Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

31.00.00 Terugbetaling

2 Verzoek om terugbetaling

Dit hoofdstuk behandelt de afhandeling van een verzoek om terugbetaling in het algemeen. U vindt in hoofdstuk 3 tot en met 6 meer specifieke informatie over de afhandeling van een verzoek om terugbetaling die verband houdt met het artikel waarop het verzoek is gebaseerd.

Naar boven

2.1 Algemeen

In deze tekst wordt bepaalde terminologie gebruikt om aan te geven waar u meer informatie over een onderwerp kunt vinden.

Begripsbepalingen

Wanneer in dit onderdeel wordt gesproken over terugbetaling, wordt daarmee ook kwijtschelding bedoeld, tenzij het tegendeel blijkt. In alle gevallen waarin terugbetaling zou worden verleend als de heffing zou zijn betaald, vindt kwijtschelding plaats als de heffing nog niet is betaald maar wel is verschuldigd.

Wanneer alleen wordt gesproken van heffingen bij invoer worden hier ook de heffingen bij uitvoer bedoeld tenzij anders uit de tekst blijkt.

De afkortingen en begripsbelalingen kunt u vinden in onderdeel 0.00.25 van dit Handboek.

Naar boven

2.1.1 Wettelijke bepalingen

Op twee niveaus bestaan er wettelijke bepalingen over terugbetaling of kwijtschelding:

  • communautair;

  • nationaal.

Communautaire wettelijke bepalingen

In welke gevallen en onder welke voorwaarden terugbetaling of kwijtschelding van rechten bij invoer en rechten bij uitvoer kan worden verleend, staat in:

  • CDW (Titel VII, hoofdstuk 5, artikelen 235 tot en met 242);

  • TVo. CDW (Titel IV, hoofdstuk 1 tot en met 3, artikelen 877 tot en met 909 en artikel 251).

De communautaire bepalingen zijn van toepassing op de rechten bij in- en uitvoer zoals genoemd in artikel 4, lid 10 en 11, CDW.

Nationale wettelijke bepalingen

Naast de communautaire wetgeving is er nog (aanvullende) nationale wetgeving.

Tabel 1

Type wetgeving

Vastgelegd in

Voorbeeld/Uitleg

kaderwetgeving (voor zover deze niet in strijd is met de communautaire wetgeving)

Algemene wet bestuursrecht

Een verzoek om terugbetaling is ook een aanvraag tot het nemen van een beschikking artikel 1:3, lid 3, Algemene wet bestuursrecht. De Algemene wet bestuursrecht is dan ook van toepassing, voorzover deze niet in strijd is met de communautaire wetgeving of in de Algemene douanewet is uitgezonderd

(zie bijvoorbeeld artikel 1:6 Algemene douanewet).

Overeenkomstige toepassingsbepalingen

de volgende artikelen juncto artikel 1:1, lid 1 en 2, Algemene douanewet:

De communautaire bepalingen gelden ook voor de omzetbelasting, de accijns en de verbruiksbelasting bij invoer.

Dit echter met uitzondering van artikel 239 CDW en bijbehorende artikelen van de TVo. CDW.

In deze tekst worden de artikelen alleen genoemd als dit van belang is.

Bepalingen voor termijn afhandeling

De afhandelingstermijn voor een verzoek om terugbetaling is 6 weken. In uitzonderingsgevallen kan deze termijn verlengd worden (zie paragraaf 2.2.4). De basis voor de afhandelingstermijn is weergegeven in tabel 2.

Bepaling

Termijn

Bijzonderheden

Communautaire bepalingen alinea, CDW)

overeenkomstig de geldende bepalingen vastgestelde termijn

Omdat communautair geen nadere termijn is vastgesteld, gelden de nationale bepalingen

Nationale bepalingen

(artikel 4:13, lid 2, Algemene wet bestuursrecht)

8 weken

Naar boven

2.1.2 Werkingssfeer

Het CDW en de TVo. CDW zijn rechtstreeks van toepassing op de terugbetaling van de rechten bij in- en uitvoer:

  • douanerechten;

  • belastingen bij invoer die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid of specifieke regelingen zijn vastgesteld;

  • anti-dumpingheffingen;

  • compenserende heffingen;

  • uitvoerheffingen.

Via nationale wettelijke bepalingen zijn het CDW en de TVo. CDW van toepassing verklaard op:

Zie ook artikel 9:1 Algemene douaneregeling.

Naar boven

2.2 Procedures en ambtelijke werkzaamheden

In deze paragraaf vindt u de procedurebeschrijving van een verzoek om terugbetaling. De procedure is als volgt:

 

Naar boven

2.2.1 Een verzoek om terugbetaling indienen

De volgende onderwerpen komen hier aan de orde:

  • Wie kan een verzoek doen?

  • Hoe moet een verzoek worden ingediend?

  • Waar moet een verzoek worden ingediend?

  • Binnen welke termijn moet een verzoek worden ingediend?

  • Wat moet de inhoud van een verzoek zijn?

  • Welke bescheiden moeten bij een verzoek worden overgelegd?

Persoon die verzoek om terugbetaling mag indienen

De volgende personen kunnen een verzoek om terugbetaling van rechten bij in- of uitvoer indienen:

  • de persoon die deze rechten heeft betaald of nog moet betalen, bijvoorbeeld:

    • de aangever;

    • de opdrachtgever van de aangever als de aangever de aangifte heeft gedaan voor rekening van de opdrachtgever;

  • de persoon die hem heeft opgevolgd in zijn rechten en verplichtingen, bijvoorbeeld een curator bij faillissement of erfgenamen;

  • een vertegenwoordiger van bovengenoemde personen, bijvoorbeeld de aangever als vertegenwoordiger van zijn opdrachtgever voor wiens rekening de aangever de aangifte heeft gedaan.

(artikel 5 CDW en artikel 878, lid 1 TVo. CDW.)

Wanneer een vertegenwoordiger het verzoek indient, vraagt u hem een machtiging over te leggen. (artikel 5 CDW)

Zie voor meer informatie over vertegenwoordiging onderdeel 2.00.00, Recht van vertegenwoordiging, van dit Handboek.

Wijze van indienen verzoek om terugbetaling

De belanghebbende kan een verzoek om terugbetaling op de volgende manieren indienen:

  1. met een modelformulier Het model is vastgesteld in bijlage 111 van de TVo. CDW. Het formulier bestaat uit een origineel en een kopie die beide moeten worden ingeleverd. Dit formulier kan besteld worden bij het Logistiek Reprografisch Centrum, Postbus 20049, 7302 HA te Apeldoorn onder nummer EG 135 5Z*1PL. (artikel 878, lid 2 TVo. CDW)

  2. per brief (de TVo. CDW spreekt over een "andere informatiedrager van papier"). De brief moet wel dezelfde gegevens bevatten als het modelformulier genoemd onder a. (artikel 878, lid 2, TVo. CDW)

Op zich sluit het CDW het indienen van een tweede verzoek om terugbetaling dat identiek is aan het oorspronkelijke verzoek niet uit. Dat tweede verzoek wordt echter afgewezen onder verwijzing naar de beschikking op het eerdere verzoek om terugbetaling. (artikel 4:6, lid 2 Algemene wet bestuursrecht)

Een tweede identiek verzoek wordt wel inhoudelijk verder behandeld wanneer het eerste verzoek als ingetrokken is beschouwd of als het niet-ontvankelijk is verklaard, bijvoorbeeld wegens onbevoegdheid van de indiener (het ontbreken van een machtiging). Uiteraard moet dan opnieuw worden beoordeeld wat de beslissing op het verzoek zal zijn.

Plaats waar het verzoek om terugbetaling moet worden ingediend

Het verzoek moet worden ingediend bij het douanekantoor van boeking. (artikel 879, lid 1 TVo. CDW).

Dit is de betrokken douaneregio. Als de heffing is opgelegd door een productschap, dan moet het verzoek daar worden ingediend.

Wie bevoegd is om te beslissen op het verzoek is afhankelijk van de vraag wie de heffing heeft opgelegd. Dit is weer afhankelijk van het soort rechten. In het algemeen zal de inspecteur op het verzoek beslissen ofwel op grond van zijn eigen bevoegdheid ofwel namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

In onderstaande tabel 3 kunt u zien wie bevoegd is om over een verzoek om terugbetaling te beslissen, afhankelijk van het soort rechten.

Terugbetaling bij

Instantie

Op grond van

douanerechten

Inspecteur

artikel 7:6, lid 1, Algemene douanewet

anti-dumpingheffing of compenserende heffing

Inspecteur

artikel 7:6, lid 1, Algemene douanewet

Heffingen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Inspecteur als heffing is opgelegd bij de douane.

