Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

11.00.00 Tijdelijke opslag van goederen

4 Aangifte voor tijdelijke opslag (ATO)

ATO bij het binnenbrengen van goederen via zee of door de lucht

Ter zake van binnengebrachte goederen, bestemd om te worden gelost, moet op grond van
artikel 145 DWU een aangifte tot tijdelijke opslag (ATO) worden ingediend. De aangifte tot tijdelijke opslag (ATO) wordt in Single Window voor maritiem en lucht (SW) gebracht en door SW doorgestuurd naar het elektronische douanesysteem DMF. Op basis van deze aangifte kunnen de goederen tijdelijk worden opgeslagen in een daarvoor goedgekeurde ruimte.

Wanneer de goederen waarvoor één aangifte voor tijdelijke opslag is gedaan, niet allemaal in dezelfde ruimte tijdelijk worden opgeslagen zal de ATO moeten worden gesplitst en wordt voor iedere ruimte een afzonderlijke ATO ingediend.

Het indienen van de ATO wordt in dit Handboek behandeld in de onderdelen:

In paragraaf 3.9 van beide onderdelen is de regeling met betrekking tot eventuele verschillen opgenomen. Wanneer binnengebrachte goederen tijdelijk zijn opgeslagen heeft de verwerking van een verschil uiteraard ook haar effect op die opslag.

Bijvoegingen op de ATO

Niet-Uniegoederen kunnen ten onrechte, niet zijn opgenomen op een ATO. Om dit te corrigeren, mogen bijvoegingen (suppleties) worden ingediend.

Van een bijvoeging is sprake als voor goederen die op een vervoersdocument (Bill of Lading - B/L of Airway Bill - AWB) staan geen ATO is ingediend, maar toch gelost zijn. Bijvoegingen moeten worden ingediend binnen 24 uur nadat de Douane is geïnformeerd over de Notification of actual departure van het vervoermiddel dat de goederen heeft binnengebracht (ATD = Actual Time of Departure – vertrek uitgaand vervoermiddel). De ATD is de objectieve vertrektijd die aan de Douane is verstrekt in het elektronische douanesysteem DMF.

Let op!

Een bijvoeging mag niet als doel hebben om hele (vergeten) ATO’s in te dienen. Een bijvoeging is niet mogelijk als de goederen niet of niet meer aanwezig zijn in de RTO. Goederen die niet op een ATO staan en waarvoor geen bijvoeging is ingediend, mogen niet worden weggevoerd uit de RTO.

Goederen waarvoor een bijvoeging is ingediend mogen niet binnen 6 uur weggevoerd worden uit de RTO. Dit mag ook niet als er binnen die 6 uur voor een nadere douaneregeling of voor wederuitvoer is gekozen.

Verschillen in meer (meerbevinding) en goederen die zijn bijgevoegd, kunnen pas onder een douaneregeling worden geplaatst of worden wederuitgevoerd, als zij alsnog zijn opgenomen in de ATO en zijn verwerkt in het elektronische douanesysteem DMF.

Voor binnengekomen bulkladingen waarvan bij lossing is vastgesteld dat het gewicht op de ATO niet in overeenstemming is met de werkelijke hoeveelheid goederen kan binnen 24 uur, nadat de Douane is geïnformeerd over de ATD een elektronisch wijzigingsbericht middels een update naar de Douane gestuurd worden. Deze update is een aanpassing van het gewicht op de in de ATO genoemde zending of vervoersdocument. De Douane zal deze update beoordelen.

De Douane gaat zéér terughoudend om met het oprekken van de termijnen. Feestdagen, zondagen en zaterdagen zijn niet bij de voorgeschreven termijnen inbegrepen. Als de termijn verloopt of ingaat op een feestdag, een zondag of een zaterdag, dan loopt de termijn af uiterlijk middernacht van de daaropvolgende werkdag.

Minder gelost dan vermeld op de ATO

Niet-Uniegoederen kunnen ten onrechte opgenomen zijn op een ATO. Om deze losverschillen te corrigeren kan men een wijzigingsbericht middels een update voor de ATO naar de Douane opsturen.

