Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

20.06.00 Veterinair

8 Aangiftebehandeling en werkzaamheden bij transhipment

De transhipmentregeling kan worden toegepast op zendingen producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, hooi en stro en samengestelde producten die uit derde landen op een grenscontrolepost in de Unie zijn aangebracht en bestemd zijn voor:

  • invoer op een andere grenscontrolepost in dezelfde of een andere lidstaat

    . (Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2124)
  • doorvoer naar een derde land

    (Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2124)

Deze procedure beschrijft de controle van zendingen producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, hooi en stro en samengestelde producten uit derde landen die in een Nederlandse Grenscontrolepost (GCP) aankomen en worden overgeladen. De overlading in een ander zeeschip of vliegtuig in dezelfde zeehaven of op dezelfde luchthaven om vervolgens naar een andere zeehaven of luchthaven te worden vervoerd vindt plaats onder douanetoezicht. De zeehaven of luchthaven waarheen de overgeladen goederen worden vervoerd kan een andere Nederlandse GCP of een GCP in een andere lidstaat of zeehaven/luchthaven in een derde land zijn.

Naar boven

8.1 Controle bij transhipment binnen termijn

In het geval van transhipment kunnen de documenten-, de overeenstemmings- en de materiële controle bij binnenkomst in de Unie - onder voorwaarden - achterwege blijven. Wel moet worden gecontroleerd of de GCP van bestemming is aangewezen voor de soort veterinaire goederen.

De voor de zending verantwoordelijke exploitant moet vóór aankomst van de veterinaire goederen een kennisgeving transhipment indienen in VGC. Hierbij kan worden volstaan met minder gegevens dan bij een reguliere kennisgeving. Wanneer de kennisgeving transhipment niet of niet tijdig is gedaan, geldt de normale procedure en moeten de goederen in ieder geval een volledige D-controle ondergaan.

Voor transhipment geldt dat de goederen na binnenkomst binnen een vastgestelde periode moeten vertrekken. Voor luchthavens is deze periode volgens artikel 13 gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2124, drie dagen, voor zeehavens 30 dagen.

De transhipmentregeling vangt aan op het tijdstip of de datum waarop het vliegtuig of het schip voor inklaring is aangemeld. Als de aangegeven verblijfsduur voor transhipment in de vooraanmelding voldoet aan de toegestane termijn en de kennisgeving is volledig dan wordt vanuit VGC automatisch een statusbericht verstuurd met de mededeling "TBT" (Transhipment Binnen Termijn). Hiermee heeft de partij toestemming tot vertrek binnen de termijn van 3 of 30 dagen.

Naar boven

8.2 Controle bij transhipment na termijnoverschrijding

Wanneer de transhipment termijn wordt overschreden wordt de zending overgedragen aan de NVWA die de zending vervolgens onderwerpt aan een documentencontrole. Blijkt in dat geval dat niet wordt voldaan aan de in artikel 1, lid 2 van Verordening (EU) 2017/625 genoemde regels, dan wordt de exploitant gelast de zending te vernietigen of ervoor te zorgen dat de zending het grondgebied van de Unie onverwijld verlaat. Artikel 13, lid 4 Verordening (EU) 2019/2124

Naar boven

8.3 Herstuwing en transhipment

In de GCP Rotterdam wordt veelvuldig gebruik gemaakt van de regeling transhipment van keuringsplichtige goederen (dierlijke producten / producten van dierlijke oorsprong) uit derde landen.

Onderdeel van de regeling transhipment is dat de voor de zending verantwoordelijke exploitant tijdig zendingen vooraanmeldt als transhipment zending. Tijdig wil zeggen: voordat de zending is binnengebracht (aan wal gezet of gelost). Voor transhipment geldt in dit opzicht dezelfde voorwaarde als bij controle overige keuringsplichtige goederen uit derde landen m.b.t. vooraanmelding. Indien geen correcte vooraanmelding van transhipment zendingen heeft plaatsgevonden, wordt de partij uitgesloten van de regeling transhipment en onder het volledige controleproces voor invoer vanuit derde landen gebracht. Op deze manier tracht de NVWA in de GCP Rotterdam te voorkomen dat partijen structureel onttrokken worden aan officiële controles volgens Verordening (EU) 2017/625, waarbij de voor de zending verantwoordelijke exploitant achteraf verklaart dat de partij voor transhipment of overlading in aanmerking kwam.

