Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

16.00.00 Actieve veredeling

11 Aanzuiveringsafrekening

11.1 Aanzuiveringsafrekening

De vergunninghouder actieve veredeling moet een aanzuiveringsafrekening voorleggen aan het controlekantoor. Dit geldt ook als sprake is van een vergunning op basis van een douaneaangifte tot plaatsing onder de regeling actieve veredeling.
(artikel 175, lid 1 GVo.DWU)

Let op!

In het geval van de regeling actieve veredeling EX/IM (voorafgaande uitvoer veredelingsproducten) hoeft geen aanzuiveringsafrekening te worden voorgelegd.

Als de vergunninghouder zowel actieve veredeling IM/EX als actieve veredeling EX/IM activiteiten heeft, moet wel een aanzuiveringsafrekening worden voorgelegd, maar dan hoeven de gegevens met betrekking tot de regeling actieve veredeling EX/IM niet in de aanzuiveringsafrekening te worden opgenomen.

De reden hiervoor is dat de regeling actieve veredeling EX/IM direct wordt gezuiverd op het tijdstip dat de niet-Uniegoederen onder de regeling actieve veredeling worden geplaatst. De niet-Uniegoederen krijgen op dat tijdstip de Unie status en het douanetoezicht eindigt. De niet-Uniegoederen hebben dan de plaats ingenomen van de gebruikte equivalente goederen (Uniegoederen).

Door de regelingcode (5111) die wordt gebruikt om de niet-Uniegoederen onder de regeling actieve veredeling te plaatsen, kan worden onderkend dat sprake is van de regeling actieve veredeling EX/IM.

Bij de regeling actieve veredeling EX/IM is altijd een gestandaardiseerde uitwisseling van inlichtingen (INF) vereist. Voor het douanetoezicht op het verloop van de regeling actieve veredeling EX/IM wordt gebruik gemaakt van het elektronische INF-systeem.

Zie voor informatie over de regeling actieve veredeling EX/IM hoofdstuk 6 van dit onderdeel.

Met de aanzuiveringsafrekening wordt een verantwoording gegeven van het verloop van de regeling actieve veredeling. Aan de hand van de aanzuiveringsafrekening moet de Douane in staat zijn toezicht uit te oefenen op de regeling. De aanzuiveringsafrekening moet onder meer de volgende gegevens bevatten:

  • vergunningnummer;

  • de hoeveelheid van elk soort goederen die onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst waarvoor aanzuivering wordt gevraagd;

  • de GN-code van de goederen die onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst;

  • verwijzingen naar de douaneaangiften waarmee de goederen onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst;

  • de GN-code van de veredelingsproducten;

  • de verwijzing naar de daaropvolgende douaneaangifte of enig ander document betreffende de zuivering van de regeling;

  • het opbrengstpercentage;

  • het te betalen bedrag aan invoerrechten als artikel 175, lid 4 GVo.DWU van toepassing is (zie voor informatie hierover hoofdstuk 13 van dit onderdeel); en

  • de aanzuiveringstermijn.

(artikel 175, lid 3 GVo.DWU en bijlage 71-06 GVo.DWU)

De aanzuiveringsafrekening moet worden voorgelegd binnen 30 dagen na het verstrijken van de aanzuiveringstermijn.

In beginsel moet als sprake is van een vergunning voor herhaald gebruik voor iedere zending die onder de regeling actieve veredeling is geplaatst een aanzuiveringsafrekening worden voorgelegd.

In een vergunning actieve veredeling voor herhaald gebruik kan echter worden bepaald dat aanzuiveringstermijnen die ingaan in de loop van een maand, kwartaal of halfjaar, verstrijken op de laatste dag van een volgende maand respectievelijk van een volgend kwartaal of halfjaar. Dit is de zogenaamde globalisatie.
(artikel 257, lid 2 DWU)

De aanzuiveringsafrekening moet dan worden voorgelegd binnen 30 dagen na het verstrijken van de maand respectievelijk het kwartaal of halfjaar.

