Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

9.00.00 Douanewaarde

15 Bijlage 4 Toelichting aangifte van gegevens inzake de douanewaarde (D.V.1)

In deze bijlage wordt u uitgelegd hoe de aangever de aangifte D.V.1 moet invullen. De nummers en daarbij horende opmerkingen, corresponderen met de vakken van de aangifte D.V.1.

1. Verkoper

De naam en het volledige adres van de verkoper die partij is bij de verkooptransactie waarop de douanewaarde wordt gebaseerd.
Als aan de levering van de goederen een maaklooncontract ten grondslag ligt, worden de naam en het volledige adres van de fabrikant ingevuld.

2a. Koper

De naam en het volledige adres van de koper die partij is bij de verkooptransactie die voor het bepalen van de douanewaarde wordt gebruikt.
Als er sprake is van een maaklooncontract, worden de naam en het volledige adres van de afnemer vermeld.

De koper of afnemer hoeft niet dezelfde persoon te zijn als degene die in vak 8 van het Enig document (bestemming) als "geadresseerde" is vermeld. Dat is bijvoorbeeld het geval als voor het bepalen van de douanewaarde een (verkoop)transactie wordt gebruikt waarbij de geadresseerde geen partij is.

2b. Aangever

De naam en het volledige adres van degene die de aangifte van gegevens inzake de douanewaarde (formulier D.V.1) heeft gedaan.

De aangifte D.V.1 kan alleen worden gedaan door een persoon die in het douanegebied van de Gemeenschap is gevestigd. Deze persoon moet ook over alle feitelijke gegevens en handelsbescheiden beschikken die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van de douanewaarde. De aangever van de aangifte D.V.1 behoeft echter in de volgende gevallen niet in de Gemeenschap te zijn gevestigd:

  • ingeval incidenteel goederen voor het vrije verkeer worden aangegeven en voor zover dat gerechtvaardigd kan worden geacht, en

  • ingeval van internationale overeenkomsten.

(Zie ook de opmerkingen bij vak 10b)

3. Leveringsvoorwaarden

De leveringsvoorwaarde die bij de (verkoop)transactie is overeengekomen.
De leveringsvoorwaarden in het internationale verkeer zijn geplaatst op DouaneNet, onder Start, Landelijke Teams Douane, LWT-Waarde.

4. Factuur

De datum en het nummer van de factuur waarop de douanewaarde is gebaseerd.

5. Contract

De datum en nummer van de (verkoop)overeenkomst waarop de douanewaarde is gebaseerd. Als er geen schriftelijk contract is opgemaakt, is de datum en het bestellingnummer en/of bevestigingsnummer voldoende.

6. Douanebeslissingen

De datum en nummer van eerdere douanebeslissingen over de elementen die zijn bedoeld bij de vakken 7 tot en met 9 van de aangifte D.V.1.

7. Verbondenheid, prijsbeïnvloeding en testwaarden

De al dan niet verbondenheid tussen de verkoper en koper. Ook wordt aangegeven of de verbondenheid wel of geen invloed heeft gehad op de prijs.

De aangever kan naar keuze vermelden of de transactiewaarde van de goederen een zogenaamde testwaarde zeer dicht benadert. Voorwaarde daarbij is dat een testwaarde voorheen door de douane van een lidstaat van de Gemeenschap is aanvaard. In dat geval worden ook de bijzonderheden vermeld.
(Zie ook de toelichting die is gesteld op het formulier D.V.1)

8a. Beperkingen

De beperkingen voor de overdracht of het gebruik van de goederen voor de koper, die al dan niet van invloed zijn op de prijs die de verkoper en koper overeengekomen zijn.

Een voorbeeld van een beperking die de prijs aanzienlijk kan hebben beïnvloed, is een beperking die niet gebruikelijk is in de bedrijfstak.
In dat geval wordt ook de aard van de beperking vermeld.

8b. Voorwaarden en prestaties

De voorwaarden of prestaties die de verkoop of prijs al dan niet hebben beïnvloed waarvoor een waarde van de ingevoerde goederen niet kan worden vastgesteld.

