Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

14.30.00 Controle-exemplaar T5

4 Speciale maatregelen bij uitvoer

4.1 Algemeen

Voor bepaalde goederen kunnen op grond van communautaire voorschriften bij uitvoer speciale maatregelen van toepassing zijn. Deze maatregelen zijn bijvoorbeeld uitvoerbeperkingen en rechten of heffingen bij uitvoer. Op dit moment zijn er geen goederen aangewezen waarvoor bij uitvoer een heffing van toepassing is.

Omdat de speciale maatregelen alleen gelden bij uitvoer, zijn er toezichtsmaatregelen genomen voor het geval dat goederen waarvoor deze maatregelen gelden, worden vervoerd tussen lidstaten en deze tijdens dit vervoer het douanegebied van de Unie verlaten. Voorkomen moet worden dat goederen worden uitgevoerd zonder aan de speciale maatregelen te worden onderworpen. Enerzijds moet de lidstaat waar de goederen uitgaan, zekerheid hebben dat de goederen weer de Unie worden binnengebracht, en anderzijds moet de lidstaat van bestemming over de speciale maatregelen worden ingelicht.

Het CDW en de TVo. CDW onderscheiden de volgende drie manieren waarop de goederen waarvoor speciale maatregelen gelden, kunnen worden vervoerd.

  1. De goederen worden vervoerd onder de regeling communautair douanevervoer. Als deze regeling wordt gebruikt, dan vervult de aangifte voor communautair douanevervoer een signalerende functie. ( artikel 843 TVo. CDW)

  2. De goederen zijn onder een andere douaneregeling dan de regeling communautair douanevervoer geplaatst. In deze situatie wordt het controle-exemplaar T5 gebruikt.
    (artikel 843, lid 3, letter a, TVo. CDW)

  3. De goederen worden vervoerd zonder onder een douaneregeling te zijn geplaatst. Ook nu wordt een controle-exemplaar T5 gebruikt.
    (artikel 843, lid 3 letter b, TVo. CDW)

Ad b Andere douaneregeling dan communautair douanevervoer

Als er een andere douaneregeling dan de regeling communautair douanevervoer wordt gebruikt, dan moet de belanghebbende in vak 104 van het controle-exemplaar T5 het vak "Andere" aankruisen en de volgende vermelding plaatsen:

"Bij uitgang uit de Unie zijn de beperkingen of heffingen van Verordening/Richtlijn/Besluit nr……van toepassing";

Hoewel bij het vervoer naar landen die zijn aangesloten bij de overeenkomst inzake een gemeenschappelijke regeling voor douanevervoer, gebruik wordt gemaakt van aangiften voor douanevervoer T , geldt deze procedure ook wanneer het vervoer plaatsvindt over het grondgebied van die landen en de goederen vanuit een van die landen weer worden verzonden. Dit vervoer valt onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer.

Het controle-exemplaar T5 wordt ingediend bij het douanekantoor waar de formaliteiten voor de verzending van de goederen worden vervuld.
( artikel 843, lid 3 en lid 4, TVo. CDW)

Ad c Niet geplaatst onder een douaneregeling

Wanneer de goederen niet onder een douaneregeling worden geplaatst, moet de belanghebbende op het controle-exemplaar T5, in vak 109, de volgende aantekening plaatsen:

“Geen douaneregeling”.

In vak 104 van het controle-exemplaar T5 plaatst de belanghebbende de volgende melding:

"Bij uitgang uit de Unie zijn de beperkingen of heffingen van Verordening/Richtlijn/Besluit nr……van toepassing";

Het controle-exemplaar T5 wordt ingediend op het kantoor van uitgang.

( artikel 843, lid 3, TVo. CDW)

Het origineel van het controle-exemplaar T5 wordt teruggegeven aan de aangever terwijl de kopie wordt achtergehouden. De kopie wordt de dag na afgifte samen met het blad uit het register IUD 2 gezonden aan de aan de douanepost Zuivering. De douanepost Zuivering ziet toe op de zuivering van het controle-exemplaar T5. Wanneer de goederen met het controle-exemplaar T5 weer het douanegebied van de Unie worden binnengebracht, wordt het origineel door het kantoor van binnenkomst afgetekend en naar de douanepost Zuivering gezonden.

Omdat er voor de goederen speciale maatregelen gelden, moet erop worden toegezien dat de goederen hun bestemming bereiken. De bestemming is in dit geval het opnieuw binnenbrengen in het douanegebied van de Unie. Het controle-exemplaar T5 dat voor de controle op het opnieuw binnenbrengen wordt gebruikt, moet gezuiverd worden. De douanepost Zuivering ziet hierop toe.

Als de douanepost Zuivering het origineel van het controle-exemplaar T5 niet binnen de termijn (tien weken) terugontvangt, dan wordt door een verzoek om nasporing geprobeerd te achterhalen of de goederen hun bestemming hebben bereikt.