Voorbeeld

Een bedrijf heeft een vergunning actieve veredeling voor herhaald gebruik. Op 3 januari, 11 januari en 27 januari worden sinaasappels uit Argentinië onder de regeling actieve veredeling geplaatst om te worden verwerkt tot sinaasappelsap. Het sinaasappelsap wordt vervolgens in het vrije verkeer gebracht of wederuitgevoerd.

De aanzuiveringstermijn is vastgesteld op 4 maanden en globalisatie per maand is toegestaan.

De aanzuiveringstermijnen voor alle douaneaangiften tot plaatsing onder de regeling die in de maand januari worden gedaan, verstrijken op 31 mei. Deze aanzuiveringstermijnen zouden zonder globalisatie verstrijken op 3 mei, 11 mei en 27 mei. De aanzuiveringstermijn van de laatste plaatsing onder de regeling in de maand januari verstrijkt op 27 mei. Door de globalisatie verstrijken alle aanzuiveringstermijnen dan op 31 mei (de laatste dag van de maand waarin de aanzuiveringstermijn van de laatste plaatsing in januari zou verstrijken).

In dit geval moet de vergunninghouder actieve veredeling één aanzuiveringsafrekening voor alle in de maand januari onder de regeling geplaatste goederen uiterlijk op 30 juni voorleggen aan het controlekantoor (30 dagen na het verstrijken van de aanzuiveringstermijn).

Op dezelfde wijze kan de inleverdatum van de aanzuiveringsafrekening worden bepaald bij globalisatie per kwartaal of halfjaar.

Zie voor informatie over de aanzuiveringstermijn en globalisatie hoofdstuk 10 van dit onderdeel.

Let op!

Als sprake is van een vergunning op basis van een douaneaangifte tot plaatsing onder de regeling actieve veredeling, dan moet voor iedere zending die onder de regeling is geplaatst een afzonderlijke aanzuiveringsafrekening worden voorgelegd. De aanzuiveringsafrekening bestaat in het geval van een vergunning op basis van een douaneaangifte uit het inleveren van een exemplaar van de aangifte waarmee de veredelingsproducten onder een volgende douaneregeling zijn geplaatst en de regeling actieve veredeling is gezuiverd samen met de "Opgave aanvullende gegevens en voorwaarden bij aanvraag vergunning op aangifte (DO 162)" bij Douanekantoor Eindhoven/Heerlen Oude Roderweg.
Naar boven

11.2 Niet of niet tijdig voorleggen aanzuiveringsafrekening

Als de aanzuiveringsafrekening niet of niet tijdig is voorgelegd bij het controlekantoor, ontstaat er een douaneschuld door niet-naleving van een verplichting van de regeling actieve veredeling.
(artikel 79, lid 1 letter a DWU)

Op verzoek van de vergunninghouder kan de Douane de termijn tot 60 dagen verlengen. In uitzonderlijke gevallen kan de Douane de termijn zelfs verlengen wanneer deze is verstreken. De aanvraag moet wel vóór het verstrijken van de termijn worden ingediend. De aanvraag kan niet na het verstrijken van de termijn worden ingediend, omdat dan al een douaneschuld is ontstaan door niet-naleving van de verplichting om de aanzuiveringsafrekening tijdig in te dienen. In bepaalde gevallen kan deze douaneschuld tenietgaan. Zie voor informatie over tenietgaan van de douaneschuld onderdeel 30.00.00 van dit Handboek.
(artikel 175, lid 2 GVo.DWU)

Naar boven

11.3 In het vrije verkeer brengen zonder douaneaangifte

Als in de vergunning actieve veredeling is bepaald dat veredelingsproducten of onder de regeling geplaatste goederen in ongewijzigde staat bij het verstrijken van de aanzuiveringstermijn worden geacht in het vrije verkeer te zijn gebracht, dan moet dit feit worden vermeld in de aanzuiveringsafrekening.
(artikel 170 GVo.DWU en artikel 175, lid 4 en lid 5 GVo.DWU)

Zie voor informatie over veredelingsproducten of onder de regeling geplaatste goederen in ongewijzigde staat die bij het verstrijken van de aanzuiveringstermijn worden geacht in het vrije verkeer te zijn gebracht hoofdstuk 13 van dit onderdeel.

Naar boven