Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

2.50.00 Geautoriseerde marktdeelnemer

5 Rechtsgevolgen van het AEO-certificaat

De AEO-status wordt door de douaneautoriteiten van alle lidstaten erkend. De douaneautoriteiten verlenen op grond van deze erkenning toestemming aan de AEO-houder om van douanevereenvoudigingen gebruik te maken, mits deze aan de voorwaarden van deze vereenvoudigingen voldoet.
(artikel 5bis, lid 1 CDW)

Volgens artikel 14ter, lid 5 TVo. CDW worden AEO faciliteiten (zie paragraaf 1.3) alleen verleend aan een AEO-houder, wanneer deze de vereiste certificaatnummers aan de Douane verstrekt. Dit is echter niet meer nodig door de invoering van het EORI-nummer. Door de koppeling van EORI met de AEO-database hoeft geen AEO-certificaatnummer meer te worden vermeld in de summiere aangifte en de douaneaangifte.

Naar boven

5.1 Geldigheid en herbeoordeling

Het AEO-certificaat wordt van kracht op de tiende werkdag na de datum van afgifte, het wordt in alle lidstaten erkend en heeft een onbepaalde geldigheidsduur. Het verleent niet het recht om in andere lidstaten automatisch in aanmerking te komen voor in de douanewetgeving vastgelegde vereenvoudigingen.

De douaneautoriteiten moeten er echter op toezien, dat de geautoriseerde marktdeelnemer blijft voldoen aan de voor hem geldende voorwaarden en criteria.

In de volgende gevallen gaat de douaneautoriteit van afgifte over tot een herbeoordeling over of nog aan de voorwaarden en criteria wordt voldaan:

  • het toepasselijke EU-recht heeft aanzienlijke wijzigingen ondergaan;

  • er bestaat een redelijke aanwijzing, dat de geautoriseerde marktdeelnemer niet langer aan de voorwaarden en criteria voldoet.

In het geval van een certificaat dat is afgegeven aan een minder dan drie jaar gevestigde aanvrager, wordt in het eerste jaar na de afgifte een nauwlettend toezicht verricht.

Bij een herbeoordeling kan de douaneautoriteit van afgifte op dezelfde wijze als bij het aanvankelijke onderzoek door een deskundige verstrekte conclusies aanvaarden op een van de onder paragraaf 4.3.1 genoemde gebieden.

De uitslag van de herbeoordeling wordt meegedeeld aan de douaneautoriteiten van alle lidstaten, met behulp van het communicatiesysteem dat in het kader van de AEO-certificering in overleg tussen de Europese Commissie en de douaneautoriteiten is opgezet (zie paragraaf 4.6.3).
(artikel 14octodecies TVo. CDW)

Naar boven

5.2 Schorsing van de status

5.2.1 Algemeen

Als niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden en criteria voor de AEO status, of als bepaalde omstandigheden zich voordoen, kan de status worden geschorst. Deze schorsing gaat afhankelijk van de situatie al dan niet direct in. De schorsing kan bepaalde consequenties hebben voor bepaalde vergunningen of douanevereenvoudingen. Bij een AEO-combicertificaat kan de schorsing gedeeltelijk zijn. De schorsing kan op initiatief van de Douane plaatsvinden, maar in sommige gevallen ook op verzoek van de marktdeelnemer.

Schorsing gaat in een aantal gevallen vooraf aan intrekking van het certificaat, in andere gevallen kan intrekking van het certificaat zonder voorafgaande schorsing van de status plaatsvinden.

Naar boven

5.2.2 Schorsing op initiatief van de Douane

De AEO-status wordt in de volgende gevallen door de douaneautoriteit van afgifte geschorst:

  1. de voor het AEO certificaat geldende voorwaarden en criteria worden niet nageleefd;

  2. de Douane heeft voldoende redenen om aan te nemen dat zich feiten hebben voorgedaan, die tot een strafrechtelijke vervolging aanleiding geven en die verband houden met een overtreding van de douanewetgeving door de AEO-houder. In dit geval kan de Douane echter besluiten de status niet te schorsen, als zij de overtreding als van weinig belang beschouwt in verhouding tot het aantal en de omvang van de douanegerelateerde activiteiten van de AEO-houder en de overtreding geen twijfel heeft doen ontstaan over diens goede trouw.

Voordat de Douane tot schorsing besluit, deelt zij haar bevindingen aan de AEO-houder mede. Deze is gerechtigd binnen 30 kalenderdagen vanaf die mededeling de situatie te corrigeren en/of zijn standpunt kenbaar te maken. De mededeling van de Douane is geen beschikking en dus niet voor bezwaar vatbaar.

