Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

21.00.00 Vrije Zones en Vrije Entrepots

1 Inleiding

1.1 Algemeen

Dit onderdeel van het Handboek Douane gaat over vrije zones en vrije entrepots. Hierin worden alle wettelijke bepalingen ten aanzien van vrije zones en vrije entrepots toegelicht. Diverse keren wordt er verwezen naar andere delen van dit Handboek of naar een ander Handboek omdat het hoofdbelang in andere wettelijke bepalingen ligt. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij de opslag van accijnsgoederen (Handboek Accijns, onderdeel 30.90.00) en bij het beëindigen van de opslag in een vrije zone of vrij entrepot (Handboek Douane, Plaatsing onder een douaneregeling, onderdeel 12.00.00). Voor dergelijke gevallen worden in dit onderdeel alleen de raakpunten met de vrije zone- of vrije entrepotbepalingen uitgewerkt.

Dit eerste hoofdstuk bevat een aantal algemene opmerkingen over vrije zones en vrije entrepots en de verdere inhoud van dit onderdeel van het Handboek.

De vrije zones en vrije entrepots vinden hun wettelijke basis in:

  • Titel IV, Hoofdstuk 3, Afdeling 1 (artikelen 166 t/m 181) CDW en

  • Titel V, Hoofdstuk 1 (
    artikelen 799 t/m 814) TVo.CDW

Vrije zones en vrije entrepots zijn delen van het grondgebied die bij een zogenoemde wetsfictie worden geacht niet tot het grondgebied te behoren. De vrije zones en vrije entrepots zijn als het ware stukjes buitenland en de daar aanwezige goederen worden geacht zich niet of niet meer in het douanegebied van de Gemeenschap te bevinden. De wetsfictie heeft voorwaarden en beperkingen. De fictie geldt voor:

  • niet-communautaire goederen alléén voor rechten bij invoer en handelspolitieke maatregelen en

  • communautaire goederen alleen als die in aanmerking komen voor maatregelen die aan de uitvoer zijn verbonden, zoals bijvoorbeeld restitutie wegens uitvoer. Die maatregelen moeten berusten op daarvoor bestaande specifieke communautaire wetgeving.

(artikel 166 CDW;
artikel 799 TVo.CDW)

De in Nederland opgerichte vrije entrepots zijn vooral gericht op bevoorrading van schepen en vliegtuigen in het internationale verkeer en op leveringen aan diplomatieke diensten. Voor vrije entrepots (en vrije zones van controletype I) geldt een klassiek systeem van douanetoezicht. De nadruk ligt daarbij op een afgescheiden gebied c.q. ruimte en op fysiek toezicht en fysieke controles. Goederenbewegingen binnen het vrije entrepot (en de vrije zone controletype I) kunnen zonder douaneformaliteiten plaats vinden.

(artikel 168 CDW)

De vrije zones worden onderscheiden in vrije zones van controletype I en vrije zones van controletype II. Het controletype I wordt in dit onderdeel van het Handboek niet uitgewerkt omdat in Nederland geen vrije zone van controletype I is gevestigd. De eisen, voorwaarden en formaliteiten voor een vrije zone van controletype I zijn nagenoeg gelijk aan die voor een vrij entrepot. Nederland kent één vrije zone van controletype II. Deze is gevestigd op de internationale luchthaven Schiphol. De reden om op Schiphol een vrije zone van controletype II in te stellen is dat de systematiek van dit type vrije zone voor het douanetoezicht het best aansluit bij de daar aanwezige concentratie van vervoer en opslag van goederen. Voor een vrije zone van controletype II geldt een combinatie van administratief en fysiek douanetoezicht. Het douanetoezicht, de douanecontroles en -formaliteiten, en de bepalingen inzake de douaneschuld worden verricht overeenkomstig de bepalingen inzake het stelsel van douane-entrepots.

(artikelen 168bis CDW;
artikel 813 TVo.CDW; artikel 5:1 Algemeen douanebesluit en artikelen 4:10-4:17 Algemene douaneregeling)

Let op!

