12.50.00 Vereenvoudigde procedures
5 Domiciliëringsprocedure
De domiciliëringsprocedure houdt in dat goederen in de bedrijfsruimten van de belanghebbende of in andere door de inspecteur aangewezen of goedgekeurde plaatsen, onder een douaneregeling worden geplaatst door inschrijving van de goederen in de administratie. In Nederland wordt altijd gebruik gemaakt van de mogelijkheid om ontheffing te verlenen voor de verplichting de goederen aan te brengen bij de Douane.
(artikel 76 lid 1 letter c, CDW; artikel 253 lid 3 TVoCDW)
Een plaats kan alleen worden aangewezen en/of goedgekeurd als de vergunninghouder in staat is om op die plaats aan al zijn verplichtingen te voldoen die voortvloeien uit het gebruik van de domiciliëringsprocedure. Tot deze verplichtingen horen onder meer:
-
Het versturen van kennisgevingen van het voornemen de goederen onder de regeling te plaatsen.
-
Het op verzoek ter controle (doen) aanbieden van de goederen.
-
Het inschrijven van de goederen in de administratie.
Daarnaast moet de vergunninghouder (economische) beschikkingsmacht over de goederen hebben. Een goedkeurde of aangewezen plaats kan bijvoorbeeld liggen op een zee- of luchthaven waar goederen voor de vergunninghouder binnenkomen. De goederen liggen dan in het algemeen opgeslagen in een ruimte voor tijdelijke opslag, een douane-entrepot of een vrije zone controle type II.
In beginsel is het dus mogelijk om bijvoorbeeld een containerterminal aan te wijzen als een plaats waar de goederen onder een regeling geplaatst mogen worden. Als de vergunninghouder op het tijdstip dat de goederen nog op de terminal staan, niet over alle gegevens beschikt om de inschrijving in zijn administratie te doen (hij weet bijvoorbeeld niet exact hoeveel goederen er in die container zitten) of als de vergunninghouder goederen niet ter controle kan doen aanbieden, dan kan de terminal niet worden aangewezen.
Zodra de goederen in de bedrijfsruimte of op een andere aangewezen of goedgekeurde plaats zijn aangekomen moeten de goederen worden ingeschreven in de administratie. De inschrijving in de administratie moet de volgende gegevens bevatten:
-
de datum waarop zij plaatsvindt
-
de voor de identificatie van de goederen noodzakelijke gegevens, en
-
andere op grond van de vergunning domiciliëringsprocedure genoemde gegevens (omtrent de goederen)
5.1 Inhoud vergunning
In de vergunning domiciliëringsprocedure moeten onder meer de volgende gegevens zijn opgenomen:
-
de omschrijving van de goederen waarop de domiciliëringsprocedure van toepassing is
-
de wijze waarop de vergunninghouder aan zijn verplichtingen moet voldoen voor:
-
het kennisgeven
-
de inschrijving in de administratie
-
het ter beschikking houden en overleggen van documenten en bescheiden
-
-
de gegevens over de door de vergunninghouder te stellen zekerheid
-
het tijdstip waarop de goederen worden vrijgegeven
-
de termijn waarbinnen de aanvullende aangifte moet worden ingediend bij het daarvoor aangewezen bevoegde douanekantoor
-
de voorwaarden waaronder een algemene, periodieke of samenvattende aangifte moet worden ingediend
Als bovenstaande gegevens bekend zijn en aan de voorwaarden is voldaan, doet u het volgende: Geef de vergunning af. |
In de volgende paragrafen wordt nader ingegaan op de diverse soorten domiciliëringsprocedures.
Let op!
De vergunning domiciliëringsprocedure uitvoer wordt gezien de bijzondere vorm van de procedure afzonderlijk behandeld in hoofdstuk 8.
Naar boven5.2 Domiciliëringsprocedure in het vrije verkeer brengen
De specifieke onderwerpen over de domiciliëringsprocedure komen hieronder aan de orde.
Als goederen waarvoor in douane manifest (DMF) een summiere aangifte voor tijdelijke opslag is gedaan, in het vrije verkeer worden gebracht met toepassing van de domiciliëringsprocedure (ook wel bekend als de DIN-procedure, dan zijn behalve de hierna opgenomen algemene bepalingen ook de bepalingen opgenomen in bijlage 1 van toepassing.