Productschap als heffing is opgelegd door productschap

artikel 7:6, lid 1, Algemene douanewet

omzetbelasting bij invoer

Inspecteur

artikel 22 Wet op de omzetbelasting 1968 juncto artikel 7:6, lid 1, Algemene douanewet

accijns bij invoer

Inspecteur

artikel 62 Wet op de accijns juncto artikel 7:6, lid 1, Algemene douanewet

verbruiksbelasting bij invoer

Inspecteur

artikel 26 Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten juncto artikel 7:6, lid 1, Algemene douanewet

Termijn voor indiening verzoek om terugbetaling

De termijn waarbinnen volgens het CDW een verzoek moet worden ingediend, begint te lopen vanaf de datum waarop de heffingen zijn meegedeeld (bijvoorbeeld de datum van de uitnodiging tot betaling). Een uitzondering hierbij is een verzoek om terugbetaling dat gebaseerd is op artikel 237 CDW. Voor dat verzoek begint de termijn te lopen op het moment dat de aangifte wordt aanvaard.

De termijn voor het indienen van een verzoek hangt af van het artikel waarop het is gebaseerd.

Tabel 4

Artikel CDW

Termijn

artikel 236

3 jaar

artikel 237 juncto 251 TVo. CDW

3 maanden

artikel 238

12 maanden

artikel 239

12 maanden

Inhoud van het verzoek om terugbetaling

De gegevens die een verzoek moet bevatten staan beschreven in tabel 5. Hierbij is uitgegaan van de rubrieken op het modelformulier. Als het verzoek niet met een formulier wordt gedaan maar per brief, moet deze brief alle gegevens bevatten die in de rubrieken zijn genoemd. (artikel 878, lid 2, juncto bijlage 111 TVo. CDW)

Nummer rubriek

Inhoud

Opmerkingen

1

Naam en adres van de aanvrager

Als de aanvrager niet de persoon is die de heffing heeft betaald of moet betalen, dan moet hij aangeven in welke hoedanigheid hij het verzoek indient (bijvoorbeeld als vertegenwoordiger of als erfgenaam).

2

Referenties van de douaneaangifte aan de hand waarvan de heffing is vastgesteld

--

3

Naam en adres van het douanekantoor van boeking

--

4

Naam en adres van het controlerend douanekantoor

De aanvrager hoeft dit alleen in te vullen wanneer de goederen in het ambtsgebied zijn van een ander douanekantoor dan het kantoor van boeking.

5

Plaats waar de goederen zich bevinden

Hierbij moet het volledige adres gegeven worden.

6

Opmerkingen van het controlerend douanekantoor

Bij deeluitvoer, -wederuitvoer, of -vernietiging moet van de goederen die bestemd zijn om in de Gemeenschap achter te blijven het volgende worden aangegeven:

  • de hoeveelheid;

  • de soort;

  • de waarde.

(artikel 897 TVo. CDW).
Als artikel 900, lid 1, letter n, TVo. CDW van toepassing is, moet de naam en het adres van de liefdadigheidsinstelling worden vermeld als levering van goederen aan die instelling plaatsvindt.

7

Bestemming van de goederen als voorzien in het CDW:

  • wederuitvoer

  • plaatsing onder een andere douaneregeling

  • inslag in een vrije zone of een vrij entrepot

  • vernietiging

  • evering aan een liefdadigheidsinstelling

Als er een vergunning is vereist voor de nieuwe douanebestemming, moet de referentie van de vergunning worden vermeld.

Ook moet worden vermeld of om voorafgaande bestemming van de goederen is verzocht.

8

Omschrijving van de goederen, aantal en soort

--

9

GN-code

--

10

Netto hoeveelheid

--

11

Douanewaarde

--

12

Bedrag waarvoor terugbetaling of kwijtschelding wordt gevraagd

Dit bedrag moet in euro's worden aangegeven.

13

Wetsartikel op grond waarvan terugbetaling of kwijtschelding wordt gevraagd

--

In tabel 6 staan de overige gegevens die bij het indienen van een verzoek moeten worden ingevuld.

Overige gegevens

Opmerkingen

Motivering, reden voor terugbetaling

Wanneer het verzoek wordt gedaan met het formulier, dan moet een bijlage met de motivering worden bijgevoegd.

De motiveringsplicht volgt uit de algemene bepaling van het CDW dat degene die de douane om een beschikking vraagt alle gegevens en bescheiden moet verstrekken die nodig zijn om de beschikking te nemen.

(artikel 6, lid 1, juncto artikel 879, lid 1, TVo. CDW)

Voor de terugbetaling op grond van een bijzondere situatie als bedoeld in artikel 239 CDW wordt nog eens apart voorgeschreven dat die bijzondere situatie altijd gedetailleerd moet worden omschreven in een aparte bijlage bij het verzoek.

( Bijlage 111 TVo. CDW)

Gelijktijdig verzoek bij product-schap

Wanneer ook een verzoek om terugbetaling is gedaan of wordt ingediend bij een productschap, dan moet dit op het verzoek worden vermeld onder opgave van:

  • de datum van indiening;

  • de naam van het productschap.

Onderzoek altijd of ook een verzoek is ingediend bij het productschap wanneer het gaat om landbouwheffingen.

Verzoek om wederuitvoer of vernieti-ging

Wanneer de verzoeker de goederen weder uit wil voeren of vernietigen voordat de beslissing op het verzoek om terugbetaling is genomen, dan moet dat in het verzoek om terugbetaling worden vermeld.

Zie ook tabel 5, rubriek 6.

Bescheiden

Bij een verzoek om terugbetaling moeten naast alle gegevens, bescheiden worden verstrekt die de douane-autoriteiten nodig hebben om een besluit te nemen. Hierbij kunt u denken aan facturen, nota's of correspondentie. (artikel 6, lid 1, CDW)

In een aantal gevallen zijn bijzondere bescheiden noodzakelijk:

  1. Het verzoek heeft betrekking op goederen waarvoor in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid een invoer-(voorfixatie)certificaat is overgelegd.

  2. Het verzoek heeft betrekking op goederen die weer in het vrije verkeer worden gebracht na eerder te zijn uitgevoerd met een uitvoer-(voorfixatie)certificaat.

  3. Het verzoek heeft betrekking op goederen die vanuit Nederland weer worden uitgevoerd of in Nederland onder een ander douaneregime worden geplaatst. Het gaat hierbij om Voortijdige afhandeling formaliteiten.

  4. Het verzoek heeft betrekking op motorrijtuigen, chassis of frames van motorrijtuigen.

  5. Het verzoek heeft betrekking op terugbetaling van omzetbelasting.

  6. Het verzoek heeft betrekking op goederen die een bepaalde bestemming moeten hebben gevolgd en die bestemming kan alleen worden geconstateerd door een douanekantoor in een andere lidstaat.

  7. Als u een voorwaardelijke beslissing neemt op een verzoek, zodat pas daadwerkelijk wordt terugbetaald wanneer aan die voorwaarden is voldaan.

  8. Het verzoek heeft betrekking op goederen waarvan moet worden aangetoond dat ze zijn wederuitgevoerd.

  9. Het verzoek heeft betrekking op goederen waarvan moet worden aangetoond dat ze vernietigd zijn.

In de tabel 7 en 8 kunt u zien welke bijzondere bescheiden in deze gevallen noodzakelijk zijn. De letters in de eerst kolom van tabel 9 corresponderen met de letters van bovenstaande opsomming.

Ge-val

Bescheiden

Bijzonderheden

a.

Invoer- en voorfixatiecertificaten

Er moet een verklaring worden overgelegd van de instantie van afgifte van dit certificaat dat maatregelen zijn genomen om de gevolgen van deze certificaten op te heffen als die goederen worden:

  • wederuitgevoerd;

  • geplaatst in een douane-entrepot, vrije zone of vrij entrepot;

  • vernietigd.

(artikel 880 en 896 TVo. CDW)
Die verklaring moet waarborgen dat de afboeking van genoemde certificaten ongedaan wordt gemaakt wanneer - als gevolg van het verzoek om terugbetaling - de goederen weer buiten het vrije verkeer worden geplaatst.

b.

Uitvoer- en voorfixatiecertifi-caten

Een verklaring moet worden overgelegd van de autoriteiten die het certificaat hebben afgegeven dat de gevolgen ongedaan zijn gemaakt van het buiten het vrije verkeer brengen voor het uitvoer-(voorfixatie)certificaat.

(artikel 880 TVo. CDW)

Die verklaring moet waarborgen dat de afboeking van het certificaat ongedaan wordt gemaakt als de goederen weer in het vrije verkeer worden gebracht.

c.

Formulier Enig Document

De volledig ingevulde en ondertekende exemplaren van dit formulier moeten worden overgelegd waarmee de aangifte voor deze bestemming zal worden gedaan.

(artikel 883 TVo. CDW)

d.

  • Kentekenbewijs, delen I en III

Wanneer nog geen kentekenbewijs is aangevraagd, moet een van de hierna genoemde bescheiden worden overgelegd:

  • het exemplaar nummer 8 van het document (ED 33);

  • het exemplaar nummer 8 van het document (ED 34);

  • de kwitantie Domeinen nr. 51a.