Als de voor het certificaat geldende voorwaarden en criteria niet worden nageleefd (hierboven situatie a), en de houder van het certificaat deze situatie niet binnen de termijn van 30 kalenderdagen regulariseert, deelt de bevoegde douaneautoriteit de betrokken marktdeelnemer mede, dat de status van geautoriseerde marktdeelnemer voor een periode van 30 kalenderdagen is geschorst, opdat deze de nodige maatregelen kan nemen om de situatie te regulariseren. De mededeling wordt met behulp van het eerder genoemde communicatiesysteem ook gezonden aan de douaneautoriteiten van de andere lidstaten. De mededeling aan de betrokken AEO-houder is een beschikking waartegen bezwaar kan worden gemaakt.

Wanneer de betrokken marktdeelnemer niet in staat is de situatie binnen 30 dagen te regulariseren, maar kan aantonen dat aan de voorwaarden kan worden voldaan, als de schorsingstermijn wordt verlengd, schorst de bevoegde douaneautoriteit de status nogmaals voor 30 kalenderdagen. Ook dit is een beschikking waartegen bezwaar kan worden gemaakt.

De schorsing gaat echter direct in wanneer dit wegens de aard en de omvang van het risico voor de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu noodzakelijk is.

De lidstaat die tot schorsing besluit, deelt dit de douaneautoriteiten van de andere lidstaten onmiddellijk mede met behulp van het eerder genoemde communicatiesysteem.

Wanneer de houder van een AEO-certificaat een hierboven onder situatie b genoemd feit heeft gepleegd, schorst de douaneautoriteit van afgifte de status van geautoriseerde marktdeelnemer voor de duur van de rechtzaak. Zij deelt dit aan de houder van het certificaat mede. De mededeling wordt ook gezonden aan de douaneautoriteiten van de andere lidstaten. De mededeling aan de houder van het certificaat is een beschikking waartegen bezwaar kan worden gemaakt.
(artikel14 novodecies TVo. CDW)

Naar boven

5.2.3 Gevolgen schorsing/gedeeltelijke schorsing

De schorsing is niet van invloed op douaneregelingen die reeds waren begonnen toen de schorsing inging en die nog niet zijn beëindigd.

De schorsing is niet automatisch van invloed op vergunningen die zonder verwijzing naar het AEO-certificaat zijn verleend, tenzij de redenen van de schorsing ook relevant zijn voor die vergunningen.

De schorsing is niet automatisch van invloed op vergunningen voor het gebruik van douanevereenvoudigingen die op grond van het AEO-certificaat zijn verleend en waarvoor nog aan de voorwaarden wordt voldaan.

Als sprake is van een AEO-combicertificaat en de betrokken marktdeelnemer slechts niet voldoet aan de criteria voor de passende veiligheidsnormen, wordt de AEO-status gedeeltelijk geschorst en kan op verzoek van de marktdeelnemer een nieuw AEO certificaat "douanevereenvoudigingen" worden afgegeven. Zowel de gedeeltelijke schorsing als de verlening van het nieuwe certificaat zijn beschikkingen waartegen bezwaar mogelijk is.
(artikel 14vicies TVo. CDW)

Ook van deze gedeeltelijke schorsing en - in voorkomend geval - afgifte van een nieuw AEO-certificaat zal mededeling moeten worden gedaan aan de douaneautoriteiten van de andere lidstaten.
(artikel 14novodecies en artikel 14septdecies TVo. CDW)

Naar boven

5.2.4 Intrekking schorsing

Wanneer de AEO-houder ten genoegen van de douaneautoriteit de nodige maatregelen heeft getroffen om aan de voorwaarden en criteria voor een AEO-certificaat te voldoen, trekt de douaneautoriteit van afgifte de schorsing in en deelt zij dit de betrokken marktdeelnemer en de overige lidstaten mee met behulp van de in paragraaf 4.6.3 genoemde AEO-database. De mededeling van intrekking van de schorsing is een beschikking waartegen bezwaar kan worden gemaakt.

De schorsing kan worden ingetrokken voordat de termijn van schorsing of de verlengde termijn van schorsing verstrijkt.

Als de status gedeeltelijk was geschorst, dan doet de douaneautoriteit van schorsing de geldigheid van het geschorste certificaat weer ingaan. Zij trekt dan het certificaat "douanevereenvoudigingen" weer in. Ook tegen deze beschikkingen is bezwaar mogelijk.