Naar boven5.2.1 Aanvraag vergunning
De aanvraag moet alle voor het verlenen van de vergunning benodigde gegevens bevatten over de volgende goederen die met gebruik van de domiciliëringsprocedure in het vrije verkeer worden gebracht:
-
goederen die onder de regeling communautair of gemeenschappelijk douanevervoer vallen en waarvoor de aanvrager gebruik kan maken van een vergunning Toegelaten Geadresseerde
-
goederen die onder een economische douaneregeling zijn geplaatst, onverminderd artikel 278 TVoCDW:
-
douane-entrepot, type C, D en E
-
actieve veredeling, systeem inzake schorsing
-
behandeling onder douanetoezicht
-
tijdelijke invoer
-
passieve veredeling
-
-
goederen die na binnenkomst in de Gemeenschap en na aanbrengen bij de Douane onder een andere vervoerregeling dan communautair of gemeenschappelijk douanevervoer naar de onderneming van de aanvrager worden vervoerd, bijvoorbeeld met een Carnet TIR
-
goederen die de Gemeenschap zijn binnengebracht zonder dat ze bij een douanekantoor zijn aangebracht, maar die wel onder een douaneregeling zijn geplaatst
De aanvullende aangifte moet worden gedaan in de vorm van een gestandaardiseerde geautomatiseerde opgave of een gestandaardiseerde schriftelijke opgave. Zie de brochure Periodieke elektronische aanvullende aangifte in het vrije verkeer brengen .
(artikel 266 en 267 TVoCDW)
Naar boven5.2.2 Verplichtingen vergunninghouder
De vergunninghouder heeft een aantal verplichtingen. Deze zijn bedoeld om de Douane in staat te stellen een controle uit te oefenen op de verrichtingen van de vergunninghouder. Het gaat hierbij om controles achteraf en om fysieke controles voordat de goederen worden vrijgegeven. In de volgende tabel vindt u een overzicht van de verplichtingen.
Situatie |
Verplichting |
---|---|
Goederen die onder de regeling communautair of gemeenschappelijk douanevervoer zijn geplaatst en waarvoor de aanvrager gebruik kan maken van een vergunning Toegelaten Geadresseerde |
Als de goederen in het vrije verkeer worden gebracht zodra ze in de daartoe aangewezen plaatsen zijn aangekomen, moet de vergunninghouder domiciliëringsprocedure in het vrije verkeer brengen het volgende doen:
|
Goederen bevinden zich in een Ruimte voor tijdelijke opslag |
Als de goederen tijdelijk zijn opgeslagen moet de vergunninghouder domiciliëringsprocedure in het vrije verkeer brengen het volgende doen:
|
Goederen die na binnenkomst in de Gemeenschap en na aanbrengen bij de Douane onder een andere vervoerregeling dan communautair of gemeenschappelijk douanevervoer naar de onderneming van de aanvrager worden vervoerd, bijvoorbeeld met een Carnet TIR |
Als de goederen in het vrije verkeer worden gebracht zodra ze in de daartoe aangewezen plaatsen zijn aangekomen, moet de vergunninghouder domiciliëringsprocedure in het vrije verkeer brengen het volgende doen:
|
Goederen die onder een economische douaneregeling zijn geplaatst:- douane-entrepots, type C, D en E- actieve veredeling, systeem inzake schorsing- behandeling onder douanetoezicht- tijdelijke invoer- passieve veredeling |
Als zich onder een economische douaneregeling bevindende goederen in het vrije verkeer worden gebracht, moet de vergunninghouder domiciliëringsprocedure in het vrije verkeer brengen het volgende doen:
|
Goederen die het douanegebied van de Gemeenschap zijn binnengebracht zonder bij een douanekantoor te zijn aangebracht, maar die wel onder een douaneregeling zijn geplaatst |
Als de goederen in het vrije verkeer worden gebracht na te zijn binnengebracht zonder bij een douanekantoor te zijn aangebracht, moet de vergunninghouder domiciliëringsprocedure in het vrije verkeer brengen het volgende doen:
|
Van deze verplichtingen kunt u een drietal afwijkingen toestaan als dat geen nadelige gevolgen heeft voor de controlemogelijkheden van de Douane.
-
In de eerste twee situaties uit bovenstaande tabel mag de kennisgeving eventueel gedaan worden zodra de aankomst van de goederen wordt verwacht in plaats van op het moment waarop de goederen daadwerkelijk aankomen.
-
In alle gevallen waarin een kennisgeving moet worden gedaan, kan de vergunninghouder ontslagen worden van zijn verplichting van iedere aankomst van goederen kennis te geven aan de Douane. U kunt de vergunninghouder alleen ontslaan van zijn verplichting van iedere aankomst van goederen kennis te geven aan de Douane als sprake is van de volgende gerechtvaardigde bijzondere omstandigheden:
-
De aard van de goederen en de snelle opeenvolging van verrichtingen rechtvaardigen de afwijking.