Van een voorwaarde of prestatie is bijvoorbeeld sprake:

  • als de verkoper de prijs afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de koper ook andere goederen in een bepaalde hoeveelheid zal kopen;

  • als de prijs in een bepaalde relatie staat tot de prijs waartegen de koper andere goederen aan de verkoper verkoopt;

  • als de prijs wordt vastgesteld op basis van een betaling die geen verband houdt met de goederen; de goederen kunnen bijvoorbeeld halffabrikaten zijn die de verkoper heeft geleverd onder voorwaarde dat hij eindproducten zal ontvangen.

De voorwaarde of prestatie die betrekking heeft op de vervaardiging of het verhandelen van de goederen leiden niet tot verwerping van de transactiewaarde.

Als een voorwaarde of prestatie in het geding is, wordt daarvan ook de aard vermeld. In het geval dat de waarde van de voorwaarde of prestatie kan worden vastgesteld, wordt deze aangegeven in vak 11b.
(Zie ook de opmerkingen bij dat vak)

9a. Royalty's en licentierechten

De directe of indirecte betalingen van de koper in verband met intellectueel of industrieel eigendom die op de goederen betrekking hebben en als gevolg van een verkoopvoorwaarde plaatsvinden.

Hieronder vallen betalingen in verband met octrooien, patenten, tekeningen, gedeponeerde modellen, know-how, fabrieks- of handelsmerken, auteursrechten en fabricageprocedés. In die gevallen worden ook de bijzonderheden opgenomen. Als naast de voor de goederen werkelijk betaalde of te betalen prijs, ook een afzonderlijk bedrag wordt betaald, wordt dat bedrag opgenomen in vak 15.
(Zie ook de opmerkingen bij dat vak)

9b. Opbrengst (winst) van elke latere wederverkoop, overdracht of gebruik

De niet directe of indirecte opbrengsten (winsten) van elke latere wederverkoop, overdracht of het gebruik van de goederen die ten goede komen aan de verkoper.

De vraag heeft bijvoorbeeld betrekking op transacties waarbij de verkoper en koper een verdeling van de winst zijn overeengekomen. Als er sprake is van opbrengst van elke latere wederverkoop, overdracht of gebruik, worden de bijzonderheden vermeld. Als naast de voor de goederen werkelijke betaalde of te betalen prijs een afzonderlijk bedrag wordt betaald, wordt dat bedrag vermeld bij vak 16.
(Zie ook de opmerkingen bij dat vak)

10a. Aanvullende lijsten D.V.1 bis

Het aantal aanvullende lijsten D.V.1 bis dat is gebruikt. De aangifte D.V.1 is ingericht voor één (verkoop)transactie. Als de goederen bij de aangifte voor het brengen in het vrije verkeer in verband met de indeling in het Gemeenschappelijke douanetarief in meer dan drie GN-posten worden gesplitst, moeten aanvullende lijsten D.V.1 bis worden gebruikt.

10b. Ondertekening

De plaats en datum en de ondertekening van de aangever.
(Zie ook de opmerkingen bij vak 2b)

  1. A. Grondslag voor de berekening

11a. Nettoprijs in munteenheid factuur

De nettoprijs in de gefactureerde munteenheid. Onder de nettoprijs wordt verstaan: het bedrag dat op de factuur is vermeld, eventueel verminderd met kortingen die voor het bepalen van de douanewaarde aanvaardbaar zijn, zoals de korting voor contante betaling of vooruitbetaling.
Dit bedrag is de werkelijk voor de goederen betaalde of te betalen prijs op het tijdstip van het bepalen van de douanewaarde.

11b. Niet-rechtstreekse betaling

De niet-rechtstreekse betalingen die de koper doet ten gunste van de verkoper.

Als een niet-rechtstreekse betaling kan worden beschouwd de waarde van de voorwaarde of prestatie die de verkoop of prijs heeft beïnvloed.
Een ander voorbeeld van een niet-rechtstreekse betaling is de betaling van de koper tot gehele of gedeeltelijke vereffening van een schuld van de verkoper.

Wisselkoers
De periodieke wisselkoers die voor het bepalen van de douanewaarde moet worden toegepast.

12. Totaal A in de nationale munteenheid

De som van de nettoprijs en de niet-rechtstreekse betalingen, die is uitgedrukt in de euro.

