Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

7.00.00 Niet-preferentiele oorsprongsregels

3 Bindende oorsprongsinlichtingen

3.1 Algemeen

Op grond van artikel 12 CDW kunnen de douaneautoriteiten binnen de Europese Unie sinds 1 januari 1997 een Bindende Oorsprongs Inlichting (BOI) afgeven. Een BOI kan zowel van toepassing zijn op de niet-preferentiële oorsprong als op de preferentiële oorsprong. Zie ook Hoofdstuk 5 van onderdeel 8.00.00 van dit Handboek. In artikel 12 van het CDW en in de artikelen 5 tot en met 14 TVo.
CDW zijn de bepalingen neergelegd die betrekking hebben op zowel de Bindende Tarief Inlichting (BTI) als de Bindende Oorsprong Inlichting (BOI). De BTI blijft in dit hoofdstuk buiten beschouwing. Hiervoor wordt verwezen naar onderdeel 4.10.00 van het dit Handboek.
Een BOI is het schriftelijke, bindende antwoord op de vraag wat de oorsprong is van het door de aanvrager gedetailleerd omschreven product. Deze omschrijving omvat onder andere gegevens over de aard en samenstelling van het product, de wijze waar op het product wordt vervaardigd, de waardeverhoudingen tussen de bij de vervaardiging gebruikte verschillende materialen alsmede de goederencodes van de gebruikte materialen. Welke gegevens precies nodig zijn is afhankelijk van de oorsprongsregels die van toepassing zijn.
Een BOI kan door iedereen worden aangevraagd mits er sprake is van een (voorgenomen) concrete in- of uitvoertransactie en is bindend voor de douaneautoriteiten van alle lidstaten van de Europese Unie. Een BOI is geldig gedurende een periode van drie jaar na de datum van afgifte.

Hierna komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • functie BOI (paragraaf 3.1.1);

  • reikwijdte BOI (paragraaf 3.1.2);

  • instantie van afgifte in Nederland (paragraaf 3.1.3).

Naar boven

3.1.1 Functie BOI

Een BOI kan marktdeelnemers zekerheid bieden omtrent de oorsprong van producten die men voornemens is te gaan importen of te exporteren. Men is dan voordat een handelstransactie wordt aangegaan (bijvoorbeeld voordat een order wordt geplaatst of de productie wordt gestart) zeker van de oorsprong van een product en daarmee dus over het al dan niet bestaan van eventuele handelsbeperkende maatregelen of extra verplichtingen die zijn gerelateerd aan de oorsprong van het product.
Een BOI kan echter niet als vervanging dienen van uit hoofde van wettelijke bepalingen te overleggen oorsprongsbewijzen.

Ook kan de BOI een rol spelen in gevallen waarin weliswaar geen oorsprongsbewijs is voorgeschreven, maar van de importeur of van de exporteur door de douaneautoriteiten een onderbouwing van de aangegeven oorsprong wordt verlangd. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen wanneer op een product een anti-dumpingrecht van toepassing is indien het van oorsprong is uit land A terwijl de aangever/importeur claimt dat het product van oorsprong is uit land B. In dat geval kan een BOI als onderbouwing dienen van de aangegeven oorsprong bij invoer of uitvoer of - bijvoorbeeld - de aanvraag van een invoervergunning of een invoercertificaat (zie paragraaf 3.2.2). Voor wat betreft de niet-preferentiële oorsprong kan de Douane uitsluitend bij invoer met een beroep op een BOI worden geconfronteerd. Bij export kan een BOI worden overgelegd bij de Kamer van Koophandel voor de afgifte van niet-preferentiële certificaten van oorsprong.

Naar boven

3.1.2 Reikwijdte BOI

Een BOI geldt alleen voor het daarin omschreven product. Bovendien moeten alle feiten en omstandigheden die voor de oorsprong relevant zijn, exact gelijk zijn aan die welke in de BOI zijn omschreven. Deze feiten en omstandigheden worden bij de afgifte van een BOI niet gecontroleerd. De BOI wordt namelijk afgegeven op basis van de door de de aanvrager van de BOI verstrekte gegevens. Dit betekent dat de houder van de BOI (de rechthebbende) wanneer hij bij invoer een beroep doet op een BOI, desgevraagd moet aantonen dat:

  • het in te voeren product volstrekt identiek is aan het product dat in de BOI is omschreven;

  • de feiten en omstandigheden zoals die in de BOI zijn vermeld correct zijn.