Van een dergelijk losverschil is bijvoorbeeld sprake als voor goederen die op een vervoersdocument (Bill of Lading - B/L of Airway Bill - AWB) staan een ATO is ingediend, terwijl deze goederen niet gelost zijn. Deze wijzigingsberichten moeten worden ingediend binnen 24 uur nadat de Douane is geïnformeerd over de Notification of actual departure van het vervoermiddel dat de goederen heeft binnengebracht (ATD = Actual Time of Departure – vertrek uitgaand vervoermiddel). De ATD is de objectieve vertrektijd die aan de Douane is verstrekt in het elektronische douanesysteem DMF.

Voor binnengekomen bulkladingen, zie verder in dit hoofdstuk onder ‘ATO voor bulkladingen’.

De Douane gaat zéér terughoudend om met het oprekken van de termijn voor het opsturen van het wijzigingsbericht. Feestdagen, zondagen en zaterdagen zijn niet bij de voorgeschreven termijnen inbegrepen. Als de termijn verloopt of ingaat op een feestdag, een zondag of een zaterdag, dan loopt de termijn af uiterlijk middernacht van de daaropvolgende werkdag.

Wijzigen van gegevens van de ATO is niet meer mogelijk als controle is aangezegd en als door de Douane geconstateerd is dat gegevens niet juist zijn.
(artikel 146 lid 1 letters a en b DWU)

Als goederen die vermeld staan op de ATO niet zijn aangebracht, is ongeldig maken mogelijk. Dit kan op verzoek van de aangever van de ATO of (geautomatiseerd) uiterlijk 30 dagen na indiening van de ATO.
(artikel 146 lid 2 letter a en b DWU)
Als goederen die vermeld staan op de ATO niet worden aangebracht kan de Douane dit aanrekenen als een uitwijkrisico. Dit zou kunnen leiden tot een controlemaatregel waarover de Douane, van de (lucht)haven waarnaar het deel van de lading uitwijkt, wordt geïnformeerd.
Aanleidingen voor het niet aanbrengen van goederen op een ATO kunnen bijvoorbeeld zijn:

  • Stakingen

  • Averij of machineschade

  • Calamiteiten op het gebied van veiligheid in de (lucht)haven

  • Op indicatie van de rederij/luchtvaartmaatschappij (inlopen vast vaar/vervoerschema)

  • Weersomstandigheden

Residuen in containers

Voor (tank)containers met daarin een resthoeveelheid (residu - empty uncleaned) gelden de bepalingen zoals opgenomen in Handboek Douane, onderdeel 10.00.00, paragraaf 3.5.9.

ATO bij beëindiging douanevervoer

Voor goederen die in het kader van het beëindigen van de regeling douanevervoer bij de douane worden aangebracht worden de gegevens over het vervoer beschouwd als ATO, voor zover zij aan de eisen voldoen, dat wil zeggen dat de vervoersgegevens die gegevens omvat die nodig zijn voor de toepassing van de bepalingen die gelden voor de tijdelijke opslag.

Volgens artikel 145 lid 1 DWU kan de houder van de goederen kan ook een separate ATO indienen na beëindiging van de regeling douanevervoer. In Nederland wordt van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
(artikel 145 lid 11 DWU)

ATO voor bulkladingen

Voor binnengekomen bulkladingen waarvan (bij lossing vastgesteld) het gewicht op de ATO niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan binnen 24 uur nadat de Douane is geïnformeerd over de Actual Time of Departure (ATD), een elektronisch wijzigingsbericht middels een update naar de Douane gestuurd worden. Deze update kan een aanpassing zijn van het gewicht en de goederenomschrijving op de in de ATO genoemde zending/BL. De Douane zal deze update beoordelen.

Nadere informatie over verschillen bij bulkzendingen is opgenomen in hoofdstuk 17 van dit onderdeel.

(Machine)onderdelen van schepen

(Machine)onderdelen van niet-Unieschepen kunnen voor reparatiewerkzaamheden in de Unie tijdelijk van boord gehaald worden. Deze (machine)onderdelen zijn een deel van het schip en daarom geen lading. De (machine)onderdelen staan daarom ook niet op de ATO.

Het (machine)onderdeel moet in verband met het douanetoezicht onder een douaneregeling gebracht worden. Dit zal veelal douanevervoer zijn. Om een mismatch in DMF te voorkomen wordt in vak 40 van de aangifte voor douanevervoer (Summiere aangifte/voorafgaand document) verwezen naar het bezoeknummer van het schip.