Exemplaar nummer 8 van het document (ED 34)

Dit geldt wanneer het verzoek betrekking heeft op een motorrijtuig dat in een zodanig document is vermeld.

e.

Exemplaar nummer 8 van de aangifte ten invoer

--

Bescheid voor terugbetaling van omzetbelasting voor buitenlandse ondernemers

Het gaat hier om een extra exemplaar van het Enig document met op de bovenrand de vermelding "kan alleen dienen voor terugbetaling omzetbelasting" of de gewaarmerkte hardcopy van scherm 1 en 4 van taak 120.

Verklaringen voor terugbetaling van omzetbelasting aan de ondernemer voor wie de goederen bestemd zijn.

Een ondertekende en gedateerde verklaring van de ondernemer voor wie de goederen bestemd zijn, waarin wordt aangegeven dat de teruggevraagde omzetbelasting niet in aftrek is of zal worden gebracht op de voet van artikel 15 van de Wet. Als de belasting reeds is afgetrokken, moet de ondernemer verklaren dat hij de BTW terugbetaalt over het aangiftetijdvak waarin de teruggaaf of kwijtschelding wordt verleend.

Verklaringen voor terugbetaling van omzetbelasting aan de douane-expediteur

Ingeval er geen sprake is van een invoer ten behoeve van een andere ondernemer, een ondertekende en gedateerde verklaring van de douane-expediteur, waarin hij verklaart dat hij de kwijt te schelden of terug te geven BTW niet in een afrekening opneemt of zal opnemen. Wanneer de belasting al in een afrekening is opgenomen moet hij verklaren dat een gecorrigeerde afrekening wordt uitgereikt.

f.

Controle-exemplaar T5

In tabel 8 staat meer informatie over het Controle-exemplaar T5.

Bij het uitgaan via een andere lidstaat is een controle-exemplaar T 5 voorgeschreven. In bijzondere omstandigheden stelt u de verzoeker in de gelegenheid om alternatief bewijs te leveren over het uitgaan uit de Europese Gemeenschap.

(artikel 887 TVo. CDW en artikel 902 TVo. CDW)

g.

Controleverklaring

Een controleverklaring is een verklaring van de douane-autoriteiten van een andere lidstaat waarin die autoriteiten verklaren dat:

  • de goederen tot aan de uitvoering van de beschikking aan bepaalde eisen hebben voldaan;

  • de goederen werkelijk worden gebruikt zoals in de beschikking tot terugbetaling staat vermeld of de daarin vermelde bestemming volgen.

(artikel 887, lid 1, en 886, lid 2, letter f, en lid 5 TVo. CDW )

h.

Aangifte ten uitvoer van de goederen uit het douanegebied van de Gemeenschap

Zowel het origineel als een voor eensluidend gewaarmerkte kopie worden geaccepteerd.

Verklaring van het douanekantoor waarlangs de goederen het douanegebied van de Gemeenschap daadwerkelijk hebben verlaten

Als een dergelijke verklaring niet kan worden overgelegd, kan het bewijs van uitgang van de goederen uit het douanegebied van de Gemeenschap worden geleverd door middel van een van de volgende zaken:

  • een verklaring van het douanekantoor dat de aankomst van de goederen in het derde land van bestemming heeft vastgesteld;

- het origineel of een voor eensluidend gewaarmerkte kopie van de douane-aangifte van de goederen in het derde land van bestemming.

Aangifte voor genoemde regeling

Hiermee kunt u nagaan of de goederen die uit het douanegebied van de Gemeenschap zijn uitgevoerd dezelfde zijn als de goederen die werden aangegeven voor een douaneregeling waaruit de verplichting tot betaling bij invoer voortvloeit.

Zowel het origineel als een eensluidend gewaarmerkte kopie worden geaccepteerd.

Overige administratieve documenten en handelsbescheiden

U kunt de overgelegde bewijsstukken uit de drie vorige rubrieken laten aanvullen door alle andere documenten die u noodzakelijk acht als:

  • u van mening bent dat de overgelegde bewijsstukken niet voldoende zijn om u met volledige kennis van zaken uit te spreken over het u voorgelegde geval;

  • bepaalde bewijsstukken niet kunnen worden overgelegd.

(artikel 902, lid 2 TVo. CDW)

Het gaat hierbij om bescheiden waarin een nauwkeurige beschrijving van de goederen staat (handelsbenaming, hoeveelheden, merktekens en andere opschriften waarvan ze kunnen zijn voorzien) die waren gevoegd bij de volgende zaken:

  • de aangifte voor de genoemde regeling;

  • de aangifte ten uitvoer uit het douanegebied van de Gemeenschap;

  • de douane-aangifte van de goederen in het derde land van bestemming.

  • rtikel 902, lid 1, letter a TVo. CDW)

Voorbeelden van dergelijke bescheiden zijn: facturen, gedetailleerde lijsten, vervoersdocumenten en gezondheidscertificaten.

i.

Proces-verbaal of de verklaring van vernietiging

Het proces-verbaal of de verklaring moeten zijn afgegeven door de overheidsinstanties onder toezicht waarvan deze vernietiging heeft plaatsgevonden.

Zowel het origineel als een eensluidende gewaarmerkte kopie worden geaccepteerd.

Als een proces-verbaal of verklaring van vernietiging wordt overgelegd, hoeft er geen certificaat worden overgelegd.

(Zie volgende rubriek.)

Certificaat opgesteld door de persoon die bevoegd is de vernietiging vast te stellen

Dit moet vergezeld gaan van de gegevens waaruit deze bevoegdheid blijkt.

Als een certificaat wordt overgelegd, hoeft er geen proces-verbaal of een verklaring worden overgelegd.

(Zie vorige rubriek.)

Overige bescheiden

De twee bovenstaande bescheiden bij vernietiging moeten een voldoende nauwkeurige omschrijving van de vernietigde goederen bevatten (handelsbenaming, hoeveelheden, merktekens en ander opschriften waarvan ze kunnen zijn voorzien).

Dan kunt u zich ervan overtuigen dat de vernietigde goederen dezelfde zijn als de goederen die voor de regeling waren aangeven. Dit doet u door deze te vergelijken met de vermeldingen in de bijgevoegde aangifte voor een douaneregeling waaruit de verplichting tot betaling van de rechten bij invoer voortvloeit en de handelsbescheiden (zoals facturen, gedetailleerde lijsten).

(artikel 902, lid 1, letter b TVo. CDW)

U kunt de overgelegde bewijsstukken uit de twee vorige rubrieken laten aanvullen met of laten vervangen door alle andere documenten die u noodzakelijk acht als:

  • u van mening bent dat de overgelegde bewijsstukken niet voldoende zijn om u met volledige kennis van zaken uit te spreken over het u voorgelegde geval;

  • bepaalde bewijsstukken niet kunnen worden overgelegd.

(artikel 902, lid 2 TVo. CDW)

In tabel 8 staat beschreven wat er op het controle-exemplaar T5 moet worden ingevuld.

Vak

Toelichting

33

de GN-code;

103

de nettohoeveelheid van de goederen (voluit geschreven);

104

Er zijn hier verschillende mogelijkheden:

  1. de vermelding "Verlaten van het douanegebied van de Gemeenschap";

  2. een van de volgende vermeldingen in de rubriek "Overige":
    • Kosteloze levering van de volgende liefdadigheidsinstelling....;

    • Vernietiging onder douanetoezicht;

    • Plaatsing onder de volgende douaneregeling....;

    • Plaatsing in een vrije zone of een vrij entrepot.

106

een verwijzing naar de beschikking tot toekenning van de terugbetaling of kwijtschelding van de rechten;

107

de vermelding "Artikelen 91 tot en 127 van Verordening (EEG) nr. 2454/93" (TVo. CDW);

Controle van het gebruik en/of de bestemming

Het controlerende douanekantoor dat heeft vastgesteld dat de goederen de betreffende bestemming hebben gevolgd, heeft in dit vak een kruis aangebracht voor de vermelding "hebben de aan de voorzijde aangeven bestemming gevolgd op ...." , aangevuld met de datum die hierop betrekking heeft.

(artikel 887, lid 3 en 4 TVo. CDW)

Wegvoeren van goederen waarop het verzoek betrekking heeft

De goederen waarop het verzoek betrekking heeft, mogen slechts van de aangegeven plaats worden weggevoerd, nadat daarvan kennis is gegeven aan de inspecteur bij wie het verzoek is ingediend. (artikel 884 TVo. CDW)

Naar boven

2.2.2 Een verzoek om terugbetaling behandelen

Als een verzoek om terugbetaling binnenkomt, handelt u als volgt:

  1. Controleer of het verzoek om terugbetaling voor u is bestemd. Er zijn twee mogelijkheden:

    1. Het verzoek is voor u bestemd. Voorzie het van een stempel met de datum van binnenkomst.
      (artikel 3:17, lid 1, Algemene wet bestuursrecht)

      Een verzoek dat is binnengekomen bij een ander onderdeel van de Belastingdienst of een ander bestuursorgaan wordt, als de datum van binnenkomst voldoende vaststaat, geacht op die datum bij u te zijn binnengekomen als het voor de belanghebbende onduidelijk kon zijn waar hij zijn verzoek moest indienen. (artikel 2:3 Algemene wet bestuursrecht)

      Als de datum van binnenkomst bij de onbevoegde eenheid of andere bestuursorgaan niet voldoende vaststaat, wordt de datum van binnenkomst bij u aangehouden. De tijdigheid wordt beoordeeld aan de hand van het poststuk. Voeg de envelop met het poststuk bij het dossier.

