijd en beëindiging

  1. Het convenant treedt in werking op 1 april 2002

  2. Het convenant wordt voor onbepaalde tijd aangegaan en eindigt op een door partijen overeen te komen tijdstip.

  3. Beëindiging is, met inachtneming van een opzegtermijn van twee weken, tevens mogelijk na opzegging door één der partijen.

In tweevoud opgesteld en ondertekend.

Rotterdam, 9 april 2002

   

Het Hoofd van het DIC

De Korpschef van het KLPD,

voor deze

Diensthoofd KLPD,

P. Ch. Klein Bog

S.B. Bloemsma

Naar boven