Wanneer de betrokken marktdeelnemer binnen de vastgestelde schorsingstermijn niet de nodige maatregelen treft, trekt de douaneautoriteit van afgifte het AEO-certificaat in en deelt zij dit onmiddellijk mede aan de douaneautoriteiten van de andere lidstaten middels het hierboven genoemde communicatiesysteem. Als sprake was van gedeeltelijke schorsing, dan wordt het oorspronkelijke certificaat ingetrokken en is slechts het AEO-certificaat "douanevereenvoudigingen" geldig. Tegen al deze beschikking kan men bezwaar maken.
(artikel 14unvicies TVo. CDW)

Naar boven

5.2.5 Schorsing op verzoek

Als de geautoriseerde marktdeelnemer tijdelijk niet in staat is aan de gestelde criteria te voldoen, kan hij om schorsing van de AEO-status verzoeken. In dat geval deelt hij dit de douaneautoriteit van afgifte mee en vermeldt hij de datum waarop hij opnieuw aan de criteria kan voldoen.
Ook stelt hij deze douaneautoriteit in kennis van de voorgenomen maatregelen en van het tijdschema voor uitvoering ervan.

De douaneautoriteit van afgifte deelt dit weer mede aan de douaneautoriteiten van de andere lidstaten.

Als de AEO-houder de situatie niet binnen de door hem genoemde termijn kan regulariseren, kan de douaneautoriteit van afgifte een redelijke verlenging toestaan, mits de AEO-houder te goeder trouw is. Ook deze verlenging wordt weer meegedeeld aan de douaneautoriteiten van de andere lidstaten.

In alle andere gevallen wordt het AEO-certificaat ingetrokken en deelt de douaneautoriteit van afgifte dit onmiddellijk mede aan de douaneautoriteiten van de andere lidstaten.

Als de vereiste maatregelen niet binnen de schorsingstermijn worden genomen, trekt de douaneautoriteit van afgifte het certificaat in.
(artikel 14duovicies TVo. CDW)

Tegen alle beschikkingen die de douane in dit verband neemt (het zal dan met name gaan om de afwijzing van het verzoek, het niet toestaan van de verlenging, de intrekking en de gedeeltelijke schorsing) is bezwaar mogelijk.

Naar boven

5.3 Intrekking van het AEO-certificaat

Hierboven werden al twee situaties beschreven waarin het AEO-certificaat moet worden ingetrokken, namelijk als binnen de (al dan niet verlengde) schorsingstermijn niet de vereiste maatregelen worden genomen om de situatie te regulariseren.

Het AEO-certificaat wordt ook in de volgende situaties ingetrokken:

  1. De geautoriseerde marktdeelnemer heeft een ernstige overtreding van de douanevoorschriften begaan en er is geen verder recht tot beroep; In dit geval kan de Douane echter besluiten, het AEO-certificaat niet in te trekken, als zij de overtreding als van weinig belang beschouwt in verhouding tot het aantal en de omvang van de douanegerelateerde activiteiten van de AEO-houder en de overtreding geen twijfel heeft doen ontstaan over diens goede trouw.

  2. Op verzoek van de geautoriseerde marktdeelnemer.

De intrekking wordt op de dag na de mededeling ervan van kracht.

Als er sprake is van een AEO-combicertificaat en de AEO-houder slechts niet voldoet aan de voorwaarden met betrekking tot de passende veiligheidsnormen, wordt dit certificaat ingetrokken en wordt een nieuw AEO-certificaat "douanevereenvoudigingen" afgegeven.

De douaneautoriteit van afgifte stelt de douaneautoriteiten van de andere lidstaten onmiddellijk in kennis van de intrekking met behulp van het eerder genoemde communicatiesysteem.
(artikel 14tervicies, lid 1 tot en met 3 TVo. CDW)

De intrekkingsgrond kan van belang zijn voor een hernieuwde aanvraag voor een AEO-certificaat.

Als het certificaat namelijk is ingetrokken omdat:

  • bij schorsing op initiatief van de douaneautoriteit, de AEO-houder niet binnen de schorsingstermijn de maatregelen neemt om aan de voorwaarden en criteria voor het AEO-certificaat te voldoen;

  • de AEO-houder een ernstige overtreding van de douanevoorschriften heeft begaan en er geen verder recht tot beroep is,

dan kan de marktdeelnemer binnen drie jaar na de intrekking geen nieuwe aanvraag indienen. Doet zij dit toch, dan is dit reeds een dwingende grond om de aanvraag af te wijzen.
(artikel 14tervicies, lid 4 en a rtikel 14septies, letter d TVo. CDW)

Naar boven