    2. Het verzoek is niet voor u is bestemd (omdat u niet de bevoegde instantie bent):

      • Voorzie het verzoek van een datumstempel.

      • Boek het verzoek in de administratie als correspondentie en niet als een verzoek om terugbetaling. (Wijzig dus eventueel het eerder geregistreerde verzoek om terugbetaling)

      • Zend het naar de juiste instantie.
        (Artikel 2:3 Algemene wet bestuursrecht).
        U heeft het verzoek nu afgehandeld. De instructies die hierna komen zijn niet meer relevant voor u.

  2. Voorzie het verzoek van een omslagvel.

  3. Zet op het omslagvel het registratienummer.

  4. Beoordeel, eventueel in overleg met de behandelaar of u het verzoek om terugbetaling in behandeling kunt nemen of dat het nog aangevuld moet worden.

  5. Er zijn nu twee mogelijkheden:

    1. Het verzoek hoeft niet meer aangevuld te worden of het verzoek is aangevuld naar aanleiding van onderstaande ontvangstbevestiging. Ga verder naar punt 6.

    2. Het verzoek moet nog worden aangevuld. Stuur een ontvangstbevestiging met de onderstaande modeltekst. Stuur als dit nodig is een modelformulier mee of het onvolledig ingevulde formulier terug.

      "Hiermee bevestig ik de ontvangst van uw verzoek om terugbetaling dd. met betrekking tot bovenvermelde beschikking. Uw verzoek kan echter nog niet in behandeling worden genomen omdat het nog aangevuld moet worden met de volgende aangekruiste gegevens of bescheiden:

      1. de gegevens van de rubrieken ............. van het formulier;

      2. een machtiging;

      3. de motivering;

      4. een vertaling in het Nederlands van het verzoek.

      5. overige......................

      U wordt in de gelegenheid gesteld het verzoek aan te vullen. U krijgt hiervoor .......... weken. Pas als het verzoek is aangevuld, kan het in behandeling worden genomen. Vult u het verzoek niet binnen de gestelde termijn aan, dan wordt uw verzoek niet in behandeling genomen en als ingetrokken beschouwd of niet-ontvankelijk verklaard.

  6. Er zijn nu twee mogelijkheden:

    1. Als het verzoek met een modelformulier is gedaan:

      • Bevestig de ontvangst van het verzoek op het origineel en op de kopie van het formulier door daarop een binnenkomststempel te zetten.

      • Maak een ontvangstbevestiging (zie onderstaande modeltekst).

      • Stuur de kopie van het formulier en de ontvangstbevestiging naar de aanvrager.
        ( artikel 879, lid 2, eerste alinea TVo. CDW)
    2. Als het verzoek per brief is gedaan:

      • Maak een ontvangstbevestiging (zie onderstaande modeltekst).

      • Stuur de ontvangstbevestiging naar de aanvrager.
        (artikel 879, lid 2, tweede alinea TVo. CDW)

        "Hiermee bevestig ik de ontvangst van uw verzoek om kwijtschelding / terugbetaling. Het verzoek is binnengekomen op .......... In beginsel kunt u binnen zes weken na ontvangst van uw verzoek een beslissing verwachten. Als een beslissing dan nog niet mogelijk is (bijvoorbeeld omdat er nog vragen zijn) ontvangt u voor die tijd bericht."

  7. Voeg in het dossier een van de volgende zaken, afhankelijk van het geval:

    • het exemplaar nummer 6 van de aangifte (of verzamelstaat PTT, PV 2429) dat op het verzoek betrekking heeft;

    • de gegevens van de kwitantie IUD 8a.

    Let op

    Als het betreffende bescheid niet aanwezig is, handelt u als volgt:

    • Vraag het exemplaar nummer 6 op bij de betreffende instantie.

    • Wanneer het ontbreekt bij de betreffende instantie, maak dan een uitdraai van scherm 1.

    • Controleer, als dit mogelijk is, of er al eerder terugbetaling is verleend.

  8. Vraag een afschrift van de IUD57, als die er is, bij de afdeling Inning.

  9. Voeg alle overgelegde bescheiden in het dossier.

  10. Geef op het omslagvel aan welke bescheiden zich in het dossier bevinden.

Naar boven

2.2.3 Een verzoek om terugbetaling beoordelen

De administratie heeft bij binnenkomst van het verzoek in overleg met u onderzocht of het verzoek volledig was en bij constatering van ontbrekende gegevens of bescheiden aan de belanghebbende verzocht het verzoek aan te vullen. In deze paragraaf staat beschreven hoe u beoordeelt of u het verzoek in behandeling kunt nemen.

Als u een verzoek om terugbetaling beoordeelt, gaat u als volgt te werk:

  1. Beoordeel of het verzoek om terugbetaling voldoet aan de volgende formele eisen:

    • Het verzoek is ingediend door de bevoegde persoon. (Als dit niet zo is, zie tabel 9.)

    • Het verzoek is voldoende gemotiveerd. (Als dit niet zo is, zie tabel 9.)

    • Het verzoek is voorzien van een vertaling in het Nederlands (als er sprake is van een verzoek dat niet in de Nederlandse taal is gesteld). (Als dit niet zo is, zie tabel 9.)

    • Alle benodigde gegevens en bescheiden zijn aanwezig. Als er gegevens of bescheiden ontbreken en de belanghebbende heeft de gelegenheid gehad het verzoek daarmee aan te vullen, dan gaat u verder naar tabel 9. Als er gegevens en bescheiden ontbreken die u bij nader inzien nodig heeft, verzoekt u de belanghebbende het verzoek daarmee aan te vullen. U geeft de belanghebbende hiervoor minimaal twee weken. Vermeld dat de behandelingstermijn wordt opgeschort met de tijd die hij nodig heeft om het verzoek aan te vullen.(artikel 4:15 Algemene wet bestuursrecht)
    • Het verzoek is tijdig ingediend (per artikel verschillend, zie paragraaf 2.2.1 en hoofdstuk 3 tot en met 6).

  2. Beoordeel of het verzoek voldoet aan de voorwaarden van het artikel waarop het verzoek is gegrond (zie hoofdstuk 3 tot en met 6).

  3. Als een aangifte is gedaan om de goederen weder uit te voeren of te vernietigen voordat een beslissing op het verzoek is genomen, vermeldt u:

    • op het verzoek: het nummer van het dossier;

    • als de vermelding "RET.EXP" of code 30400 ontbreekt in vak 44 van de aangifte ten uitvoer: de vermelding "RET.EXP".

  4. U houdt als datum van binnenkomst de datum van het onvolledige verzoek aan als het verzoek minimaal de gegevens bevat die staan vermeld onder de rubrieken 1, 2, 3 en 7 (zie paragraaf 2.2.1 en artikel 881 TVo. CDW). Dit ter voorkoming van termijnoverschrijding. Als in een verzoek een of meerdere van de andere dan de vereiste minimale gegevens ontbreken en u bent van oordeel dat dit geen beletsel vormt voor een juiste beoordeling van het verzoek, dan kunt u het verzoek toch in behandeling nemen.

    Vermelding van het artikel uit het CDW waar het verzoek op gebaseerd is, is verplicht. Als het om een deskundige gaat, moet hij het artikel aangeven. Als het om een particulier gaat, kunt u hiermee soepeler omgaan. Ook nadat het verzoek bij u is ingediend, kunt u de belanghebbende verzoeken het artikel uit het CDW schriftelijk aan te geven. Dit is vooral van belang om de tijdigheid van het verzoek te beoordelen.

    Als de verzoeker zijn verzoek bijvoorbeeld op artikel 236 CDW baseert en u ontvangt het twee maanden nadat de rechten aan hem zijn medegedeeld, dan is het verzoek tijdig. Als hij zich echter na vier maanden bedenkt en hij wil het verzoek alsnog baseren op artikel 237 CDW, dan is hij te laat.

  5. Beoordeel of het noodzakelijk is advies of informatie in te winnen van de ambtenaren die betrokken waren bij het nemen van de beslissing.
    Als u vindt dat advies noodzakelijk is, handelt u als volgt:

    • Stel een aantal gerichte vragen op. Een verzoek om informatie waarin gerichte vragen zijn gesteld zal in het algemeen eerder afgehandeld zijn dan een verzoek waar in slechts staat: "verzoek om ambtsbericht". De betrokken ambtenaar hoeft zich dan slechts te beperken tot het beantwoorden van die vragen en niet zelf te gaan bedenken welke informatie u nodig zou kunnen hebben.