Zijn de goederen niet opnieuw binnengebracht, dan wordt ervan uitgegaan dat zij op onregelmatige wijze naar een derde land zijn uitgevoerd. Dit leidt ertoe dat er alsnog maatregelen bij uitvoer worden opgelegd, eventueel dus tot verschuldigdheid van de rechten bij uitvoer. Zie voor meer informatie hierover onderdeel 28.00.00, Ontstaan van een douaneschuld, van dit Handboek.
Een douaneschuld ontstaat niet als de betrokkenen aantonen dat de goederen door overmacht verloren zijn gegaan.

Voorbeeld
Goederen waarvoor bij uitvoer een uitvoerheffing van toepassing is, worden via het grondgebied van een derde land naar Griekenland verzonden. Dit vervoer vindt plaats met een carnet TIR. De controle op het opnieuw binnenbrengen gebeurt met het controle-exemplaar T5. Als de Unit Zuivering het controle-exemplaar T5 niet afgetekend terugontvangt, dan verzendt deze Unit een verzoek tot nasporing. Blijkt uit de nasporing niet dat de goederen opnieuw zijn binnengebracht, dan wordt ervan uitgegaan dat zij op onregelmatige wijze het grondgebied van de Europese Unie te hebben verlaten. Er ontstaat dan een douaneschuld, die gelijk is aan het bedrag van de uitvoerheffing.

De procedure voor de nasporing en het verzenden van de uitnodiging tot betaling is dezelfde als is aangegeven in onderdeel 14.20.00, Communautair en gemeenschappelijk douanevervoer, van dit Handboek.

Op verzoek van degene die de zending en het controle-exemplaar T5 bij het kantoor van bestemming aanbiedt, wordt kosteloos het ontvangstbewijs T.C. 11 afgegeven. Een model van dit ontvangstbewijs is opgenomen in bijlage 47 van de TVo. CDW.

(artikel 843, 912quater, 912ter en 912quinquies TVo. CDW)

Naar boven

4.1.1 Zekerheidstelling

De communautaire voorschriften op grond waarvan de speciale maatregelen zijn ingesteld, kunnen ook voorschrijven dat er bij dit vervoer zekerheid gesteld moet worden. In de praktijk wordt dit voorgeschreven wanneer er sprake is van uitvoerheffingen. De zekerheid moet dan worden gesteld bij het kantoor waar de formaliteiten voor de verzending worden verricht. In vak 106 van het controle-exemplaar T5 wordt de aantekening aangebracht:

  1. "Zekerheid voor …. EURO".

Zie voor meer informatie hierover bijlage 9 van onderdeel 23.00.00, Uitklaring en onderdeel 27.00.00, Zekerheidstelling voor het bedrag van de douaneschuld, van dit Handboek.

( artikel 912ter en 912quinquies TVo. CDW)

Naar boven

4.1.2 Termijnen van wederinvoer

Het kantoor waar de formaliteiten voor de verzending van de goederen worden verricht, moet vaststellen binnen welke termijn de goederen opnieuw het douanegebied van de Unie moeten binnenkomen. Voor het bepalen van de termijn kan worden aangesloten bij de termijnen die gelden voor de regeling communautair douanevervoer.

De termijn wordt in vak D van het controle-exemplaar T5 vermeld. Als de goederen niet binnen de gestelde termijn opnieuw in het douanegebied van de Unie worden binnengebracht, dan worden zij geacht op onregelmatige wijze het grondgebied van de Unie te hebben verlaten.
( artikelen 843, lid 8, TVo. CDW)

Wederinvoer binnen de termijn

Als de goederen niet onder een douaneregeling zijn geplaatst, worden ze direct bij aankomst op het kantoor van bestemming (kantoor van binnenkomst) aangemerkt als communautaire goederen en dus voor het vrije verkeer vrijgegeven.

Zijn de goederen wel onder een douaneregeling geplaatst, dan moeten onmiddellijk de formaliteiten worden afgehandeld die verbonden zijn aan de binnenkomst in het douanegebied van de Unie. Ook nu worden de goederen voor het vrije verkeer vrijgegeven. In voorkomend geval houdt dit in dat op het kantoor van bestemming het controle-exemplaar T5 wordt ingeleverd en dat de goederen onder een douaneregeling worden gebracht op grond waarvan de goederen als communautaire goederen worden aangemerkt. Het kantoor van bestemming zendt het origineel van het controle-exemplaar T5 terug naar het in vak B vermelde adres.

Let op!