De teksten in dit onderdeel gelden voor zowel voor vrije zones als voor vrije entrepots. Als er sprake is van onderling afwijkende bepalingen worden de procedures en handelwijzen afzonderlijk beschreven en wordt dit kenbaar gemaakt door de aanduiding Vrij entrepot’ of ‘Vrije zone’ boven de tekst.

Waar verder in dit onderdeel wordt gesproken over een vrije zone, zonder nadere aanduiding van het controle type, wordt de vrije zone van controletype II op Schiphol bedoeld.

Naar boven

1.2 Verschillen en overeenkomsten tussen vrije zone, vrije entrepots en douane-entrepots

De vrije zone en de vrije entrepots verschillen van de douane-entrepots, maar hebben daarmee ook overeenkomsten. In de volgende opsomming wordt hierop ingegaan.

  • De vrije zone en de vrije entrepots zijn in de wettelijke bepalingen gedefinieerd als een douanebestemming; een douane-entrepot is gedefinieerd als een douaneregeling. Dit leidt met name voor de vrije entrepots tot een verschil in voorwaarden, verplichtingen en formaliteiten.

  • Voor de plaatsing van goederen in de vrije zone gelden de regels ter zake van douane-entrepots. Dat houdt onder meer in dat voorafgaand aan de opslag in de vrije zone, net als bij het entrepotstelsel, een plaatsingsaangifte moet worden gedaan. Bij een vrij entrepot geldt een aangifteplicht als:

  • De eisen die aan de voorraadadministratie van de vrije zone worden gesteld, zijn gelijk aan die van een douane-entrepot en zijn zwaarder dan voor een vrij entrepot. Bij een vrij entrepot beperken de administratieve eisen zich voornamelijk tot hoeveelheden en identiteitskenmerken. Een administratie bestaande uit kopie-documenten van bescheiden waarmee de goederen zijn aangebracht en weggevoerd, is voor een vrij entrepot afdoende. Bij douane-entrepots en de vrije zone moeten veel meer gegevens worden vastgelegd en wordt veel meer aansluiting gezocht met de commerciële en financiële administratie.

  • Het overbrengen van goederen vanuit een douane-entrepot, de vrije zone of een vrij entrepot naar een douane-entrepot, de vrije zone of een vrij entrepot is onderworpen aan de bepalingen voor douanevervoer met de daarvoor benodigde formaliteiten. Voor het overbrengen vanuit een douane-entrepot of de vrije zone naar een douane-entrepot of de vrije zone kan de Douane het gebruik van een vereenvoudigde overbrengingsprocedure toestaan. Als goederen worden overgebracht tussen in de vrije zone betrokken opslaglocaties is het gebruik van de vereenvoudigde overbrengingsprocedure zelfs verplicht (volgt uit de vergunning vrije zone). Bij overbrenging van goederen uit of naar een vrij entrepot is geen vereenvoudigde overbrengingsprocedure mogelijk.

  • In douane-entrepots en in de vrije zone kunnen goederen gebruikelijke behandelingen ondergaan na voorafgaande toestemming van de Douane en met een incidentele kennisgeving. Voor gebruikelijke behandelingen in een vrij entrepot is geen voorafgaande toestemming van de Douane nodig en evenmin een incidentele kennisgeving omdat de douane ter plaatse aanwezig is.

  • In douane-entrepots zijn in beginsel geen andere activiteiten toegestaan dan opslag. In de vrije zone en de vrije entrepots zijn industriële of commerciële activiteiten of activiteiten met het karakter van dienstverlening toegestaan onder voorwaarde dat de Douane daarvan vooraf in kennis is gesteld.

  • Voor opslag in een vrij entrepot hoeft geen zekerheid te worden gesteld. Zie voor de zekerheid bij opslag in een douane-entrepot of de vrije zone onderdeel 27.00.00 van dit Handboek.

Naar boven