    • Vermeld in het verzoek dat het advies binnen twee weken moet worden gegeven.
      ( artikel 885, lid 1 TVo. CDW)
    • Stuur de vragen met het verzoek met het omslagvel en eventueel de aangifte voor de nadere bestemming en andere bescheiden naar deze ambtenaren toe.

Naar boven

2.2.4 Op een verzoek beslissen

De beschikkende douane-autoriteit is bevoegd tot het verlenen van terugbetaling. Dit is in beginsel de inspecteur (hierop bestaat een uitzondering met betrekking tot uitvoerheffingen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, zie ook tabel 3 in paragraaf 2.2.1). (artikel 877, lid 1, letter a TVo. CDW)

De inspecteur is de algemeen directeur Douane. Hij mandateert schriftelijk de bevoegdheid tot het nemen van een beslissing op een verzoek om terugbetaling aan daartoe aangewezen ambtenaren. (artikel 1:3, lid 7, Algemene douanewet, artikel 1:4 Algemene douaneregeling, artikel 5, lid 1, Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003.

Zie voor een overzicht van de bevoegdheid tot het verlenen van terugbetaling paragraaf 2.2.1.

U neemt binnen zes weken een beslissing op het verzoek.

Als u een beslissing op het verzoek om terugbetaling neemt, gaat u als volgt te werk:

  1. Bewaak de beslistermijn van 6 weken.

  2. Er zijn nu twee mogelijkheden:

    1. U kunt binnen zes weken een beslissing nemen. Ga verder met punt 3.

    2. U kunt niet binnen zes weken een beslissing nemen.

    U stelt de belanghebbende hiervan op de hoogte. Laat daarbij weten wat de reden van de overschrijding is, en geef aan wanneer hij wel een beslissing kan verwachten. Gebruik daarvoor de modeltekst die hierna volgt. Op het moment dat u wel een beslissing kunt nemen gaat u naar punt 3.

    "Helaas is het niet mogelijk gebleken uw verzoek om terugbetaling binnen zes weken af te doen. De reden van de vertraging van de afhandeling is:

    • Op korte termijn verwacht ik een uitspraak van een rechterlijke instantie die van belang is voor de beoordeling van uw verzoek om terugbetaling. Ik zal uw verzoek om terugbetaling tot die tijd aanhouden. Als u toch afdoening van uw verzoek om terugbetaling wenst, verzoek ik u dit aan mij door te geven. In dat geval zal ik direct op uw verzoek om terugbetaling beslissen.

    • Ik wacht nog op gegevens van ............ die benodigd zijn voor uw verzoek om terugbetaling.

    • overig ............

    Uw verzoek om terugbetaling zal worden afgehandeld voor.............

    Volledigheidshalve wijs ik u erop dat de termijn voor het afhandelen van uw verzoek om terugbetaling wordt verlengd met de tijd die u nodig heeft om uw verzoek om terugbetaling (desgevraagd) aan te vullen."

    Opmerking bij niet-ontvankelijk verklaren

    Het is mogelijk dat de verzoeker als hij geen machtiging overlegde, nogmaals een verzoek doet waarbij die machtiging wel wordt overgelegd. Dat laatste verzoek kan dan wel ontvankelijk verklaard worden op dat punt.

  3. Neem een van de volgende beslissingen op het verzoek:

    1. (gedeeltelijk) afwijzen;

    2. toewijzen;

    3. niet ontvankelijk verklaren;

    4. als ingetrokken beschouwen;

    5. beslissing onder voorwaarden;

    In tabel 9 kunt u meer lezen over deze beslissingen.

    Beslissing

    Grond

    Ambtelijke werkzaamheden

    (Gedeeltelijk) afwijzen

    Het verzoek voldoet wel aan de formele eisen maar (gedeeltelijk) niet aan de voorwaarden van het artikel waarop het is gebaseerd.

    1. Neem telefonisch contact op met de belanghebbende en stel hem op de hoogte van uw voorgenomen beslissing.

    2. Maak aantekening van de inhoud van het gesprek in het dossier met vermelding van de naam van degene met wie u heeft gesproken, de datum en het tijdstip.

    3. Stel de belanghebbende schriftelijk in kennis van uw beslissing middels een beschikking (zie punt 4 van de ambtelijke werkzaamheden hierna).

    Niet ontvankelijk verklaren

    • Het verzoek is niet tijdig ingediend en de belanghebbende kan niet aantonen dat hij daar niets aan kon doen (toeval, overmacht of uitzonderingsgeval, afhankelijk van het artikel uit het CDW waarop het verzoek is gebaseerd).

    • Het verzoek is ingediend door een onbevoegd persoon (zie paragraaf 2.2.1) ( artikel 878 TVo. CDW, artikel 5 CDW)
    • Het verzoek betreft een identiek verzoek dat al eerder is afgewezen.

    Toewijzen

    Het verzoek voldoet aan alle formele eisen en aan de voorwaarden van het artikel waarop het verzoek is gebaseerd.

    1. Bereken het terug te geven bedrag op het omslagvel.

    2. Laat het bedrag narekenen door een andere ambtenaar.

    3. Plaats bij de berekening uw paraaf en laat ook de ambtenaar die het bedrag heeft nagerekend zijn handtekening zetten.

    4. Ga na of, wanneer voor het verzoek kosten worden geheven, deze hoger zijn dan het terug te geven bedrag. Als dit het geval is, dan stelt u de belanghebbende in de gelegenheid zijn verzoek in te trekken (zie paragraaf 2.3.10).

    5. Stel de aanvrager schriftelijk in kennis van uw beslissing middels een beschikking (zie punt 4 van de ambtelijke werkzaamheden hierna).

    Beslissing onder voorwaarden

    Er moet nog worden voldaan aan voorwaarden die bijvoorbeeld betrekking hebben op de bestemming die de goederen moeten volgen, al naar gelang de mogelijkheden waarin het Wetboek voor het geval voorziet en in voorkomend geval op grond van een speciale machtiging van de beschikkende douane-autoriteit; (artikel 886, letter c, TVo. CDW)

  4. U maakt een beschikking (zie tabel 10) als u een van de volgende beslissingen heeft genomen:

    • (gedeeltelijke) afwijzing;

    • toewijzing;

    • niet ontvankelijk verklaard;

    • als ingetrokken beschouwd;

    • beslissing onder voorwaarden.

    Opmerking

    Bij het uitgaan via een andere lidstaat is een controle-exemplaar T5 voorgeschreven (artikel 887 TVo. CDW). U kunt de terugbetalingsbeschikking pas opmaken wanneer het controle-exemplaar T5 is terugontvangen. In bijzondere omstandigheden stelt u de verzoeker in de gelegenheid om alternatief bewijs te leveren over het uitgaan uit de Europese Unie.
    (artikel 902 TVo. CDW).

    In tabel 10 kunt u lezen hoe een beschikking is opgebouwd.

    Opbouw beschikking

    Toelichting

    Betreft

    Beschikking op uw verzoek om terugbetaling.

    Aanhef

    Geachte.......,

    Stel de beslissing op naam van de douaneschuldenaar die het verzoek gedaan heeft. Als de borg heeft betaald, dan geeft u de borg het teveel betaalde terug. Dit doet u niet op grond van de terugbetalingsbeschikking, maar op grond van onverschuldigde betaling. U betaalt terug op naam van de borg.

    Inleiding

    Deze moet bevatten:

    • datum van ontvangst van het verzoek;

    • kenmerken van document of beschikking waar het verzoek betrekking op heeft;

    • gegevens aan de hand waarvan de goederen kunnen worden geïdentificeerd.
      ( artikel 886, lid 2, letter a TVo. CDW)

    Samenvatting

    Onder dit kopje vat u het verzoek om terugbetaling samen. Hier vermeldt u zo nodig de gegevens aan de hand waarvan de goederen kunnen worden geïdentificeerd.

    Beoordeling van het verzoek om terugbetaling

    Onder dit kopje gaat u in op de argumenten (waaronder ook gegevens en bescheiden) die de belanghebbende heeft aangevoerd om zijn verzoek te motiveren. Per argument geeft u aan of dit argument of het al dan niet reden is om het verzoek al dan niet te honoreren.

    Beslissing op het verzoek

    Onder dit kopje vermeldt u uw beslissing. U vermeldt eerst kort wat uw beslissing is. Dit kan zijn:

    • toegewezen;

    • (gedeeltelijk) afgewezen;

    • niet ontvankelijk verklaard;

    • als ingetrokken beschouwd.

    Als u een bevinding of vaststelling aan de belanghebbende wilt meedelen die geen betrekking heeft op het verzoek om terugbetaling, dan doet u dit niet in de beslissing. U doet dit in een aparte brief. Zorg ervoor dat uit de mededeling blijkt wat de belanghebbende moet doen als hij het niet eens is met de mededeling.