Als de goederen niet onmiddellijk na aankomst bij het kantoor van bestemming voor het vrije verkeer worden vrijgegeven, dan moet het kantoor van bestemming de maatregelen toepassen die op de goederen van toepassing zijn. Dat kan dus heffing van de rechten bij uitvoer betekenen.
( artikel 843 TVo. CDW)

Wederinvoer buiten de termijn

Als de goederen niet binnen de gestelde termijn de Unie weer worden binnengebracht, dan worden zij geacht het grondgebied van de Unie op onregelmatige wijze te hebben verlaten. Dit heeft een van de volgende consequenties:

  1. het ontstaan, op grond van artikel 210 CDW, van een douaneschuld, als de aantekening in vak 104 van het controle-exemplaar T5 aangeeft dat het verlaten van de Unie aan belastingheffing onderworpen is (zie ook onderdeel 28.00.00, Ontstaan van een douaneschuld, van dit Handboek;

  2. het opleggen van beperkingen, als de aantekening in vak 104 van het controle-exemplaar T5 aangeeft dat het verlaten van de Unie aan beperkingen onderworpen is. Is de beperking bijvoorbeeld dat er een uitvoervergunning moet worden overgelegd, dan zal dat alsnog moeten gebeuren (zie paragraaf 5.1).

  3. het uitvoeren van goederen zonder dat daarvoor een ingevolge wettelijke bepalingen voorziene aangifte is gedaan, strafbaar gesteld in artikel 10:3 Algemene douanewet.

( artikel 843 TVo. CDW)

Let op!

Deze gevolgen zijn er niet wanneer wordt aangetoond dat de goederen door toeval of overmacht verloren zijn gegaan.

Naar boven

4.2 Procedures en ambtelijke werkzaamheden

In deze paragraaf vindt u een beschrijving van de procedures en taken die moeten worden verricht als er een controle-exemplaar wordt aangeboden bij:

  • het kantoor van verzending of uitgang(paragraaf 4.2.1);

  • het kantoor van bestemming of binnenkomst (paragraaf 4.2.2).

Naar boven

4.2.1 Kantoor van verzending of uitgang

 

Op het kantoor van verzending of uitvoer en uitgang handelt u als volgt:

  1. Controleer of de aangever het controle-exemplaar T5, het formulier T5bis of de ladingslijst T5 in tweevoud heeft opgemaakt.

  2. Controleer of de aangeboden goederen overeenkomen met de omschrijving die op het controle-exemplaar T5, het formulier T5bis of de ladingslijst T5 staat vermeld.

  3. Controleer of het controle exemplaar T5, het formulier T5bis of de ladingslijst T5 is ingevuld zoals in hoofdstuk 2 van dit onderdeel is beschreven. Besteed hierbij speciale aandacht aan de vermelding in vak 104.

  4. Controleer of het juiste terugzendadres in vak B is vermeld:


    Belastingdienst/Douane Nederland
    Postbus 4500
    6401 JA Heerlen
    Nederland

    Is aan het bovenstaande niet voldaan, dan geeft u het formulier onbehandeld terug en kunnen de goederen niet uitgaan.

    Als aan het bovenstaande is voldaan, gaat u verder als volgt te werk:

  5. Plaats de volgende gegevens in vak A:

    • het registratienummer waaronder u het controle-exemplaar T5 heeft geboekt in het register IUD 2;

    • een afdruk van de metalen dienststempel;

    • uw handtekening (de handtekening op de kopie mag door doordruk worden verkregen);

    • een afdruk van uw naamstempel of uw naam in blokletters.

  6. Als zekerheid gesteld moet worden doet u het volgende:

    1. u deelt de aangever mee dat voor het controle-exemplaar T5 met nummer …....... een (contante) zekerheid moet worden gesteld ten bedrage van ….... EURO;

    2. voor de procedure voor het stellen van zekerheid wordt verwezen naar bijlage 9 van onderdeel 23.00.00, Uitklaring, van dit Handboek. Het kopie exemplaar T5 en de eventuele bescheiden met betrekking tot het stellen van zekerheid worden in het dossier bewaard;

    3. deel de aangever mee dat de goederen niet mogen worden geladen zolang geen zekerheid is gesteld;

    4. nadat de zekerheid is gesteld vermeldt u op beide exemplaren van het controle-exemplaar T5 in vak 106 "Zekerheid voor ….... EURO".

  7. Vermeld in vak D:

    • de uitslag van de ingestelde controle. Als u geen verschillen tussen het controle-exemplaar en de goederen heeft geconstateerd, gebruikt u steeds het woord "conform". Constateert u wel verschillen, dan vermeldt u "niet-conform" met daarbij de juiste gegevens. Wanneer de correcties vragen zullen oproepen in andere lidstaten, dan vraagt u om een nieuw controle-exemplaar T5; Heeft u een visuele controle ingesteld dan vermeldt u de controlecode A1300. Heeft u een fysieke controle ingesteld op grond van Verordening (EG) nr. 1276/2008, dan vermeldt u de controlecode A1000. In geval van vrijstelling van een fysieke controle in het kader van Verordening (EG) nr. 2298/2001 vermeldt u controlecode A1200. Is er een analyse uitgevoerd overeenkomstig artikel 47 van Verordening. (EG) nr. 578/2010 (goederen die niet onder bijlage I van het verdrag vallen), dan vermeldt u controlecode A1100.