-
De vergunninghouder verstrekt de Douane alle inlichtingen die nodig zijn om de Douane toch in staat te stellen de goederen aan een onderzoek te onderwerpen.
Als u de aangever ontslaat van zijn verplichting tot kennisgeving dan worden de goederen geacht te zijn vrijgegeven zodra zij zijn ingeschreven in de administratie.
-
-
De inschrijving in de administratie kan worden vervangen door een andere formaliteit die dezelfde waarborgen biedt als de inschrijving. Deze andere formaliteit moet eveneens de datum bevatten waarop zij plaatsvindt alsmede de gegevens noodzakelijk voor de identificatie van de goederen.
Als aan de genoemde voorwaarden wordt voldaan, doet u het volgende:
|
(artikel 266 TVoCDW)
Naar boven5.2.3 Inschrijving in de administratie
Zodra de goederen in de bedrijfsruimte of op een andere aangewezen of goedgekeurde plaats zijn aangekomen moeten de goederen worden ingeschreven in de administratie. Deze inschrijving moet behalve de datum waarop zij plaatsvindt minimaal de in onderstaande tabel opgenomen gegevens bevatten. Voor het gemak is een relatie gelegd met de vakken van het formulier Enig Document.
Vak Enig document |
Gegevens |
---|---|
7 |
Uniek referentienummer |
8 |
Geadresseerde |
14 |
Naam Adres Woonplaats gegevens van de aangever of zijn vertegenwoordiger + code aangever / status vertegenwoordiger |
22 |
Valutacode |
31 |
Colli en omschrijving van de goederen:- soort verpakking (code)- aantal coll- merken en nummers- container(s) nr(s) |
33 |
Goederencode |
35 |
Brutogewicht |
37 |
Soort regeling |
38 |
Nettogewicht |
40 |
Summiere aangifte/Voorafgaand document |
42 |
Artikelbedrag |
44 |
Referentienummer voor domiciliëringsprocedure / Aanvullende informatie / Vergunningnummer |
54 |
Aangiftedatum, handtekening / authenticatie |
(artikel 76 CDW, jo. artikel 266 TVoCDW)
Ga als volgt te werk:
|
5.2.4 Aanvullende aangifte
De inschrijving in de administratie moet worden gevolgd door een aanvullende aangifte. In Nederland zijn er twee verschillende manieren om de aanvullende aangifte te doen:
-
De geautomatiseerde periodieke aangifte (GPA). Deze vorm heeft een periodiek karakter.
-
De schriftelijke periodieke aangifte (SPA, zie DouaneNet). Deze vorm heeft een periodiek en samenvattend karakter.
De aanvullende aangifte moet worden ingediend vóór de derde werkdag van het tijdvak volgende op het tijdvak waarin de goederen zijn ingeschreven in de administratie. In Nederland wordt normaal gesproken een periode van één maand gehanteerd. Voor alle goederen die in de loop van de maand januari zijn ingeschreven in de administratie moet dus uiterlijk op de derde werkdag van februari een aanvullende aangifte worden ingediend.
De aanvullende aangifte heeft betrekking op alle goederen die in de loop van het voorafgaande tijdvak met toepassing van de domiciliëringsprocedure in het vrije verkeer zijn gebracht. Als er bijzondere bezwaren zijn om de aanvullende aangifte te doen vóór de derde werkdag, kunt u toestaan dat de aangifte wordt gedaan op uiterlijk de tiende kalenderdag van het tijdvak volgende op dat waarop de goederen een douanebestemming hebben gekregen.
Let op!
In het laatste geval gaat het niet om tien werkdagen, maar om tien kalenderdagen. De aanvullende aangifte moet in die situatie dus uiterlijk de tiende kalenderdag van het tijdvak volgende op dat waarop de goederen een douanebestemming hebben gekregen zijn ingediend.
U voert de volgende werkzaamheden uit:
|
In de situaties dat het tijdvak waarover (aanvullende) aangifte wordt gedaan een kalendermaand betreft wordt het totaal verschuldigde bedrag aan rechten bij invoer en nationale belastingen uiterlijk de vijftiende dag na afloop van het tijdvak betaald. Als over februari aanvullende aangifte wordt gedaan dan moet de de betaling uiterlijk de zestiende dag na afloop van dit tijdvak zijn gedaan.