In het geval van herstuwing wordt een zending gedurende een korte periode op de kade gezet, waarna de zending weer aan boord gaat van hetzelfde schip. In een dergelijk geval is er geen sprake van transhipment of overlading. Incidenteel komt het voor dat zendingen die t.g.v. herstuwing van boord gaan niet snel genoeg terug aan boord van het schip kunnen worden gezet en met een ander schip vertrekken. Deze zendingen komen niet in aanmerking voor transhipment, daar de vooraanmelding niet correct heeft plaats gevonden. Om zendingen in zo’n geval toch voor transhipment of overlading in aanmerking te laten komen, wordt de onderstaande werkwijze toegepast:

Binnen twaalf uur na lossing wordt:

  • Een schriftelijke melding ingediend van de rederij aan de NVWA via zwdc@nvwa.nl dat de zending i.v.m. herstuwing is gelost en hetzelfde uitgaande schip gemist heeft.

  • Een verzoek ingediend om transhipment achteraf i.v.m. herstuwing.

  • Een transhipment-GGB ingediend met voorgeschreven gegevens. Dit GGB moet opgemaakt zijn op de werkdag waarop de schriftelijke melding gedaan is. Indien deze melding gedaan is na 17 uur of in het weekend, moet het GGB opgemaakt zijn op de eerst volgende werkdag.

Het vervolg van de controles verloopt volgens de reguliere transhipmentprocedure.

Naar boven

8.4 Controle bij uitgaan

Om toestemming tot inlading te krijgen in het uitgaande vervoermiddel moet belanghebbende bij de lading een uitdraai van het GGB overleggen. Afhankelijk van de situatie moet belanghebbende ook de volgende documenten en gegevens overleggen.

  • Bij vervoer door de lucht: de (uitgaande) Air Way Bill of het luchtvaartmanifest of een kopie hiervan. Hierop moeten de volgende gegevens staan:

    • de datum van uitgang

    • het vluchtnummer van het vliegtuig

    • de terminal van uitgang

    • de vermelding 'transhipmentregeling'

  • Bij vervoer over zee: (kopie van) de (uitgaande) Bill of lading. Hierop moeten de volgende gegevens staan:

    • de datum van uitgang

    • naam en reisnummer van het uitgaande zeeschip

  • Bij uitgang via zee: een Kennisgeving wederuitvoer. Dit is afhankelijk van de regeling. De kennisgeving mag met een geautomatiseerd systeem. En een aangifte voor douanevervoer.

De voor de zending verantwoordelijke exploitant bij de lading wordt automatisch geïnformeerd over de afhandeling. Zorg voor een correcte afhandeling van de douanedocumenten. Voor verdere informatie zie de transhipmentprocedure of overlaadprocedure (BPR 17) van de NVWA.

Naar boven

8.5 Niet voldoen aan eisen

Bij overschrijding van de termijnen vervalt de transhipmentregeling en kunt u geen toestemming tot inlading verlenen. De voor de zending verantwoordelijke exploitant wordt hierover bij de lading automatisch geïnformeerd. De partij wordt overgedragen aan de NVWA.

Taak ambtenaar:

  • Leg het vervallen van de transhipment vast in het systeem VGC.

  • Draag het dossier over aan de NVWA

De voor de zending verantwoordelijke exploitant moet vervolgens een nieuwe vooraanmelding doen in VGC . Hij moet daarin verwijzen naar de originele veterinaire documenten en het nummer van de eerste vooraanmelding.

Naar boven