Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

2.00.00 Vertegenwoordiging bij de Douane

4 Sancties

Als een douanevertegenwoordiger een aangifte indient in naam en voor rekening van een ander (de vertegenwoordigde), is de douanevertegenwoordiger zelf verantwoordelijk voor de juistheid van zijn handelen. De douanevertegenwoordiger dient zich te verwittigen van de juistheid van de informatie die de vertegenwoordigde verstrekt.
Als een douanevertegenwoordiger een onjuiste aangifte indient of valse of vervalste bescheiden overlegt, verricht hij de onjuiste handeling en is dan ook aansprakelijk.
Uit feiten en omstandigheden zal moeten blijken of de douanevertegenwoordiger ook werkelijk verweten kan worden dat door zijn toedoen (als pleger/doen pleger/medepleger) een strafbaar feit is begaan. Het doen van een foute aangifte door de vertegenwoordiger, namens de vertegenwoordigde kan leidentot een sanctie van de douane.

In de praktijk zal in eerste instantie contact worden opgenomen met de persoon die de aangifte heeft ondertekend (ingediend); dus met de douanevertegenwoordiger. Als de douanevertegenwoordiger aantoont dat deze in het bezit is van een machtiging om als vertegenwoordiger op te treden wordt ook de rol van de vertegenwoordigde in het "onderzoek" betrokken. Van belang is dan om vast te stellen wie nu feitelijk verantwoordelijk is voor het doen van een onjuiste aangifte en het strafbare feit heeft begaan. Is dat de douanevertegenwoordiger, de vertegenwoordigde of allebei? Dit zal uit nader onderzoek (feiten en omstandigheden) moeten blijken.

De vertegenwoordigde zal in het algemeen in zijn opdracht aan de douaneagent opgeven wat en hoe moet worden aangegeven. De douanevertegenwoordiger beschikt naast de machtiging ook over de opdracht en alle op de aangifte betrekking hebbende bescheiden zoals de factuur en het oorsprongsbescheid.

Drie voorbeelden om het "nader onderzoek" te verduidelijken:

Voorbeeld 1:
Tijdens de verificatie wordt vastgesteld dat de douanevertegenwoordiger een douanewaarde van € 1.500,- in de douaneaangifte heeft vermeld, terwijl dat, op basis van de factuur die de douanevertegenwoordiger bij die aangifte beschikbaar had, € 15.000,- had moeten zijn. Door toedoen van de douanevertegenwoordiger is een onjuiste aangifte gedaan. De douanevertegenwoordiger heeft verwijtbaar gehandeld.

Voorbeeld 2:
Tijdens de verificatie wordt vastgesteld dat de goederencode afwijkt van de goederencode die de douanevertegenwoordiger in de douaneaangifte had opgenomen. Wie verwijtbaar feit heeft gehandeld, de vertegenwoordigde of de douanevertegenwoordiger of wellicht beiden, zal moeten blijken uit nader onderzoek. Daarbij is bijvoorbeeld van belang of de vertegenwoordigde de douanevertegenwoordiger heeft ingeschakeld vanwege zijn kennis op het gebied van douanewetgeving en indeling en of de vertegenwoordigde bewust een onjuiste goederencode heeft opgegeven om een financieel voordeel te behalen of dat de douanevertegenwoordiger de gegevens uit de opdracht "klakkeloos" heeft overgenomen zonder de gegevens zelf te controleren.

Voorbeeld 3:
Bij een controle na de invoer blijkt dat sprake is van dubbele facturen. De douanewaarde was volgens de douaneaangifte € 15.000,- maar blijkt in werkelijkheid € 20.000,- te zijn. Wanneer bij het onderzoek blijkt dat de douanevertegenwoordiger geen enkele aanleiding had om te veronderstellen dat er mogelijk meer facturen voor dergelijke zendingen worden gebruikt, dan wel dat de douanevertegenwoordiger hier navraag naar heeft gedaan en de vertegenwoordigde heeft geantwoord dat er slechts één factuur was, zal het de vertegenwoordigde zijn die, door met dubbele facturen te werken, verwijtbaar heeft gehandeld.

Voorbeeld 4:

Bij controle blijkt dat een douanevertegenwoordiger gebruikt heeft gemaakt van een ‘valse’ machtiging.
De vertegenwoordigde heeft geen machtiging afgegeven voor het door de douanevertegenwoordiger stellen van zekerheid namens de vertegenwoordigde. De douanevertegenwoordiger maakt zich hierbij schuldig aan het doen van een onjuiste aangifte als bedoeld in artikel 10:5 Adw. Afhankelijk van de kwalificatie overtreding of misdrijf zal dan een passende sanctie in de vorm van een fiscale strafbeschikking kunnen worden aangeboden.

Opgemerkt wordt nog dat bovenstaande voorbeelden zowel voor de AEO- als de niet-AEO-gecertificeerde douanevertegenwoordigers gelden.

Zie verder onderdeel Strafbepalingen, van dit Handboek.