Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

7.00.00 Niet-preferentiële oorsprong

1 Inleiding

Bij de toepassing van maatregelen die door de Europese Unie zijn vastgesteld in het kader van het internationale handelsverkeer van goederen kan de oorsprong van de goederen een belangrijke rol spelen. Veel tarifaire en non-tarifaire maatregelen zijn namelijk mede gebaseerd op de oorsprong van de goederen. Niet alleen het soort product (tariefindeling van het product), maar ook de oorsprong van het product is dan van invloed bij het beantwoorden van de vraag of goederen zonder belemmering binnen het grondgebied van de Europese Unie mogen worden gebracht en als er geen belemmeringen zijn onder welke voorwaarden de goederen in het vrije verkeer kunnen worden gebracht. Afhankelijk van de oorsprong van de goederen kan bij het in het vrije verkeer brengen van de goederen bovendien een verlaagd douanerecht of nul recht van toepassing zijn.

Bij het bepalen van de oorsprong van goederen wordt onderscheid gemaakt in twee type regels: de niet-preferentiële en de preferentiële oorsprongsregels (zie Afdeling 1 en Afdeling 2 van Hoofdstuk 2 van titel II van het DWU). Dit onderscheid is ontstaan doordat in de loop der jaren voor de toepassing van bepaalde preferentiële regelingen met (groepen van) landen, naast de bestaande niet-preferentiële oorsprongsregels, specifieke oorsprongsregels zijn vastgesteld voor de toepassing van de preferentiële regelingen. Deze specifieke oorsprongsregels zijn neergelegd in de autonome preferentiële regelingen en in de oorsprongsprotocollen bij de vrijhandelsovereenkomsten die door de Europese Unie met de betreffende landen zijn gesloten (bijvoorbeeld Protocol nr. 1 bij de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Zuid-Afrika (ZA). Als goederen voldoen aan de gestelde oorsprongseisen, kan voor deze goederen een oorsprongsbewijs worden afgegeven op basis waarvan bij het in het vrije verkeer brengen een beroep kan worden gedaan op de toepassing van een preferentiële tariefbehandeling.

Afdeling 2 van hoofdstuk 2 (artikel 64 DWU) gaat in op de preferentiële oorsprong. Voor een toelichting op de verschillende preferentiële regelingen en de daarbij in acht te nemen oorsprongsregels wordt verwezen naar onderdeel 8.00.00 van dit Handboek.

Dit onderdeel geeft een nadere toelichting op de niet-preferentiële oorsprongsregels zoals bedoeld in Afdeling 1 van Hoofdstuk 2 van het DWU (artikel 59 t/m 63). Deze niet-preferentiële oorsprongsregels kunnen een rol spelen bij de uitvoering van handelspolitieke of marktordenende maatregelen. De volgende onderwerpen komen aan de orde:

  • Niet-preferentiële oorsprongsregels (hoofdstuk 2);

  • Niet-preferentiële oorsprongsbewijzen (hoofdstuk 3).