    Motivering

    U vermeldt de redenen voor het al dan niet honoreren onder verwijzing naar het overeenkomstige artikel van het Wetboek en eventueel naar Titel IV van de TVo. CDW. Zo nodig verwijst u naar de beoordeling van het verzoek.

    (artikel 886, lid 2, letter b TVo. CDW)

    De motivering moet deugdelijk zijn.

    (artikel 6, lid 3, CDW)

    Eventueel kan deze motivering in de beschikking achterwege blijven als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte bestaat (bijvoorbeeld bij gehelde toewijzing). Verwijs in de beslissing niet naar mededelingen, brieven of andere niet algemeen gepubliceerde informatie.

    Houd ook rekening met de geheimhoudingsplicht.

    (artikel 15 CDW en 2:5 Algemene wet bestuursrecht)

    Bedrag

    U vermeldt het bedrag dat zal worden terugbetaald, uitgesplitst naar middel en het bedrag van de kosten als kosten worden geheven en de motivering voor de heffing van die kosten (redenen en wetsartikelen).

    Ondertekening

    Hoogachtend,

    namens de inspecteur

    (handtekening behandelaar)

    (naam behandelaar)

    Belastingdienst/Douane/ ....

    Bezwaarclausule

    Iedere beschikking die op een verzoek om terugbetaling wordt genomen, is voor bezwaar en beroep vatbaar. U vermeldt dan ook de standaard bezwaarclausule onder de beschikking:

    Als u het niet eens bent met deze beslissing

    Bent u het niet eens met deze beslissing? Dan kunt u bezwaar maken. Stuur een brief naar:

    Belastingdienst/Douane

    Afdeling Bezwaar/Beroep [PLAATS]

    Postbus 3070

    6401 DN Heerlen

    Vermeld altijd de reden van uw bezwaar en het kenmerk van deze brief. Uw bezwaar moet bij ons binnen zijn vóór [DAG NA DATUM UTB/BESCHIKKING + 6 WEKEN]

    (artikel 6, lid 3, CDW en artikel 3:45 Algemene wet bestuursrecht)

    Algemene regels voor opstellen beschikking:

    • Vermeld op de beschikking en de afschriften daarvan de bedragen in aaneengesloten cijfers; in de bedragen mogen dus geen punten voorkomen.

    • Plaats onmiddellijk voor en achter de in de geldbalken aan te geven bedragen een teken dat zich duidelijk onderscheidt van de cijfers van de bedoelde bedragen, waardoor geen cijfers voor of achter die bedragen kunnen worden geplaatst.

    • Plaats als bewijs dat aan het hiervoor genoemde is voldaan en als bewijs dat overeenstemming bestaat tussen het bedrag vermeld in het afschrift en dat in de originele beschikking (de minute), bij het laatstbedoelde bedrag uw paraaf.

    • Vermeld, als uit de bescheiden het nummer van de post- of bankrekening van de belanghebbende blijkt, dit nummer op het als comptabel stuk dienend exemplaar.

  5. Als de belanghebbende heeft verzocht het terug te betalen bedrag over te maken op bank of giro, tekent u dit aan op het omslagvel.

  6. Om dubbele terugbetaling te voorkomen, vermeldt u in rood op het exemplaar nummer 6 van de aangifte, naar de onderscheidingen zoals die in de beschikking voorkomen:

    • de datum van de beschikking;

    • het nummer van de beschikking;

    • het bedrag van de terugbetaling of "Terugbetaling geweigerd".

  7. Zend het exemplaar nummer 6 van de aangifte na afdoening terug aan de instantie waar het werd opgevraagd, als dit van toepassing is.

  8. Stel het dossier samen:

    • U vermeldt op het omslagvel welke bescheiden het bevat.

    • U controleert of deze bescheiden zich ook daadwerkelijk in het omslagvel bevinden. Is een bescheid gebruikt bij de beslissing en werd het daarna teruggestuurd, dan moet daarvan een kopie in het omslagvel worden bewaard.

    • U controleert of alle verplicht in te vullen vakken zijn ingevuld. Als dit niet het geval is, dan doet u dit alsnog.

    • In het geval van een toewijzende beschikking moet in ieder geval in het dossier duidelijk vermeld staan wat de gronden voor die toewijzing zijn.

Naar boven

2.2.5 Een verzoek om terugbetaling administratief afwerken

In deze paragraaf komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • verlenen terugbetaling of kwijtschelding aan de juiste persoon;

  • afwerken afschriften van de beschikking;

  • terugzending kantoorexemplaar;

  • terugzenden overgelegde bescheiden;

  • registreren afgedane verzoeken.

Verlenen terugbetaling of kwijtschelding aan de juiste persoon

Terugbetaling wordt verleend aan een van de volgende personen:

  • de persoon die de rechten heeft betaald;

  • degene die hem is opgevolgd in zijn rechten en verplichtingen, bijvoorbeeld erfgenaam of curator. ( artikel 878 TVo. CDW)

Kwijtschelding wordt verleend aan een van de volgende personen:

  • degene die de rechten moet betalen;

  • degene die hem is opgevolgd in zijn rechten en verplichtingen, bijvoorbeeld erfgenaam of curator. ( artikel 878 TVo. CDW).

De personen aan wie wordt terugbetaald of aan wie kwijtschelding wordt verleend kunnen dus anderen zijn dan de personen die het verzoek om terugbetaling doen. Dit speelt vooral een rol in situaties waarin de vertegenwoordiger een verzoek doet, bij faillissement en wanneer de borg heeft betaald.

Als de borg heeft betaald, wordt de douaneschuld op naam van de douaneschuldenaar verminderd via een terugbetalingsbeschikking. Dit leidt niet tot terugbetaling aan de douaneschuldenaar wanneer de douaneschuldenaar niet heeft betaald. Er moet immers worden terugbetaald aan degene die de rechten heeft betaald. (artikel 878 TVo. CDW)

De borg krijgt het teveel betaalde terug, echter niet op grond van de terugbetalingsbeschikking, maar op grond van onverschuldigde betaling, omdat de hoofdverbintenis (de douaneschuld) gedeeltelijk is vernietigd. (TECO-werkgroep Inning/Decharge van 10 juni 1994, agendapunt 94.04 04.05)

Afwerken afschriften van de beschikking

Bij het afwerken van de afschriften van de beschikking, gaat u als volgt te werk:

  1. Zend een afschrift van de beschikking aan de betrokken personen (zie tabel 11).

Betrokken personen

Toelichting

degene die het verzoek heeft ingediend

U vermeldt op het omslagvel de datum van verzending aan belanghebbende.

Denk ook hieraan als de borg de rechten heeft betaald.

de ontvanger die het verschuldigde bedrag heeft geboekt

Dit doet u als u tot terugbetaling overgaat.

degene aan wie wordt terugbetaald

Dit doet u als degene die het verzoek heeft gedaan iemand anders is dan degene aan wie wordt terugbetaald.

de inspecteur die voor de belanghebbende bevoegd is voor de omzetbelasting

Dit doet u als u tot terugbetaling overgaat.

de Algemene Rekenkamer

Dit doet u als u tot terugbetaling overgaat aan een Rijksinstelling.

de directeur van het postkantoor op de plaats van vrijmaking

Dit doet u als u tot terugbetaling overgaat aan de TNT Post groep N.V.

de Rijksdienst voor het wegverkeer

Dit doet u als u tot terugbetaling overgaat van rechten geheven wegens de invoer van een motorrijtuig of van een chassis.

het bevoegde productschap

Dit doet u als het verzoek om terugbetaling betrekking heeft op een uitvoerheffing vastgesteld in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Het kan ook zijn dat een afschrift voor een andere ontvanger is bedoeld. U handelt dan overeenkomstig de Instructie debiteurenadministratie. Verder handelt u als volgt:

  • Zend het afschrift naar de ontvanger in wiens ambtsgebied de belanghebbende woont of is gevestigd.

Terugzenden kantoorexemplaar

Na afdoening van een verzoek om terugbetaling moet u het gebruikte exemplaar 6 van de aangifte terugsturen naar de instantie waar u het heeft opgevraagd.

Als u het verzoek heeft afgehandeld, behandelt u het terug te zenden kantoorexemplaar als volgt:

  1. Vermeld in rood op het exemplaar nummer 6 de datum en het nummer van uw beschikking of "Terugbetaling geweigerd". Vermeld dan ook het bedrag van de terugbetaling op het exemplaar nummer 6, naar de onderscheidingen zoals die in de beschikking voorkomen.

  2. Maak het document voor het uit te voeren motorrijtuig ongeldig als de aangifte betrekking heeft op meerdere motorrijtuigen.

  3. Zend het exemplaar 6 terug naar de instantie waar u het heeft opgevraagd.

Terugzenden overgelegde bescheiden die niet worden bewaard

De overgelegde bescheiden die niet in het dossier gedurende vijf jaren worden bewaard (zie "Afgedane verzoeken" van deze paragraaf) stuurt u naar de belanghebbende terug.

