Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

10.60.00 Scheepsbevoorrading - Proviandering van zeeschepen

4 Vereenvoudigde procedure provianderen, inclusief bunkeren

In de voorafgaande hoofdstukken is de normale procedure voor provianderen beschreven. In dit hoofdstuk staat de vereenvoudigde procedure.

Om de vereenvoudigde procedure te mogen gebruiken in Nederland en België is een vergunning nodig. De vergunning wordt afgegeven door de Nederlandse of Belgische Douane. In Nederland is dit de "Vergunning domiciliëringsprocedure uitvoer met elektronische aanvullende aangifte voor benodigdheden voor luchtvaartuigen en zeeschepen".
(artikel 76, lid 1, letter c CDW en artikel 285bis, lid 1a, TVo. CDW)

Zie voor de voorwaarden voor de afgifte van een vergunning onderdeel 12.50.00 van dit Handboek.

Naar boven

4.1 Vereenvoudigde procedure provianderen

De vergunninghouder/scheepsleverancier heeft een aantal verplichtingen. De verplichtingen zijn:

  • De voorgenomen levering van proviand moet voorafgaand aan de proviandering worden ingeschreven in de administratie van de vergunninghouder.

  • De vergunninghouder moet van de voorgenomen proviandering een kennisgeving sturen aan het CMP. Deze kennisgeving kan met een e-mailbericht met als bijlage een Meldingsformulier proviand, of per fax wanneer e-mailverkeer niet mogelijk is. Het e-mailadres en faxnummer staan in bijlage 1.

  • De vergunninghouder moet de goederen afleveren aan boord. Hij moet een getekend ontvangstbewijs opnemen in zijn administratie. In dit ontvangstbewijs staan ten minste de volgende gegevens:

    • naam en adres vergunninghouder;

    • vergunningnummer van de "Vergunning domiciliëringsprocedure uitvoer met elektronische aanvullende aangifte voor benodigdheden voor luchtvaartuigen en zeeschepen";

    • naam (en evt. registratienummer) van het te provianderen schip;

    • soort en hoeveelheid goederen.

  • De vergunninghouder moet maandelijks een aanvullende aangifte indienen in Douane Sagitta Uitvoer (EX "Z"). Hierin mogen alle transacties in een bepaalde goederensoort worden opgeteld en in één aangifteregel worden aangegeven.

Let op
Is er op grond van de accijnswetgeving een elektronisch administratief document (e-AD) opgemaakt? De vergunninghouder moet dan kopieën van de voor ontvangst getekende bescheiden bij aflevering opsturen naar de administratieve unit accijns (AUA).

Naar boven

4.2 Vereenvoudigde procedure levering van motorbrandstof, smeermiddelen en gas (bunkers)

Het leveren van motorbrandstof, smeermiddelen en gas noodzakelijk voor de werking van het schip wordt doorgaans aangeduid als bunkeren. In beginsel moeten voor de bunkering van motorbrandstoffen, smeermiddelen en gas (vanuit het vrije verkeer of vanuit een douane-entrepot of accijnsgoederenplaats) dezelfde formaliteiten worden vervuld als voor de overige proviand. Op grond van de accijnswetgeving kunnen naast de formaliteiten van de douanewetgeving aanvullende bepalingen gelden.

De vergunninghouder/bunkeraar heeft een aantal verplichtingen. De verplichtingen zijn:

  • De vergunninghouder moet de voorgenomen levering van bunkers voorafgaand aan de bunkering inschrijven in zijn administratie.

  • De vergunninghouder moet van de voorgenomen bunkering een kennisgeving sturen aan het CMP. Deze kennisgeving kan met een e-mailbericht met als bijlage een "Meldingsformulier proviand", of per fax wanneer e-mailverkeer niet mogelijk is. Het e-mailadres en faxnummer staan in bijlage 1.

  • De vergunninghouder moet per inname van bunkers een Transportbescheid voor de overbrenging van minerale oliën en gas (hierna minerale oliën) opmaken.

  • De vergunninghouder moet de goederen afleveren aan boord en het voor ontvangst getekende exemplaar van het bescheid bij aflevering (bunkerreceipt) in zijn administratie opnemen. Op het transportbescheid moet de levering worden aangetekend, onder vermelding van het nummer van het bunkerreceipt.

Het bunkerreceipt (opgemaakt in 2-voud) bevat tenminste de volgende gegevens:

  • een uniek identificeerbaar nummer;

  • naam, adres en vergunningnummer van de vergunninghouder douane-entrepot of AGP;

  • naam en adres van de eigenaar of exploitant van het te bunkeren schip;

  • naam en registratienummer van het te bunkeren schip;

  • de plaats van bunkering (b.v. Antwerpen, Vlissingen);

  • soort, hoeveelheid en actuele GN-code van de geleverde goederen (bij gasolie mag de hoeveelheid in liters actueel);

  • naam en handtekening van de eigenaar of exploitant van het te bunkeren schip of zijn vertegenwoordiger aan boord van het schip;

  • in geval van levering vanuit een schip (bunkerlichter): identificatie van het leverend vaartuig (naam en registratienummer);

  • het vergunningnummer van de "Vergunning domiciliëringsprocedure uitvoer met elektronische aanvullende aangifte voor benodigdheden voor luchtvaartuigen en zeeschepen".

Eén exemplaar van het bunkerreceipt is bestemd voor de ontvanger van de bunker, het andere moet de vergunninghouder in zijn administratie bewaren. Als op grond van de accijnswetgeving eveneens een bunkerverklaring moet worden opgemaakt, kan deze dienen als bunkerreceipt als daarin het vergunningnummer staat van de "Vergunning domiciliëringsprocedure uitvoer met elektronische aanvullende aangifte voor benodigdheden voor luchtvaartuigen en zeeschepen".

