12.50.00 Vereenvoudigde procedures

3 Onvolledige aangifteprocedure

Bij de onvolledige aangifteprocedure mag een aangifte ingediend worden die niet alle gegevens bevat of waarbij niet alle bescheiden worden overgelegd die normaal gesproken verplicht zijn voor de regeling waarvoor de goederen worden aangegeven. U kunt bijvoorbeeld denken aan:

• Een aangifte voor het vrije verkeer met een beroep op tariefpreferentie waarbij het preferentiële certificaat (bijvoorbeeld een Form A of EUR1) nog niet voorhanden is.

• Een aangifte voor het vrije verkeer waarbij gegevens over de douanewaarde van de goederen nog niet beschikbaar zijn.

Let op!

De onvolledige aangifteprocedure mag niet worden gebruikt om communautaire landbouwproducten met voorfinanciering onder het stelsel van douane-entrepots te plaatsen.

(Artikel 268 TvoCDW)

Bij de douaneregelingen passieve veredeling en uitvoer is het doen van een onvolledige aangifte vanwege technische redenen niet mogelijk. In DSU kunnen deze aangiften niet verwerkt worden. Er is één uitzondering op die regel en dat is de schattingsaangifte voor bulkgoederen. Deze procedure is opgenomen in paragraaf 8.3.8 van dit onderdeel. De rest van dit hoofdstuk betreft de onvolledige aangifte voor de andere regelingen

Naar boven

3.1 Minimale gegevens

Op verzoek van de aangever kunt u aangiften aanvaarden hoewel hierin sommige vereiste gegevens ontbreken. De gegevens die vermeld zijn in bijlage 30bis TVo. CDW voor een onvolledige aangifte moeten echter minimaal op het Enig document of in de elektronische aangifte worden vermeld. Deze gegevens zijn:

Let op!
In de toelichting per gegevenselement in bijlage 30bis TVo.CDW is bij een aantal vakken ruimte gelaten aan de lidstaten om in de daar omschreven situaties het gegevenselement niet in te vullen.

Bij een onvolledige aangifte voor het vrije verkeer moeten daarnaast de volgende gegevens in de onvolledige aangifte worden vermeld:

• De omschrijving van de goederen in voldoende duidelijke termen dat deze geïdentificeerd en onmiddellijke en met zekerheid kunnen worden ingedeeld in het gebruikstarief.

• Als het goederen betreft waarop rechten van toepassing zijn die afhankelijk zijn van de douanewaarde: de douanewaarde of, wanneer blijkt dat de aangever niet in staat is die waarde aan te geven, een voorlopige vermelding van de waarde die u aanvaardbaar acht.

• Alle andere noodzakelijke gegevens voor het vaststellen van de identiteit van de goederen, voor de toepassing van de bepalingen met betrekking tot het in het vrije verkeer brengen en voor het vaststellen van de zekerheid.

(artikel 254 en 257 TVoCDW)

In Nederland worden de onvolledige aangiften ingebracht in AGS. In de toelichting Enig document staat voor welke gegevens de aangifte onvolledig mag zijn en welke code daarvoor geldt bij het invullen van vak 44 van het Enig document.

Let op!

DSI aanvaardt geen aangiften zonder vermelding van de douanewaarde. Is de douanewaarde niet bekend, dan moet een voorlopig bedrag (schatting) worden ingevuld.

Naar boven

3.2 Termijn overleggen ontbrekende gegevens

De termijn voor het meedelen van de ontbrekende gegevens mag niet meer bedragen dan één maand te rekenen vanaf de datum van aanvaarding van de aangifte. Het overleggen van de ontbrekende gegevens wordt gezien als het doen van de aanvullende aangifte.

Als gegevens over de douanewaarde ontbreken kan de aanvankelijk vastgestelde termijn verlengd worden. Voor de maximale termijn moet rekening worden gehouden met de verjaringstermijn.

Let op!