  1. B. Toevoegingen: kosten in de Nederlandse munteenheid, voor zover deze niet in het bedrag bij onderdeel a hiervoor zijn begrepen

De toevoegingen van onderdeel B van de aangifte D.V.1 vormen een limitatieve opsomming van de elementen die in voorkomend geval bij de douanewaarde worden inbegrepen. Als de bedragen in een vreemde munteenheid zijn uitgedrukt, worden in het vak volgend op vak 24, onder verwijzing naar de elementen, de munteenheid en de periodieke wisselkoers vermeld.
Als door de douane eerder een beslissing voor de bij de vakken 13 tot en met 17 bedoelde elementen is genomen, wordt daarnaar verwezen.

13. Kosten ten laste van de koper

  1. commissies en courtage met uitzondering van inkoopcommissies

  2. courtage

    De commissies en courtage met uitzondering van inkoopcommissie die de koper is verschuldigd aan tussenpersonen, voor de door hen verleende diensten bij het tot stand brengen van (verkoop)transacties. Het is niet van belang of de diensten buiten of binnen het douanegebied van de Gemeenschap zijn verricht.

    Onder inkoopcommissie wordt de vergoeding verstaan die door de importeur aan zijn agent wordt betaald voor de dienst van het hem vertegenwoordigen bij de aankoop van de goederen.
    (Zie ook de opmerkingen bij vak 21)

  3. verpakkingsmiddelen en het verpakken

    De kosten van de verpakkingsmiddelen en de kosten van het verpakken (arbeidsloon, kosten van materialen). Als de verpakkingsmiddelen afzonderlijk in het Gemeenschappelijke douanetarief van de Gemeenschap worden ingedeeld, vallen de kosten van de verpakkingsmiddelen niet onder de douanewaarde van de goederen.

14. Door de koper geleverde goederen en diensten

De waarde van de goederen en diensten die door de koper gratis of tegen een verminderde prijs in verband met de voortbrenging en verkoop voor uitvoer van de goederen aan de producent heeft geleverd.
De waarde van de toelevering wordt gevormd door de totale kosten van verkrijging of van voortbrenging. De leveringskosten voor de toelevering aan de producent vallen alleen onder de waarde als ze bij de prijs zijn inbegrepen.
De toedeling van de waarde kan op verschillende manieren plaatsvinden. Deze moet op redelijke en voor de omstandigheden gepaste wijze en in overeenstemming met de algemeen aanvaarde boekhoudkundige beginselen plaatsvinden.

15. Royalty's en licentierechten

De royalty's en licentierechten die de koper als gevolg van royalty- of licentieverplichtingen naast het factuurbedrag voor de goederen ingevolge een verkoopvoorwaarde betaalt.
(Zie ook de opmerkingen bij vak 9a)

16. Opbrengsten (winsten) van elke latere wederverkoop, overdracht of gebruik die ten goede komt aan de verkoper

De waarde van de opbrengsten (winsten) van elke latere wederverkoop, overdracht of gebruik van de goederen die al dan niet direct ten goede komt aan de verkoper.
(Zie ook de opmerkingen bij vak 9b)

17. Leveringskosten tot ....... (plaats van binnenkomst)

De plaats van binnenkomst in het douanegebied van de Gemeenschap.

  1. vervoer

    De kosten van vervoer tot de plaats van binnenkomst in het douanegebied van de Gemeenschap.

    Als de ingevoerde goederen met eenzelfde soort vervoermiddel worden vervoerd tot een plaats die verder binnenwaarts is gelegen dan de plaats van binnenkomst in de Gemeenschap, worden de vrachtkosten gesplitst naar evenredigheid van de buiten en binnen het douanegebied van de Gemeenschap afgelegde afstanden. Dit hoeft niet als ten genoegen van de douanedienst kan worden aangetoond wat de vrachtkosten zijn die, volgens een verplicht en algemeen tarief verschuldigd zouden zijn voor het vervoer van de goederen tot de plaats van binnenkomst in de Gemeenschap.

    Als de ingevoerde goederen met verschillende soorten vervoermiddelen worden vervoerd tot een plaats die verder binnenwaarts is gelegen dan de plaats van binnenkomst in de Gemeenschap, worden de vrachtkosten berekend door de kosten van vervoer te verminderen met de volgens de gebruikelijke tarieven berekende kosten van vervoer in de Gemeenschap, of door berekening van de kosten van vervoer tot de plaats van binnenkomst in de Gemeenschap volgens de gebruikelijke tarieven.