  • U gaat hierbij als volgt te werk:

  • 1. Zet een aantekening op de bescheiden waaruit blijkt dat zij zijn gebruikt bij een verzoek om terugbetaling.

  • 2. Zet een aantekening over de te verlenen terugbetaling als het gaat om een terugbetaling die wordt verleend bij omzetbelasting die bij invoer is betaald. Dit is nodig omdat de belasting die bij de invoer is betaald niet in aftrek kan worden gebracht op grond van artikel 15 van de Wet op de omzetbelasting 1968.
  • 3. Zend de bescheiden terug naar de belanghebbende.

Afgedane verzoeken

U tekent de datum van de beschikking en eventueel het bedrag van de terugbetaling aan op het daartoe ingericht computerbestand.

  • Bewaar deze kaarten of bestanden en de afgedane omslagvellen gedurende vijf jaar (zie de notitie "Archiefbeleid van de Belastingdienst" van januari 1993).

Uit de te bewaren bescheiden moet kunnen worden opgemaakt om welke reden u terugbetaling heeft verleend of geweigerd, en welke onderzoeken met welke resultaten werden ingesteld.

Naar boven

2.3 Nadere bepalingen

In deze paragraaf komen aan bod:

  • bijzondere gevallen van terugbetaling (paragraaf 2.3.1);

  • wederzijdse bijstand (paragraaf 2.3.2);

  • rentevergoeding (paragraaf 2.3.3);

  • laag terugbetalingsbedrag (paragraaf 2.3.4);

  • deeluitvoer, -wederuitvoer, of -vernietiging (paragraaf 2.3.5);

  • voorwaarden wederuitvoer of vernietiging (paragraaf 2.3.6);

  • anti-dumpingheffing (paragraaf 2.3.7);

  • bezwaar en beroep (paragraaf 2.3.8);

  • kosten behandeling verzoek om terugbetaling doorberekenen (paragraaf 2.3.9)

Naar boven

2.3.1 Bijzondere gevallen van terugbetaling

In deze paragraaf komen aan bod:

  • terugbetaling bij vrijstellingsrekening;

  • verzoek om terugbetaling van heffingen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;

  • toestemming tot wederuitvoer of vernietiging voor beslissing op verzoek;

  • terugbetaling de Post zoals bedoeld in artikel 1:2, letter j, Algemene douaneregeling;

  • terugbetaling die ambtshalve wordt gedaan.

Terugbetaling bij vrijstellingsrekening

Als uit het opgevraagde document blijkt dat voor de goederen waarop het verzoek om terugbetaling betrekking heeft een vrijstellingsrekening wordt gehouden, handelt u als volgt:

  1. Vermeld op het omslagvel "vrijstellingsrekening".

  2. Bewaar een afschrift van de beschikking bij de vrijstellingsrekening als u tot terugbetaling van heffing overgaat.

Verzoek om terugbetaling heffingen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Als u vaststelt dat voor een verzoek dat bij u is ingediend ook terugbetaling van heffing in het geding is waarvoor het productschap bevoegd is, handelt u als volgt:

  • Neem contact op met het productschap. Daarvoor zijn twee redenen:

    1. U bespreekt met het productschap hoe om te gaan met bijvoorbeeld een nader onderzoek dat eventueel moet worden ingesteld en de voorwaarden die moeten worden gesteld. De contactadressen en -personen bij de productschappen kunt u vinden in bijlage 1 van het onderdeel Gemeenschappelijk landbouwbeleid, nummer 1.01.00 van dit Handboek.
    2. Het kan voorkomen dat voor dezelfde goederen zowel bij u (voor douanerechten) als bij het productschap (voor heffingen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid) een verzoek om terugbetaling wordt ingediend. Om hier zekerheid over te krijgen en te voorkomen dat twee keer terugbetaling wordt verleend, raadpleegt u het productschap.

Het verzoek om terugbetaling wordt bij u ingediend als de heffing door u is opgelegd. Als de heffing niet door u is opgelegd, dan moet het verzoek om terugbetaling bij het productschap worden ingediend. Stuur het verzoek dan door naar desbetreffend productschap.

Toestemming tot wederuitvoer of vernietiging voor de beslissing op een verzoek

U kunt toestaan dat de aangever de goederen weder uitvoert of vernietigt voordat een beslissing op het verzoek om terugbetaling wordt genomen.

Bij het verzoek moet dan de volledig ingevulde en ondertekende aangifte worden ingeleverd waarmee de vernietiging of wederuitvoer zal plaatsvinden. Na uw beslissing geeft u de bescheiden terug aan de aangever al dan niet voorzien van uw (schriftelijke) toestemming.

De toestemming tot wederuitvoer of vernietiging loopt nooit vooruit op de beslissing op het verzoek om terugbetaling. Dit betekent dat de toestemming niet automatisch inhoudt dat u gunstig op het verzoek zult beslissen. (artikel 883 TVo. CDW)

U handelt bij wederuitvoer/vernietiging als volgt:

  1. Er zijn twee mogelijkheden, afhankelijk van waar wordt vernietigd/wederuitgevoerd:

    1. Nederland: U geeft als volgt de belanghebbende toestemming de goederen te mogen uitvoeren of vernietigen voordat u een beslissing neemt op het verzoek:

    2. vermeldt op de uitvoeraangifte het dossiernummer van het verzoek om terugbetaling.

    3. stelt een fiat op de aangifte waarmee deze wederuitvoer zal plaatsvinden.

    4. verstrekt schriftelijke toestemming tot vernietiging. Als wel een onderzoek wordt ingesteld, dan wordt de toestemming gegeven door de inspecteur. In de praktijk treedt het hoofd van de douanepost waar het onderzoek wordt ingesteld op als inspecteur.

    5. plaatst de vermelding "RET.EXP" in vak 44 van de aangifte ten uitvoer als deze ontbreekt.

    6. een andere lidstaat: U verleent de toestemming schriftelijk. ( artikel 887 TVo. CDW)
  2. Als u vernietiging vooraf toestaat, kunt een zekerheid eisen voor de heffing die voor eventuele restanten kan worden verschuldigd. De resten en afvallen moeten als niet-communautaire goederen worden beschouwd, zodra een voor de belanghebbende gunstige beschikking is gegeven op het verzoek om terugbetaling. ( artikel 894 TVo. CDW)

De volgende goederen worden beschouwd als niet-communautaire goederen vanaf het moment dat deze ten uitvoer zijn aangegeven:

  1. goederen die ter voldoening aan de voorwaarde voor terugbetaling uit de Europese Gemeenschap moeten worden uitgevoerd;

  2. goederen die met het oog op wederuitvoer vallen onder:

    • de regeling extern douanevervoer;

    • het stelsel douane-entrepots;

  3. goederen die worden geplaatst onder het stelsel van vrije entrepots of zijn opgeslagen in een vrije zone.

(artikel 238, lid 2 CDW)

U houdt hierbij rekening met de termijn die geldt voor de indiening van een verzoek om terugbetaling.

Op grond hiervan moet het vervoer binnen de Europese Gemeenschap plaatsvinden onder geleide van een document T1. Het is dus niet mogelijk dat u voor bedoelde goederen bijvoorbeeld een document T2L afgeeft.

Terugbetaling aan de Post

Als u een terugbetaling op grond van dit onderdeel verleent aan de Post, dan wordt deze terugbetaling in mindering gebracht door het betrokken douanekantoor (Schiphol/Hoofddorp) op de eerstvolgende vereveningsstaat die moet worden ingeleverd bij de ontvanger waaronder het douanekantoor, ressorteert, onder vermelding van de data en nummers van de beschikking.

Het betrokken douanekantoor levert dus de opgaaf (staat P 2432) van het totaal bedrag dat voor terugbetaling in aanmerking komt in bij de ontvanger waaronder het douanekantoor ressorteert. Bij deze opgaaf worden gevoegd: de formulieren P 2425 (of gewaarmerkte afschriften daarvan) die op de weder uitgevoerde goederen betrekking hebben. De ontvanger controleert de opgaaf met de bijlagen en voorziet de opgaaf bij akkoordbevinding van een verklaring voor akkoord en geeft deze vervolgens terug aan het douanekantoor.

Een terugbetaling ambtshalve verlenen

U kunt ambtshalve een terugbetaling verlenen in de volgende situaties:

  1. Er is geen verzoek ingediend. U komt er bijvoorbeeld bij een controle van de administratie achter dat iemand recht heeft op terugbetaling.

  2. U heeft een ingediend bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard.

U houdt hierbij rekening met de termijn die geldt voor de indiening van een verzoek om terugbetaling.