De vergunninghouder moet maandelijks een aanvullende aangifte indienen in Douane Sagitta Uitvoer (EX "Z"). Hierin mogen alle transacties in een bepaalde goederensoort worden opgeteld en in één aangifteregel worden aangegeven.

Let op
Is er op grond van de accijnswetgeving een elektronisch administratief document (e-AD) opgemaakt? De vergunninghouder moet dan een kopie van het transportdocument opsturen naar de administratieve unit accijns (AUA).

Naar boven

4.3 Uitbunkeren in transito

Voor het leveren van niet-communautaire minerale oliën kan de "Vergunning uitbunkeren in transito" worden gebruikt. Deze vergunning is bedoeld voor levering van brandstof en smeermiddelen aan via zee uitgaande zeeschepen in het internationale verkeer.
Wettelijke bepalingen voor het bestaan van deze vergunning ontbreken. De Minister heeft vanuit oogpunten van efficiency, doelmatigheid en het terugdringen van de administratieve lasten toegestaan dat de vergunning desondanks wordt verleend. Het verlenen van de vergunning staat een juiste belastingheffing bovendien niet in de weg.

De vergunning kan worden gebruikt voor minerale oliën, die worden uitgeslagen uit een douane-entrepot waarvan de entreposeur beschikt over de vergunning. De oliën moeten rechtstreeks door de vergunninghouder worden geleverd aan uitgaande zeeschepen of worden doorgeleverd. Degene aan wie wordt doorgeleverd moet ook in het bezit zijn van de "Vergunning uitbunkeren in transito". Na doorlevering moeten de oliën worden afgeleverd aan via zee uitgaande zeeschepen.

De vergunninghouder heeft een aantal verplichtingen. De verplichtingen zijn:

  • Een administratie voeren waarin overzichtelijk de gegevens en bescheiden van de inkopen en afleveringen staan. In ieder geval moet er een aantoonbaar verband zijn tussen ingekochte hoeveelheden volgens de corresponderende aangiften voor communautair douanevervoer en afgeleverde hoeveelheden volgens één of meer bunkerverklaringen. Ook moet per transactie een eventueel verschil (verlies of surplus) worden geregistreerd en verklaard. Per bunkerschip moet een kantoorvoorraadadministratie worden bijgehouden, zodat op ieder moment kan worden vastgesteld hoeveel minerale olie van iedere soort in vervoer is. Een administratie moet altijd worden bijgehouden, ongeacht of gebruik wordt gemaakt van eigen of van gecharterde bunkerschepen (inclusief bunkerschepen van gelieerde ondernemingen).

  • Op elk moment moet (ook aan boord van het bunkerschip) bekend zijn hoeveel minerale olie van iedere soort in een bunkerschip aanwezig is.

  • Ervoor zorgen dat aan boord van eigen bunkerschepen een aangifte voor communautair douanevervoer is, waaruit de herkomst van de in het bunkerschip aanwezige minerale olie blijkt. Ook op gecharterde bunkerschepen (inclusief bunkerschepen van gelieerde ondernemingen) hoort een dergelijk document aanwezig te zijn.

  • De herkomst van de in het bunkerschip aanwezige olie kunnen aantonen. Zeker bij deelafleveringen moeten ook de hierop betrekking hebbende bescheiden, zoals bunkerverklaringen, aan boord van het bunkerschip zijn. Zo kan de relatie worden aangetoond tussen de in het schip aanwezige hoeveelheid olie en de geladen en afgeleverde olie.

  • Aan de kapitein van het zeeschip moet een bunkerverklaring worden overhandigd. De verklaring moet door de kapitein worden ondertekend. In de verklaring staat dat de geleverde minerale oliën worden gebruikt voor het doel zoals omschreven in de vergunning.

  • De aangifte voor communautair douanevervoer, waarmee de afgeleverde minerale olie werd uitgeslagen, binnen de geldigheidsduur van het document samen met de daarop betrekking hebbende bunkerverklaringen inleveren bij de Douane. Op de achterzijde van het begeleidingsdocument moeten de nummers van de gebruikte bunkerverklaringen worden vermeld en de hoeveelheid per verklaring. Op de bunkerverklaringen moet het nummer van het de aangifte voor communautair douanevervoerworden vermeld. Als een bunkerverklaring over meer aangiften voor communautair douanevervoer gaat, moeten al deze aangiften op de verklaring worden genoemd onder vermelding van de hoeveelheden per document. De verplichtingen bij dit opsommingsteken gelden niet als de vergunninghouder ook beschikt over een "Vergunning toegelaten geadresseerde".

Let op
Voorafgaand aan het afgeven van de "Vergunning uitbunkeren in transito" moet de Douane van het Centraal Bureau voor de Statistiek de mededeling hebben ontvangen dat er overeenstemming met de belanghebbende is bereikt over de rechtstreekse toezending van statistische gegevens van de belanghebbende aan het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Naar boven

4.3.1 Doorleveren

Als de minerale oliën, na doorlevering, door een andere vergunninghouder worden uitgebunkerd, moeten in vak 8 van het begeleidingsdocument een aantal gegevens staan. Die gegevens zijn:

  • de naam en het adres van de afnemer;

  • de datum en het nummer van de aan de afnemer verleende "Vergunning uitbunkeren in transito".

Naar boven

4.4 Strafbepalingen

De strafbepalingen staan in onderdeel 36.00.00 van dit Handboek.

Naar boven