Voorbeeld

Rechthebbende beweert dat het product van oorsprong uit Taiwan is. Volgens de BOI is uitsluitend gebruik gemaakt van materialen van oorsprong uit Taiwan. Desgevraagd zal de rechthebbende bij het inroepen van de rechtskracht van de BOI bewijzen moeten overleggen voor de oorsprong van die gebruikte materialen.

Naar boven

3.1.3 Instantie van afgifte in Nederland

Het douanekantoor Nijmegen/Landelijk Oorsprong Team vervult een centrale rol bij de afgifte van de BOI. Alle aanvragen ter verkrijging van een BOI die in Nederland in behandeling zijn en alle in Nederland afgegeven BOI’s worden alhier geregistreerd. Ook de communicatie binnen het samenwerkingsverband tussen de Douane, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Kamer van Koophandel (zie paragraaf 3.2.1) wordt door het douanekantoor Nijmegen/Landelijk Oorsprong Team gecoördineerd. Daarnaast verzorgt men hier de communicatie met de Europese Commissie met betrekking tot de in Nederland afgegeven Bindende Oorsprongs Inlichtingen.

Naar boven

3.2 Procedures en ambtelijke werkzaamheden

In deze paragraaf komen de volgende procedures en ambtelijke werkzaamheden aan de orde:

  • BOI aanvragen en afgeven (paragraaf 3.2.1);

  • BOI aanvaarden (paragraaf 3.2.2).

Naar boven

3.2.1 BOI aanvragen en afgeven

De afgifte van Bindende Oorsprongs Inlichtingen is in Nederland gecentraliseerd op het douanekantoor Nijmegen/Landelijk Oorsprong Team. De aanvraag voor een BOI moet worden ingediend op het volgende adres:

Belastingdienst/Douane Nijmegen
Landelijk Oorsprong Team
Postbus 3070
6401 DN Heerlen

De aanvraag moet schriftelijk worden ingediend. Een overzicht van de bij de aanvraag te verstrekken gegevens kan desgewenst digitaal worden opgevraagd bij het douanekantoor Nijmegen/Landelijk Oorsprong Team(helpdesk.oorsprongszaken@belastingdienst.nl). Voor de afgifte van een BOI zijn in beginsel geen kosten verschuldigd. Het formulier waarop de BOI wordt afgegeven is opgenomen in bijlage 1bis van de TVo. CDW.

Op grond van artikel 12 CDW moet een BOI worden verstrekt binnen 150 dagen. Deze termijn gaat in op het moment dat de aanvraag alle gegevens bevat die voor het vaststellen van de oorsprong relevant zijn. De aanvrager wordt ingelicht over de datum waarop de aanvraag is aanvaard.

De inhoudelijke beoordeling van de aanvragen vindt plaats binnen een samenwerkingsverband tussen de Douane, de Kamer van Koophandel en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In bepaalde situaties kan een BOI tussentijds worden ingetrokken. Dit kan bijvoorbeeld als de oorsprongscriteria zijn gewijzigd of de BOI is verstrekt op grond van onjuiste of onvolledige gegevens van de aanvrager.

Naar boven

3.2.2 BOI aanvaarden

Voor de aanvaarding van een BOI zijn de volgende aspecten van belang:

  • Een importeur of exporteur kan uitsluitend een beroep doen op het bindende karakter van een BOI wanneer hij in vak 4 van het BOI-formulier als houder is vermeld. Een beroep op een aan een ander afgegeven BOI (ook al heeft deze betrekking op identieke producten, mag u niet honoreren. Uitsluitend de houder van de BOI is rechthebbende.

  • Het in de BOI omschreven product moet volstrekt identiek zijn aan het product waarvoor de BOI wordt ingeroepen.

  • U mag alleen een BOI aanvaarden wanneer alle feiten en omstandigheden die voor de oorsprong relevant zijn, exact gelijk zijn aan de gegevens die in de BOI zijn omschreven. Welke feiten en omstandigheden relevant zijn hangt af van de oorsprongsregels die op het product van toepassing zijn.

  • Aangezien het om een juridisch bindende inlichting gaat, moet u deze ook aanvaarden in gevallen waarin het in de BOI neergelegde oordeel niet overeenkomt met uw eigen oordeel over de oorsprong. Wanneer u dergelijke gevallen constateert, moet u altijd het douanekantoor Nijmegen/Landelijk Oorsprong Team inlichten. U moet het douanekantoor Nijmegen/Landelijk Oorsprong Team ook inlichten als u BOI’s met verschillende opvattingen over de oorsprong van identieke goederen aantreft.

Naar boven