    • het aantal plomben in cijfers en de merken van de plomben als u daarmee een verzegeling heeft aangebracht. Als u geen verzegeling heeft aangebracht, plaatst u een liggend streepje op de plaats waar anders de verzegeling wordt vermeld;

    • de uiterste datum waarop de zending op het kantoor van bestemming moet worden aangeboden (zie paragraaf 4.1.2).

  8. Geef het origineel van het controle-exemplaar aan de aangever.

    Zend dagelijks de kopie van het controle-exemplaar T5 samen met het IUD 2-blad vergezeld van een begeleidingsformulier (zie mededeling 4 van onderdeel 200.00.00 van dit Handboek) aan:


    Belastingdienst/Douane
    Postbus 4502
    6401 JA Heerlen

Zie voor meer informatie hierover onderdeel 23.00.00, Uitklaring, van dit Handboek.

Naar boven

4.2.2 Kantoor van bestemming of binnenkomst

 

Op het kantoor van bestemming of binnenkomst handelt u als volgt:

  1. Controleer of de aangebrachte verzegeling nog intact is.

    Plaats de volgende gegevens in vak J:

    • controlecode A2000 als het zegel conform is, of als het ontbreken van het zegel gerechtvaardigd is op grond van artikel 5, lid 8 Verordening (EG) nr. 612/2009;

    • controlecode A2100 als het zegel ontbreekt of is verbroken.

  2. Controleer of de goederen overeenkomen met de omschrijving op het controle-exemplaar T5, het formulier T5bis of de ladingslijst T5.

  3. Geef op de achterzijde van het origineel in vak J aan of de goederen opnieuw het douanegebied van de Unie zijn binnengebracht.

  4. Vermeld de eventuele verschillen onder opmerkingen in vak J door middel van de volgende clausule:

    1. Verschillen:………..………………………………………………...

    2. Teveel: ………………………………………………………….......

    3. Tekort: ………….……………………………………………….......

    4. Soort goederen:………….………………………………………….

    5. Taric-code: …………..………………………………………………

  5. Vermeld in vak J:

    • plaats en datum;

    • het nummer van de inschrijving in het register IUD 20;

    • uw handtekening en naamstempel;

    • een afdruk van de metalen dienststempel;

    • het identificatienummer van het kantoor (NCTS nummer).

  6. Zend het controle-exemplaar T5 aan:


    Belastingdienst/Douane
    Centraal verzendadres
    Postbus 4501
    6401 JA Heerlen

    Hier wordt gezorgd voor de terugzending aan het kantoor van vertrek.

Zie voor meer informatie hierover onderdeel 23.00.00, Uitklaring, van dit Handboek.

( artikelen 843, lid 7, TVo. CDW)

Naar boven

4.3 Nadere bepalingen

In dit hoofdstuk zijn geen nadere bepalingen opgenomen.

Naar boven

4.4 Uitzonderingen

Het controle-exemplaar T5 wordt in de volgende situaties niet gebruikt:

  • Het vervoer vindt plaats onder de regeling communautair douanevervoer. In deze situatie wordt de functie van het controle-exemplaar T5 vervuld door de aangifte voor douanevervoer  T.
    ( artikel 843 TVo. CDW)

  • De goederen worden ten uitvoer aangegeven en het bewijs wordt overgelegd dat er ontheffing is verleend van de beperkingen die voor deze goederen zijn vastgesteld of dat de rechten bij uitvoer, belastingen of heffingen die zijn verschuldigd, zijn betaald.
    (artikel 843, lid 1, TVo. CDW)

  • De goederen worden rechtstreeks per vliegtuig vervoerd dat geen tussenlanding maakt buiten het douanegebied van de Unie;
    (artikel 843, lid 1, TVo. CDW)

  • De goederen worden door een vaartuig dat een lijndienst onderhoudt in de zin van artikel 313bis TVo. CDW.
    (artikel 843, lid 1 TVo. CDW)

  • De goederen worden aan strijdkrachten geleverd die op het grondgebied van een lidstaat zijn gestationeerd maar niet tot die lidstaat behoren, en voor deze goederen wordt een formulier 302 gebruikt waarop de betreffende militaire autoriteiten vermelden dat zij de goederen hebben ontvangen.
    ( artikel 36, lid 4, Verordening (EG) nr. 612/2009)

Naar boven

4.5 Strafbepalingen

In dit hoofdstuk zijn geen strafbepalingen opgenomen.

Naar boven