Naar boven5.2.5 Niet accepteren van de aanvullende aangifte
Bij de domiciliëringsprocedure ligt het moment van aanvaarden van de aangifte op het tijdstip van inschrijving in de administratie. Artikel 76 lid 3 CDW zegt letterlijk dat de inschrijving in de administratie dezelfde juridische waarde heeft als de aanvaarding van de in artikel 62 bedoelde aangifte (=de normale aangifte). De aanvullende aangifte heeft geen eigen aanvaardingstoets. Het is dus niet mogelijk om de aanvullende aangifte niet te aanvaarden.
Als bij de inhoudelijke behandeling blijkt dat de aanvullende aangifte fouten bevat (bijvoorbeeld niet bestaande goederencodes, of niet bestaande combinaties land van oorsprong-preferentie) die bij de normale aangifteprocedure tot niet aanvaarding van de aangifte zouden leiden, moet dat bij de domiciliëringsprocedure/aanvullende aangifte worden behandeld als onjuiste aangifte. Zoals gezegd: de aangifte is al aanvaard op moment van inschrijving.
In bepaalde gevallen mag de aanvullende aangifte niet geaccepteerd worden door de douane. Dit speelt alleen als de aanvullende aangifte niet aan de technische specificaties voldoet. We hebben het hier bijvoorbeeld over situaties waarbij een foutmelding ontstaat bij het inlezen van de GPA in ons systeem. Als we de aanvullende aangifte bijvoorbeeld niet kunnen openen, dan kunnen we de aanvullende aangifte ook niet accepteren.
Het om deze redenen niet accepteren van de aanvullende aangifte ontslaat de vergunninghouder niet van zijn verplichting om tijdig een aanvullende aangifte in te dienen.
Naar boven5.2.6 Aanvullende aangifte niet (tijdig) gedaan
Als de aanvullende aangifte niet (tijdig) wordt gedaan, moet u de verschuldigde rechten bij invoer en nationale belastingen toch vaststellen. Dit kunt u doen aan de hand van de administratie van de vergunninghouder of eventueel aan de hand van gegevens die op andere wijze, zonodig bij wijze van schatting, zijn vastgesteld.
Als de aangever niet of niet tijdig zijn verplichtingen nakomt met betrekking tot het indienen van de aanvullende aangifte kan de vergunning worden ingetrokken.(artikel 9 CDW)
Als de aanvullende aangifte niet (tijdig) wordt gedaan, doet u het volgende:
|
5.3 Domiciliëringsprocedure plaatsing in douane-entrepot
Hieronder komen de volgende specifieke onderwerpen met betrekking tot de domiciliëringsprocedure aan de orde:
-
verplichtingen vergunninghouder
-
inschrijving in de voorraadadministratie
-
aanvullende aangifte
Als goederen waarvoor in douane manifest (DMF) een summiere aangifte voor tijdelijke opslag is gedaan, onder de regeling douane-entrepot worden geplaatst met toepassing van de domicilëringsprocedure (ook wel bekend als de DEN-procedure), dan zijn behalve de hierna opgenomen algemene bepalingen ook de bepalingen opgenomen in bijlage 1 van toepassing.
Let op!
-
De vergunning domiciliëringsprocedure plaatsing in douane-entrepot mag niet worden verleend voor entrepots van het type B.
(artikel 272, lid 2 TVoCDW)
-
De domiciliëringsprocedure mag niet worden gebruikt om communautaire landbouwproducten met voorfinanciering onder het stelsel van douane-entrepots te plaatsen.
(artikel 272 TvoCDW)
5.3.1 Verplichtingen vergunninghouder
De vergunninghouder moet een aantal verplichtingen naleven. Deze zijn bedoeld om de Douane in staat te stellen om op een door haar vast te stellen moment een controle uit te oefenen op de verrichtingen van de vergunninghouder. De vergunninghouder moet zodra de goederen in de daartoe aangewezen ruimte zijn aangekomen, het volgende doen:
-
1. de aankomst van de goederen melden bij het controlekantoor
-
binnen de in de vergunning bepaalde termijn
-
op de in de vergunning voorgeschreven wijze
-
-
2. de goederen inschrijven in de voorraadadministratie, en
-
3. alle documenten met betrekking tot de plaatsing van de goederen onder het stelsel ter beschikking houden van het controlekantoor
U kunt voor het melden van de aankomst van de goederen de volgende afwijkingen toestaan:
-
De vergunninghouder de melding laten doen zodra de aankomst van de goederen wordt verwacht in plaats van op het moment waarop de goederen daadwerkelijk aankomen.
