Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

27.00.00 Zekerheidstelling voor het bedrag van de douaneschuld

2 Toelatingsprocedure bank- en borginstellingen

2.1 Algemeen

In artikel 195 van het CDW staat dat de borg een in de Gemeenschap gevestigde derde is die door de douaneautoriteiten van een lidstaat is erkend.

De douaneautoriteiten kunnen weigeren de voorgestelde borg te erkennen, indien deze naar hun mening niet alle waarborgen biedt voor de betaling van de douaneschuld binnen de gestelde termijn.
In Nederland is de toelating als borg beperkt tot kredietinstellingen, financiële instellingen en schadeverzekeraars, die een vergunning hebben verkregen van de Nederlandsche Bank N.V. voor het stellen van borgtochten.
Het begrip kredietinstelling, financiële instelling en schadeverzekeraar wordt verklaard in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht van 28 september 2006 (Wft).

In dit hoofdstuk zijn de toelatingsprocedures beschreven om in Nederland te worden toegelaten als borg

Naar boven

2.2 Procedures en ambtelijke werkzaamheden

2.2.1 Toelaten borg

Als een kredietinstelling, financiële instelling en/of schadeverzekeraar wil worden toegelaten als borg, moet deze daartoe een schriftelijk verzoek indienen bij de ontvanger van Belastingdienst/Douane Groningen te Groningen.

Bovenstaande begrippen worden in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) als volgt gedefinieerd.

Financiële instelling:

degene die, geen kredietinstelling zijnde, in hoofdzaak zijn bedrijf maakt van het verrichten van één of meer van de werkzaamheden, bedoeld onder 2 tot en met 12 van de herziene richtlijn banken (6: het stellen van borgtochten) of van het verwerven of houden van deelnemingen.

Kredietinstelling:

een bank of elektronischgeldinstelling.

Schadeverzekeraar:

degene, die zijn bedrijf maakt van het sluiten van schadeverzekeringen voor eigen rekening en het afwikkelen van die schade verzekeringen.

Het drietal kan een vergunning verkrijgen van de Nederlandsche Bank N.V. voor de in bijlage 1 van de herziene richtlijn banken genoemde activiteit 15, te weten: het stellen van borgtochten.

Het verzoek moet vergezeld gaan van:

  • een bewijs waaruit blijkt dat verzoeker van de Nederlandse Bank een vergunning heeft verkregen voor het stellen van borgtochten;

  • een lijst met de namen en adressen van de correspondenten in de lidstaten en EVA-landen of een verklaring waaruit blijkt, dat verzoeker uitsluitend borgtochten zal stellen op grond van nationale bepalingen;

  • een recent uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

  • een lijst met namen en handtekeningen van procuratiehouders en de voorwaarden waaronder zij gerechtigd zijn tot het ondertekenen van akten van borgtocht (procuratieregeling);

  • het fiscaal nummer waaronder de verzoeker bij de Belastingdienst is geregistreerd voor, in volgorde, de activiteit vennootschapsbelasting, loonbelasting en omzetbelasting.

De ontvanger van de Belastingdienst/Douane/Groningen controleert of het verzoek voldoet aan het gevraagde.

De ontvanger van de Belastingdienst/Douane/Groningen informeert de verzoeker schriftelijk omtrent de toelating als borg in Nederland voor het afgeven van akten van borgtocht voor douaneaangelegenheden.

Vervolgens wordt de borg opgenomen in:

  • de lijst van in Nederland toegelaten borgen, overeenkomstig artikel 195 Verordening (EEG) 2913/92 (zie bijlage 1van dit onderdeel);

  • de te raadplegen tabel Borgmaatschappij van KlS.

Naar boven