De mededeling van de schuld moet binnen een termijn van drie jaren na aanvaarding van de aangifte worden gedaan.

(artikel 256 TVoCDW)

Naar boven

3.3 Minimale bescheiden

Op verzoek van de aangever kunt u aangiften aanvaarden hoewel hierbij sommige (vereiste) bescheiden ontbreken.

Bepaalde bescheiden moeten echter altijd worden overgelegd, namelijk de bescheiden die noodzakelijk zijn voor de douaneregeling waaronder ze geplaatst worden. Bij de regeling in het vrije verkeer brengen mogen bijvoorbeeld geen bescheiden ontbreken zonder welke de goederen niet in het vrije verkeer gebracht mogen worden. U kunt daarbij onder meer denken aan invoervergunningen.

Als een noodzakelijk bescheid ontbreekt, kunt u toch een aangifte aanvaarden als is voldaan aan een aantal voorwaarden. Het volgende moet in dat geval worden aangetoond:

• Het betrokken bescheid bestaat en de geldigheidsduur is niet verstreken.

• Omstandigheden buiten de wil van de aangever hebben ertoe geleid dat het bescheid niet bij de aangifte kon worden gevoegd, en

• De vertraging van de aanvaarding van de aangifte zou ertoe leiden dat de goederen niet onder de betreffende regeling kunnen worden geplaatst of dat de goederen aan hogere rechten zouden worden onderworpen.

In bepaalde gevallen kan het bij invoer of uitvoer van landbouwgoederen noodzakelijk zijn dat goederen toch hun bestemming kunnen volgen zonder dat het vereiste certificaat bij de aangifte kan worden overgelegd. De te volgen procedure kunt u vinden in paragraaf 2.4.2 van onderdeel 13.02.00 en 2.4.2. van 20.03.00 van dit Handboek.

Bij het brengen in het vrije verkeer met vrijstelling van rechten bij invoer, waarvoor op grond van artikel 7:2 en 7:3 van de Algemene Douaneregeling een vergunning en een lijst is vereist, kan in de bepaalde gevallen een onvolledige aangifte worden ingediend (denk hierbij bijvoorbeeld aan verhuis-, huwelijks- en erfgoederen). Zie

paragraaf 9.3.5. van onderdeel 13.00.00 van dit Handboek.

De gegevens over de ontbrekende bescheiden moeten altijd op de aangifte worden vermeld. (artikelen 218 en 255 Tvo. CDW)

In de toelichting Enig document staan de codes die gelden bij het invullen van vak 44 van het Enig document als een bescheid ontbreekt bij een onvolledige aangifte.

(bijlage VI Algemene Douaneregeling)

Naar boven

3.4 Termijn overlegging ontbrekende bescheiden

De termijn voor het overleggen van ontbrekende bescheiden mag niet meer bedragen dan één maand te rekenen vanaf de datum van aanvaarding van de aangifte. Het overleggen van de ontbrekende bescheiden wordt beschouwd als het doen van de aanvullende aangifte.

Als het ontbrekende bescheid betrekking heeft op de toepassing van een lager invoerrecht of nulrecht kan een langere termijn worden toegestaan. Deze termijn wordt vastgesteld op het moment van indienen van de aangifte en kan niet worden verlengd. Als de aangever verzoekt om een termijn van twee maanden en later vraagt of dit alsnog drie maanden mag worden, dan mag u dit verzoek niet toestaan. Een termijn langer dan één maand kan worden toegestaan onder de volgende voorwaarden:

• De aangever moet om de langere termijn verzoeken.

• U moet gegronde redenen hebben om aan te nemen dat de goederen waarop de onvolledige aangifte betrekking heeft, daadwerkelijk voor een lager invoerrecht of nulrecht in aanmerking komen, en

• De langere termijn mag niet meer bedragen dan vier maanden.