Naar boven

2.3.2 Wederzijdse bijstand

Het is mogelijk dat u een verzoek om terugbetaling ontvangt waarbij de douane van een andere lidstaat betrokken is. Dit doet zich voor bij:

  1. Verzoeken voor goederen die zich in een andere lidstaat bevinden:

  1. U gaat na of die goederen aan alle voorwaarden voor het verzoek om terugbetaling voldoen. U kunt dan de douane in die andere lidstaat verzoeken om dit te controleren. U kunt daarvoor gebruik maken van het formulier zoals bedoeld in bijlage 112 TVo. CDW.

( artikel 885, tweede lid, juncto artikel 910 TVo. CDW)

  1. Hierbij voegt u:
    • een afschrift van het verzoek om terugbetaling;

    • alle stukken die het controlerend douanekantoor nodig heeft om de inlichtingen in te winnen of de gevraagde controles uit te voeren.

  2. verstuurt dit verzoek door tussenkomst van het Belastingdienst/Douane informatiecentrum. Binnen twee weken verschaft het controlerend douanekantoor u de gevraagde inlichtingen of verricht zij de gevraagde controles. ( artikel 911 TVo. CDW)
  1. b. Verzoeken die zijn gedaan in een andere lidstaat en waarbij de goederen zich in Nederland bevinden: Als de douane uit een andere lidstaat u vraagt of de goederen vernietigd of wederuitgevoerd zijn, dan maakt u gebruik van het formulier zoals bedoeld in bijlage 113 TVo CDW. U verstuurt deze verklaring door tussenkomst van het Belastingdienst/Douane informatiecentrum.

  2. (artikel 887, lid 5, juncto artikel 912 TVo. CDW)

Andere lidstaat verzoekt om bewijs

Als een andere lidstaat verzoekt om bewijs dat de goederen het douanegebied van de Europese Gemeenschap hebben verlaten, dan hangt dit bewijs, voor zover voor de Nederlandse douane van belang, af van de situatie (zie tabel 12).

Situatie

Bewijs

De goederen die in die lidstaat ten uitvoer zijn aangegeven verlaten via Nederland de Europese Unie.

Controle-exemplaar T5 dat voor het verlaten van het geografisch grondgebied van de Europese Gemeenschap is afgetekend.

De goederen worden in Nederland ten uitvoer aangegeven.

Controle-verklaring.

(artikel 887, lid 5 TVo. CDW)

Deze verklaring geeft u af op grond van:

  • aangifte ten uitvoer die voor uitgaan uit Nederland is afgetekend;

  • (als de goederen via een andere lidstaat de Europese Unie verlaten) het controle-exemplaar T5 dat is afgetekend voor het verlaten van het geografische grondgebied van de Europese Gemeenschap voor de ontvanger.

  • reenvoudigde spoorwegregeling

Als de goederen met toepassing van de vereenvoudigde spoorwegregeling de Europese Unie verlaten, wordt de verklaring afgegeven zodra de goederen onder deze regeling zijn gebracht.

Het controlerend douanekantoor dat vaststelt of onder zijn verantwoordelijkheid laat vaststellen dat de goederen daadwerkelijk de voorziene bestemming hebben gevolgd, brengt op het controle-exemplaar T5 in het vak "Controle van het gebruik en/of de bestemming" een kruis aan voor de vermelding "hebben de aan de voorzijde aangegeven bestemming gevolgd op ......", aangevuld met de datum die hierop betrekking heeft.

Onderzoek in een andere lidstaat
  1. Als het verzoek om terugbetaling betrekking heeft op goederen die zich in een andere lidstaat van de Europese Unie bevinden en u het nodig acht dat een nader onderzoek wordt ingesteld zoals bedoeld in paragraaf 2.3.2, maakt u een verzoek om controle waarin u aangeeft:
    • de aard van de gewenste inlichtingen;

    • de controles die verricht moeten worden.

    • het verzoek om een controle;

    • het verzoek om terugbetaling;

    • alle bescheiden die van belang zijn.

  2. Vervolgens stuurt u naar het Belastingdienst/Douane informatiecentrum:

( artikel 885 en bijlage 112 TVo. CDW)

Zodra uit de andere lidstaat de gewenste inlichtingen op het Belastingdienst/Douane informatiecentrum zijn ontvangen, worden u deze toegezonden.

Onderzoek op verzoek van een andere lidstaat

De verzoeken om nader onderzoek uit de andere lidstaten van de Europese Unie die op het Belastingdienst/Douane informatiecentrum worden ontvangen, worden ter uitvoering aan de betreffende eenheden toegezonden. U moet er rekening mee houden dat binnen twee weken, vanaf de datum van ontvangst van het verzoek, de gevraagde inlichtingen moeten zijn verschaft of de gevraagde controles zijn verricht. (artikel 911 TVo. CDW)

U zendt de gevraagde inlichtingen en/of de uitslag van het nader onderzoek naar het Belastingdienst/Douane informatiecentrum.

U verstuurt uw correspondentie over wederzijdse bijstand tussen de lidstaten door tussenkomst van het Belastingdienst/Douane informatiecentrum in Rotterdam.

Naar boven

2.3.3 Rentevergoeding

In principe geeft de terugbetaling geen aanleiding tot de betaling van moratoire interest door de Belastingdienst. Alleen wanneer te laat wordt terugbetaald (drie maanden nadat de terugbetalingsbeschikking is genomen is nog niet terugbetaald) is moratoire interest verschuldigd. Het bedrag aan interest moet zo worden berekend dat het gelijk is aan het bedrag dat op de binnenlandse geld- en kapitaalmarkt zou worden geëist. Om doelmatigheidsredenen wordt deze rente pas vergoed als daar een verzoek om wordt gedaan. (artikel 241 CDW)

Naar boven

2.3.4 Minimum terugbetalingsbedrag

Een te klein bedrag wordt niet terugbetaald of kwijtgescholden. Wanneer per geval het totale bedrag aan douanerechten, landbouwheffingen en/of anti-dumpingheffingen niet meer bedraagt dan 10 euro, wordt geen terugbetaling of kwijtschelding verleend. (artikel 240 CDW juncto artikel 898 TVo. CDW)

Naar boven

2.3.5 Deeluitvoer, -wederuitvoer, -vernietiging

Bij een terugbetaling kan een goed:

  • moeten worden uitgevoerd;

  • moeten worden vernietigd;

  • een andere toegestane bestemming moeten krijgen (bijvoorbeeld afstaan aan liefdadigheidsinstelling, inslag in entrepot).

Als nu niet het volledige goed die bestemming volgt maar alleen een aantal onderdelen of elementen van dat goed, dan moet het bedrag van de terugbetaling overeenkomstig worden verminderd.

Het bedrag berekent u als volgt:

  1. Bepaal het bedrag van de rechten bij invoer voor het volledige goed.

  2. Bepaal het bedrag van de rechten bij invoer die zouden zijn geheven voor dat deel van het goed dat niet is uitgevoerd (resterende goed). U gaat daarbij uit van de datum waarop het volledige goed ten invoer werd aangegeven.

  3. Bepaal het verschil tussen de bedragen bedoeld bij 1 en 2. Dit verschil is het terug te betalen bedrag. ( artikel 897 TVo. CDW)
Naar boven

2.3.6 Voorwaarden wederuitvoer of vernietiging

Als de eis "uitvoer (of vernietiging) onder toezicht van de bevoegde autoriteiten" is gesteld, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

  1. Het verzoek om terugbetaling is ingediend voor de wederuitvoer of vernietiging.

  2. De inspecteur heeft toestemming verleend tot wederuitvoer of vernietiging of hij heeft beslist op het verzoek om terugbetaling.

  3. De nodige bewijzen voor de wederuitvoer of vernietiging moeten worden overgelegd.

Als niet aan deze formele eisen is voldaan, is onder bepaalde voorwaarden terugbetaling mogelijk op grond van artikel 239 CDW (zie hoofdstuk 6).

Naar boven

2.3.7 Anti-dumpingheffing

Voor anti-dumpingheffing bestaan mogelijkheden tot het verlenen van terugbetaling die niet zijn gebaseerd op de CDW. Deze mogelijkheden doen zich voor als kan worden aangetoond dat geen dumping heeft plaats gevonden. (artikel 11, lid 8 Verordening (EG) nr. 1225/2009)

Meer informatie hierover vindt u in dit Handboek, onderdeel 1.02.00, paragraaf 4.1.3.

Naar boven

2.3.8 Bezwaar en beroep

Zie voor een overzicht van de bezwaar- en beroepsprocedures die kunnen worden gevolgd naar aanleiding van een terugbetalingsbeschikking het onderdeel bezwaar en beroep, onder nummer 32.00.00 van dit Handboek.

Naar boven

2.3.9 Vervallen

Naar boven

2.4 Uitzonderingen

  • In dit hoofdstuk zijn geen uitzonderingen opgenomen.

Naar boven

2.5 Strafbepalingen

Het is verboden onjuiste of onvolledige gegevens te verstrekken of handelingen te verrichten die leiden of kunnen leiden tot een onjuiste terugbetaling of kwijtschelding. (artikel 11:1 Algemene douaneregeling)

Naar boven