    Als de goederen worden gefactureerd tegen een uniforme prijs franco plaats van bestemming en deze prijs overeenkomt met die op de plaats van binnenkomst, moeten de vrachtkosten voor het traject binnen de Gemeenschap niet worden afgetrokken. Aftrek is wel toegestaan als wordt aangetoond dat de prijs franco grens lager zou zijn dan de uniforme prijs voor levering franco plaats van bestemming.

    Als het vervoer kosteloos of met een vervoermiddel van de koper plaatsvindt, worden de vrachtkosten berekend volgens het gebruikelijke tarief voor vervoer met eenzelfde soort vervoermiddel.

  2. kosten van laden en van handelingen in verband met het vervoer

    De kosten van het laden en van de handelingen in verband met het vervoer voor zover deze zijn ontstaan tot de plaats van binnenkomst. De kosten kunnen op de plaats van vertrek maar ook bij de al dan niet rechtstreekse overlading gedurende het vervoer zijn ontstaan.
    Onder deze kosten vallen ook de kosten van opslag buiten de Gemeenschap die voor het vervoer zijn gemaakt.

    Ook worden de kosten van overliggelden vermeld, als deze voor de aankomst van de goederen op de plaats van binnenkomst in het douanegebied van de Gemeenschap zijn ontstaan.

  3. verzekering

    De kosten van verzekering voor zover sprake is van daadwerkelijke verzekering van de goederen.

    Het verzekerd bedrag is meestal hoger dan het factuurbedrag. Vaak zijn daarin begrepen de kosten van levering, rechten bij invoer, belastingen en een imaginaire winst.

18. Totaal B

De som van de bedragen van de elementen die zijn genoemd bij de vakken 13 tot en met 17.

  1. C. Aftrekposten. kosten die in de Nederlandse munteenheid voor zover deze bij het bedrag bij onderdeel a hiervoor, zijn inbegrepen

De aftrekposten van onderdeel C van de aangifte D.V.1 voor de elementen die in voorkomend geval van de douanewaarde kunnen worden uitgesloten, mits de kosten hiervoor van de voor de goederen werkelijke betaalde of te betalen prijs zijn onderscheiden.

Als de bedragen in een vreemde munteenheid zijn uitgedrukt, worden in het vak na vak 24 de munteenheid en de periodieke wisselkoers onder verwijzing naar de elementen vermeld.

19. Kosten van vervoer na aankomst op de plaats van binnenkomst

De vervoerkosten die in het douanegebied van de Gemeenschap zijn ontstaan. (Zie ook de opmerkingen bij vak 17a)

Aanverwante kosten die na binnenkomst in het douanegebied van de Gemeenschap zijn ontstaan, worden ook opgenomen. Onder aanverwante kosten vallen de zogenaamde buitenboordlossingskosten, kosten van handling, kosten voor het brengen in het vrije verkeer (documentkosten) en vervoerkosten in de Gemeenschap.

20. Kosten voor constructie, installatie, montage, onderhoud of technische bijstand die na de invoer zijn ontstaan

De kosten voor constructiewerkzaamheden, installaties, montage, onderhoud of technische bijstand die na de invoer in de Gemeenschap zijn ontstaan en betrekking hebben op de goederen, zoals industriële, installaties, machines of materieel.

Hieronder vallen de kosten voor opleiding en scholing en die voor het ontwikkelen en inramen van diafilms.

21. Andere kosten

De volgende kosten, betalingen en commissies kunnen worden opgenomen:

  • betalingen voor het recht van verveelvoudiging van de ingevoerde goederen;

  • inkoopcommissie;

  • rente die worden betaald vanwege een door de koper aangegane financierings-overeenkomst;

  • kosten voor opslag en voor bewaring van de goederen in goede staat in de Gemeenschap gedurende de opslag in een douane-entrepot, vrije zone of vrij entrepot alsmede een ruimte voor tijdelijke opslag.

22. Rechten bij invoer en belastingen die in de Gemeenschap zijn verschuldigd bij de invoer of de verkoop van de goederen

De bedragen aan communautaire douanerechten, waaronder belastingen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en anti-dumpingheffingen, en nationale belastingen (omzetbelastingen) die in de Gemeenschap bij de invoer of verkoop van de goederen zijn verschuldigd.

23. Totaal C

Het totaal van de bedragen van de aftrekposten genoemd bij de vakken 19 tot en met 22.

24. Aangegeven waarde (A + B - C)

De som van de bedragen van de vakken A en B, verminderd met hetgeen in vak C is vermeld, is de DOUANEWAARDE.