Wanneer een lager invoerrecht of nulrecht alleen binnen bepaalde tariefcontingenten of tariefplafonds van toepassing is, kan de toerekening binnen die toegestane grenzen pas plaatsvinden op het moment dat het bescheid -dat voor de toepassing van het lagere recht of nulrecht noodzakelijk is- daadwerkelijk wordt overgelegd. Zie voor het uiterste tijdstip waarop het bescheid overgelegd moet worden de onderstaande tabel.

Als het niet om een tariefplafond of tariefcontingent gaat, mag het noodzakelijke bescheid ook nog na de datum van afloop van de periode waarvoor in een lager recht of nulrecht bij invoer was voorzien, worden overgelegd. De aangifte voor die goederen moet echter wel voor die datum zijn aanvaard.

Als bescheiden met betrekking tot de douanewaarde ontbreken, kunt u voor zover nodig de aanvankelijk vastgestelde termijn verlengen. Voor de maximale termijn moet rekening worden gehouden met de verjaringstermijn. (artikel 256 Tvo. CDW)

Let op!

De mededeling van de schuld moet binnen een termijn van drie jaren na aanvaarding van de aangifte worden gedaan.

Let op!

Zie ook Handboek Douane onderdeel 8.00.00, paragraaf 6.8.

Naar boven

3.5 Vrijgave goederen

De vrijgave van de goederen wordt in principe niet belet door de onvolledigheid van de aangifte. Als er echter redenen zijn die, onafhankelijk van de onvolledigheid, de vrijgave beletten, kunnen de goederen niet worden vrijgegeven. Zo zal onvoldoende zekerheid een reden zijn om goederen niet vrij te geven als op de goederen rechten bij invoer rusten.

(artikel 73 CDW en artikel 257 Tvo. CDW)

Let op!

Zie ook Handboek Douane, onderdeel 8.00.00, paragraaf 6.3.2.

Naar boven

3.6 Boeking rechten bij invoer

Als de latere mededeling van ontbrekende gegevens of de latere overlegging van bescheiden geen enkele invloed kan hebben op de rechten bij invoer, wordt het op de gebruikelijke wijze berekende bedrag van de rechten bij invoer onmiddellijk geboekt. De boeking gebeurt automatisch door AGS.

Als de latere mededeling of overlegging wel gevolgen kan hebben, zijn de volgende situaties te onderscheiden:

In plaats van zekerheidstelling kan de aangever verzoeken om directe boeking van het bedrag waarvoor zekerheid zou moeten worden gesteld. Dit kunt u realiseren door de overeenkomstige gegevens in AGS in te brengen of juist weg te laten. Uiteraard kan op die boeking nog een wijziging plaatsvinden, bijvoorbeeld door de definitieve vaststelling van de waarde.

(artikel 257 Tvo. CDW)

De boeking van de rechten gebeurt automatisch door AGS. Er is echter wel controle nodig.

Naar boven

3.7 Aangever verzuimt mee te delen of te overleggen

Als de aangever na de vastgestelde termijn de ontbrekende gegevens of bescheiden niet heeft overgelegd, moet het eventueel meer verschuldigde bedrag aan douanerechten alsnog worden geboekt. Dit moet onmiddellijk na het verstrijken van de termijn waarbinnen de gegevens of bescheiden overgelegd hadden moeten worden.

(artikel 258 TVoCDW)

Let op!

Het mededelen van de ontbrekende gegevens of het overleggen van de bescheiden is een verplichting en is een vorm van de ook in deze situatie wettelijk vereiste aanvullende aangifte. Als het mededelen van de ontbrekende gegevens of het overleggen van de bescheiden niet binnen de (in de aangifte) gestelde termijn plaatsvindt is er sprake van een onjuiste aangifte. Er is geen sprake van een onjuiste aangifte als de aangever binnen de termijn mededeling doet van het niet (tijdig) kunnen mededelen van de ontbrekende gegevens of het overleggen van het betreffende bescheid.