-
Onder bepaalde voorwaarden (§ 5.2.2) kunt u de vergunninghouder ontslaan van zijn verplichting iedere aankomst van goederen te melden aan de Douane. In dit geval worden de goederen geacht te zijn vrijgegeven voor plaatsing onder het stelsel zodra zij zijn ingeschreven in de voorraadadministratie.
Als aan de genoemde voorwaarden wordt voldaan, doet u het volgende:
|
5.3.2 Inschrijving in de voorraadadministratie
De inschrijving in de voorraadadministratie moet ten minste die gegevens bevatten die in de handelspraktijk worden gebruikt voor de identificatie van die goederen. Daarbij kunt u denken aan de gebruikelijke handelsbenaming en de hoeveelheid van de goederen. Ook moet op dit moment de datum van inschrijving worden vermeld.
(artikel 273 TVoCDW)
Ga als volgt te werk:
|
5.3.3 Aanvullende aangifte
Er hoeft geen aanvullende aangifte te worden ingediend.
(artikel 274 TVoCDW)
Naar boven5.3.4 Verschillen
Met name bij de domiciliëringsprocedure plaatsing komt het nog wel eens voor dat bij lossing verschillen (meer- of minderbevindingen) worden geconstateerd. De vergunninghouder heeft 100 stuks ingeschreven en in de container blijken er 102 of 98 te zitten. Omdat de aangifte ten invoer of de plaatsingsaangifte al gedaan is zijn de verschillen “voor rekening van” de aangever.
Voor de meer bevonden goederen moet alsnog een aangifte voor het vrije verkeer of een aangifte tot plaatsing in douane-entrepot gedaan worden door de vergunninghouder domiciliëringsprocedure. Bij de regeling douane-entrepot wordt ook vaak een administratieve opboeking van de voorraad gedaan in plaats van een aangifte tot plaatsing.
Minderbevindingen leiden tot een vermis in entrepot waarvoor de douanerechten verschuldigd zijn. Slechts in die gevallen dat belanghebbende kan aantonen dat de goederen nooit in de container hebben gezeten, kan overgegaan worden tot terugbetaling of kwijtschelding van de rechten.
Naar boven5.3.5 Domiciliëringsprocedure plaatsing in een vrije zone type II
De in paragraaf 5.3 tot en met 5.3.4 opgenomen bepalingen zijn ook van toepassing op de domicliëringsprocedure plaatsing in een vrije zone type II. Voor de specifieke situatie voor de vrije zone type II op Schiphol zie onderdeel 21.00.00 van dit Handboek.
Naar boven5.4 Domiciliëringsprocedure plaatsing onder de regelingen actieve veredeling schorsing, behandeling onder douanetoezicht en tijdelijke invoer
Met uitzondering van hetgeen hierna vermeld is zijn de bepalingen die zijn opgenomen bij de domiciliëringsprocedure in het vrije verkeer brengen mutatis mutandis van toepassing.
Als goederen waarvoor in douane manifest (DMF) een summiere aangifte voor tijdelijke opslag is gedaan, onder de regeling actieve veredeling, behandeling onder douanetoezicht of tijdelijke invoer worden geplaatst met toepassing van de domiciliëringsprocedure, dan zijn behalve de hierna opgenomen algemene bepalingen ook de bepalingen opgenomen in bijlage 1 van toepassing.
Naar boven5.4.1 Vorm van de aanvullende aangifte
In de vergunning wordt bepaald op welke wijze de aanvullende aangifte wordt gedaan. Dit kan door de gegevens omtrent de plaatsing van de goederen te vermelden in de Geautomatiseerde Periodieke Aangifte (GPA), een afzonderlijk Excel-bestand of in de aanzuiveringsafrekening. De aanzuiveringsafrekening kan niet gebruikt worden als aanvullende aangifte bij de regeling tijdelijke invoer.
Het tijdvak waarover de aanvullende aangifte moet worden gedaan is één kalendermaand. Wordt de aanzuiveringsafrekening tevens gebruikt als aanvullende aangifte dan kan voor de termijn van het doen van de aanvullende aangifte worden aangesloten bij de termijn voor het indienen van de aanzuiveringsafrekening. Dit moet dan wel in de individuele voorwaarden van de vergunning domiciliëringsprocedure worden vermeld.
5.5 Domiciliëringsprocedure plaatsing onder de regeling passieve veredeling
De procedures en ambtelijke werkzaamheden met betrekking tot de domiciliëringsprocedure plaatsing onder de douaneregeling passieve veredeling zijn identiek aan die van de plaatsing onder de douaneregeling uitvoer.
Naar boven