Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

9.00.00 Douanewaarde

5 Transactiewaarde van identieke goederen

Nadat is gebleken dat artikel 29 CDW niet kan worden toegepast, is de eerste methode die in aanmerking komt voor het vaststellen van de douanewaarde die van de transactiewaarde van identieke goederen.

Naar boven

5.1 Transactiewaarde van identieke goederen

Als de douanewaarde van ingevoerde goederen wordt vastgesteld met de transactiewaarde-methode van identieke goederen, moeten deze goederen zijn verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap op hetzelfde handelsniveau (zie paragraaf 5.2)en in nagenoeg dezelfde hoeveelheid als de goederen waarvan de waarde moet worden bepaald.
( artikel 30, lid 2, letter a, CDW en artikel 150, lid 1, TVo. CDW)

Onder transactiewaarde van identieke goederen wordt een douanewaarde verstaan die al eerder met de transactiewaarde-methode voor ingevoerde goederen is aanvaard.
(artikel 150, lid 5, TVo. CDW)

Dit houdt in dat het om een transactiewaarde kan gaan die de douane van een andere lidstaat voor identieke goederen heeft aanvaard. De verkoop voor uitvoer die hiermee verband houdt, kan betrekking hebben op een levering aan een andere koper. In het algemeen hoeft u geen nader onderzoek uit te voeren naar het al dan niet terecht zijn van die aanvaarding. Bij gegronde twijfel echter kan zo'n onderzoek eventueel noodzakelijk zijn.

Naar boven

5.2 Niveau importeur

Begrip handelsniveau; de schakel en het moment in het traject van de levering (en). Bijvoorbeeld: de waardebepaling van een levering aan een importeur of de levering aan een detailhandelaar, is verschillend van niveau. Om de goederen uiteindelijk in de schappen van een winkel te krijgen is duurder dan het leveren van de goederen aan de importeur op de kade in de 1e haven in de Gemeenschap. De factuurwaarde aan de importeur is dus van een ander handelsniveau dan de factuur aan de winkelier.

Als een verkoop van identieke goederen op hetzelfde handelsniveau en in nagenoeg dezelfde hoeveelheid als de goederen waarvan de waarde wordt bepaald niet voorhanden is, kunt u voor de vaststelling van de douanewaarde van de ingevoerde goederen gebruik maken van de transactiewaarde van identieke goederen die zijn verkocht op verschillend handelsniveau en/of in verschillende hoeveelheden. De factuurprijs past u aan om rekening te houden met de verschillen in handelsniveau en/of hoeveelheid.
( artikel 150, lid 1, TVo. CDW)

Een verschil in handelsniveau en/of in hoeveelheid mag alleen worden aangepast als bewezen kan worden dat de aanpassing redelijk en exact is. Het maakt daarbij niet uit of de aanpassing leidt tot een verhoging of een verlaging van de waarde. Als bewijs kunnen bijvoorbeeld prijslijsten dienen met prijzen voor verschillende niveaus of verschillende hoeveelheden. Een aanpassing van een verschil in handelsniveau zal niet altijd kunnen plaatsvinden aan de hand van prijslijsten. Vaak zal het zo zijn dat een alleenvertegenwoordiger-groothandelaar de officiële import verzorgt en dat incidenteel ook door kleinhandelaren wordt ingevoerd. In een dergelijk geval kunt u de douanewaarde niet berekenen op basis van de prijzen waarvoor kleinhandelaren van de groothandelaren op de binnenlandse markt kopen. Als u aan de hand van vaste gegevens niet kunt vaststellen welke prijzen gelden bij verkoop aan de werkelijke importeur (kleinhandelaren, particulier, enzovoorts) dan zal de toepassing van de transactiewaarde-methode van identieke goederen niet mogelijk zijn.
(Noot op artikel 30, lid 2, letter a, CDW opgenomen in bijlage 23 TVo. CDW)

Voor goederen die niet worden ingevoerd als gevolg van een verkoopovereenkomst, bijvoorbeeld bij gehuurde goederen of geschenkzendingen, gaat u uit van het niveau van degene voor wie de goederen zijn bestemd, bijvoorbeeld van de instantie die een machine huurt of van de particulier aan wie een geschenk wordt toegezonden.

Naar boven

5.3 Kosten in verband met het vervoer

U moet de transactiewaarde aanpassen als bij de gebruikte transactie de volgende kosten zijn inbegrepen:

  • vervoer;

  • verzekeringen;

  • laden;

  • handelingen in verband met het vervoer tot de plaats van binnenkomst in de Gemeenschap.

U past deze waarde aan om rekening te houden met de verschillen (die vooral te maken hebben met afstand en vervoerswijze) die tussen de kosten voor de ingevoerde goederen en de identieke goederen kunnen bestaan.
( artikel 150, lid 2, TVo. CDW)

Naar boven

5.4 Tijdstip van uitvoer

De identieke goederen moeten op hetzelfde of ongeveer hetzelfde tijdstip zijn uitgevoerd naar de Gemeenschap als de goederen waarvan de waarde wordt bepaald.
( artikel 30, lid 2, letter a, CDW)

Als hetzelfde of ongeveer hetzelfde tijdstip van uitvoer kunt u een tijdsperiode beschouwen die zo dicht mogelijk ligt bij de datum van uitvoer. In die tijdsperiode zijn de handelspraktijken en marktvoorwaarden die van invloed zijn op de prijs hetzelfde gebleven. Het tijdstip waarop de goederen zijn verkocht voor uitvoer naar het douanegebied van de Gemeenschap blijft daarbij buiten beschouwing. Ook laat u het tijdstip buiten beschouwing waarop de transactiewaarde als douanewaarde is aanvaard.

Naar boven

5.5 Laagste waarde

Als bij invoer in de verschillende lidstaten een aantal transactiewaarden worden gevonden, dan wordt de laagste van die waarden gebruikt voor de vaststelling van de douanewaarde van de ingevoerde goederen. Dat geldt ook in een lidstaat met hoge prijzen.
( artikel 150, lid 3, TVo. CDW)

Naar boven

5.6 De fabrikant

De identieke goederen moeten zijn voortgebracht door dezelfde persoon als de goederen waarvan de waarde wordt bepaald. Slechts als er geen transactiewaarde kan worden gevonden van identieke goederen die zijn voortgebracht door dezelfde persoon, kunt u gebruik maken van de transactiewaarde van identieke goederen voortgebracht door een andere persoon.
( artikel 150, lid 4, TVo. CDW)

Naar boven

5.7 Identieke goederen

Onder "identieke goederen" vallen alle goederen die in hetzelfde land zijn voortgebracht en die in alle opzichten gelijk zijn, met inbegrip van:

  • de materiële kenmerken;

  • de kwaliteit;

  • de reputatie.

Als er slechts geringe verschillen zijn in uiterlijk, en de goederen beantwoorden voor het overige aan de definitie, dan kunt u de goederen als identiek beschouwen.
( artikel 142, lid 1, letter c, TVo. CDW)

Goederen die van een merk zijn voorzien kunnen in het algemeen niet als identiek aan goederen van een ander merk worden aangemerkt.

Onder identieke goederen vallen geen goederen waarbij engineering, ontwikkeling, werken van kunst, ontwerpen, tekeningen en schetsen zijn inbegrepen of tot uitdrukking zijn gebracht, indien deze waren verricht of gemaakt in de Gemeenschap en waardoor geen verhoging van de werkelijk betaalde of te betalen prijs heeft plaatsgevonden.
(artikel 142, lid 2, TVo. CDW)

Naar boven