Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

12.20.00 Veiligheid

15 Bijlage 7 Stappenplan ademlucht

Stappenplan Ademlucht

Inleiding:

Het Stappenplan Ademlucht vermeldt in een reeks stappen hoe te handelen als gewerkt wordt met ademluchtdragers. Ademlucht wordt ingezet in situaties waar niet op het resultaat van een normale gasmeting gewacht kan worden (bv “Rip-off acties”) of om andere urgente redenen niet gewacht kan worden tot de atmosfeer in de ruimte veilig betreedbaar is.

Werkzaamheden vooraf en tijdens een controle

De actieleider of anders het personeel dat met ademlucht werkt, zorgt voor een veilige uitvoering van de werkzaamheden.

  • Afbakenen onveilig gebied: Bewaking of anders afzetten van een “onveilig gebied” waar geen mensen mogen bevinden zonder ademluchtuitrusting gedurende de controle.

  • (De minimale afstand ten opzichte van de te controleren containers is 10 meter gerekend vanaf de voorkant container)

  • De containers worden met hun deurzijde altijd “beneden-winds” opgesteld.

  • Mocht dit logistiek niet mogelijk zijn, dan zal er voor een zo gunstig mogelijke andere opstelling moeten worden gekozen (bijvoorbeeld dwars op de wind).

  • De ademluchtdragers dienen maatregelen te nemen om hun huid te beschermen tegen mogelijke inwerking van schadelijke gassen.

  • Voordat de ademlucht-controleur start met de controle, wordt er eerst een LEL meting uitgevoerd op alle containers die tot de actie behoren.

  • Boven de 10% L.E.L. wordt er GEEN controle op de betreffende container uitgevoerd!

  • Markeer deze container(-s) met een bv. een pilon of lint, zodat bij iedereen bekend is dat deze container niet betreden kan worden (ook niet na de gehele controle actie!

  • Noot: Buiten het LEL-percentage controleert de ‘gasmeetkundige’ tevens het zuurstof (O2)-gehalte en de PID-meterstand (VOC’s).

  • Een tweede ademlucht-controleur gaat niet naar de te controleren container(-s) toe maar houdt altijd “oogcontact” met de eerste controleur om bij calamiteiten alsnog te kunnen ingrijpen.

  • Hiertoe staat de tweede controleur klaar in volledige uitrusting, maar zonder toevoer van lucht. Mocht er zich een calamiteit voordoen, dan kan de tweede man (nadat hij alarm heeft geslagen) zijn ademlucht aansluiten en naar de andere controleur gaan om hem bij te staan of te redden.

  • Als er meer dan twee ademlucht-controleurs bij de actie betrokken zijn, dan zal de derde controleur in het veilige werkgebied blijven om op te treden bij eventuele calamiteiten. De twee andere controleurs kunnen gelijktijdig de controles verrichten. De derde man moet dan wel altijd de andere controleurs in het zicht houden.

  • Na iedere controle van een container sluit de controleur de deur weer (hermetisch) af. Deze kunnen na afloop van alle controles weer verzegeld worden.

  • Afhankelijk van de vooraf gemaakte afspraak tussen de actieleider en de ademluchtcontroleur kan deze de bevonden contrabande; a. meenemen of b. achterlaten in of bij de container

  • Na terugkomst (einde luchtvoorraad) van de ademlucht-controleur kan deze zijn bevindingen doornemen met de actieleider/coördinator (in het veilige gebied) indien van toepassing.

  • De ademlucht controleur geeft het werkgebied pas vrij als alle gevaarsaspecten zijn weggenomen en de containers zonder uitrusting ook veilig benaderbaar zijn.