Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

19.00.00 Passieve veredeling

9 Zuivering van de regeling passieve veredeling

9.1 Zuivering van de regeling passieve veredeling

Zuivering van de regeling passieve veredeling houdt in dat de veredelingsproducten onder de regeling in het vrije verkeer brengen worden geplaatst.

(artikel 215, lid 1 DWU)

De veredelingsproducten kunnen rechtstreeks na de regeling passieve veredeling in het vrije verkeer worden gebracht, maar kunnen ook eerst nog in een douane-entrepot worden opgeslagen voordat ze in het vrije verkeer worden gebracht.

De veredelingsproducten kunnen in beide gevallen met gehele of gedeeltelijke vrijstelling in het vrije verkeer worden gebracht.

(artikel 259, lid 1 DWU)

Zie voor informatie over de aanzuiveringstermijn hoofdstuk 10 van dit onderdeel.

Bij de indiening van een douaneaangifte tot plaatsing onder de regeling passieve veredeling EX/IM en bij de douaneaangifte voor het vrije verkeer na passieve veredeling EX/IM is altijd een gestandaardiseerde uitwisseling van inlichtingen (INF) vereist en moet de aangever verwijzen naar het desbetreffende INF-nummer. Zie voor informatie over gestandaardiseerde uitwisseling van inlichtingen (INF) bij passieve veredeling bijlage 2 van dit onderdeel.

Naar boven

9.2 Berekening invoerrechten bij in het vrije verkeer brengen

Indien niet-Uniegoederen in het vrije verkeer worden gebracht ontstaat een douaneschuld. De douaneschuld ontstaat op het tijdstip waarop de douaneaangifte wordt aanvaard.

(artikel 77, lid 1 en lid 2 DWU)

Indien een douaneschuld is ontstaan voor veredelingsproducten die zijn voortgebracht in het kader van de regeling passieve veredeling, of voor vervangende producten in het kader van het systeem uitwisselingsverkeer, wordt het bedrag aan invoerrechten berekend op basis van de kosten van de buiten het douanegebied van de Unie verrichte veredeling.

(artikel 86, lid 5 DWU)

Er wordt dan gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten verleend.

De kosten van de buiten het douanegebied van de Unie verrichte veredeling worden bepaald door de douanewaarde van de veredelingsproducten of vervangende producten op het tijdstip van aanvaarding van de douaneaangifte voor het vrije verkeer, te verminderen met de statistische waarde van de tijdelijk uitgevoerde Uniegoederen op het tijdstip waarop deze onder de regeling passieve veredeling zijn geplaatst.

De Uniegoederen die bij de veredeling zijn gebruikt, worden bij de berekening van het bedrag aan invoerrechten dus niet in aanmerking genomen.

Voor de vaststelling van de douanewaarde van de verdelingsproducten of vervangende producten gelden de normale bepalingen met betrekking tot douanewaarde. Zie voor informatie hierover onderdeel 9.00.00 van dit Handboek.

Het percentage invoerrecht dat moet worden toegepast, is het percentage invoerrecht dat van toepassing is op de veredelingsproducten of vervangende producten die in het vrije verkeer worden gebracht.

Voorbeeld toepassing artikel 86, lid 5 DWU (ad valorem invoerrecht):

   

Douanewaarde van de veredelingsproducten (auto’s)

€ 50.000

Statistische waarde van de tijdelijk uitgevoerde goederen (banden + software)

€ 5.000

Kosten van de buiten het douanegebied van de Unie verrichte veredeling

€ 45.000

Bedrag aan invoerrechten (percentage invoerrecht 10%)

€ 4.500

Naar boven

9.3 Omzetbelasting

De gehele of gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten bij in het vrije verkeer brengen is van overeenkomstige toepassing op de omzetbelasting. Als veredelingsproducten of vervangende producten in het vrije verkeer worden gebracht, is omzetbelasting verschuldigd over de berekende veredelingskosten als bedoeld in artikel 86, lid 5 DWU en de daarover verschuldigde invoerrechten.

(artikel 7:27, lid 4 Adr)

Naar boven

9.4 Berekening op basis van specifiek invoerrecht

Wanneer een specifiek invoerrecht moet worden toegepast op veredelingsproducten of vervangende producten wordt het bedrag hiervan berekend op basis van de douanewaarde van de veredelingsproducten of vervangende producten op het tijdstip van aanvaarding van de douaneaangifte voor het vrije verkeer, verminderd met de statistische waarde van de tijdelijk uitgevoerde goederen op het tijdstip waarop deze onder de regeling passieve veredeling zijn geplaatst. Dit bedrag moet worden vermenigvuldigd met het toepasselijke invoerrecht voor de veredelingsproducten of vervangende producten en daarna worden gedeeld door de douanewaarde van de veredelingsproducten of vervangende producten. Het bedrag dat daarna overblijft is het te betalen bedrag aan specifiek invoerrecht dat moet worden toegepast op de veredelingsproducten of vervangende producten die in het vrije verkeer worden gebracht.

Voorbeeld toepassing artikel 75 GVo.DWU (specifiek invoerrecht)

   

Douanewaarde van de veredelingsproducten (suiker)

€ 400 per ton

Statistische waarde van de tijdelijk uitgevoerde goederen

€ 200 per ton

Invoerrecht van toepassing op de veredelingsproducten

€ 420 per ton

Bedrag aan invoerrechten (€ 400 - € 200) x € 420 / € 400 =

€ 210 per ton

Naar boven

9.5 Gratis herstelde goederen

Als sprake is van gratis herstelling van goederen wordt onder bepaalde voorwaarden gehele vrijstelling van invoerrechten verleend.

De gratis herstelling moet dan hebben plaatsgevonden op grond van:

  • een contractuele of wettelijke garantieverplichting, of

  • een fabricagefout of materiaalfout.

(artikel 260, lid 1 DWU)

De vergunninghouder passieve veredeling moet het bewijs kunnen leveren van de garantieverplichting of het bestaan van een fabricagefout of materiaalfout.

Het maakt voor de toepassing van deze gehele vrijstelling niet uit of de gebreken worden geconstateerd op het tijdstip van vrijgave voor de regeling in het vrije verkeer brengen dan wel dat zij later (na de ingebruikname) zijn opgetreden of ontdekt.

Is op het tijdstip waarop de goederen voor het eerst in het vrije verkeer werden gebracht al rekening gehouden met de fabricagefout of materiaalfout, dan kan de vrijstelling niet worden toegepast.

(artikel 260, lid 2 DWU)

De tijdelijk uit te voeren goederen moeten daadwerkelijk kunnen worden hersteld. De regeling mag niet worden gebruikt om de technische specificaties van de goederen te verbeteren.

(artikel 243 GVo.DWU)

In bepaalde gevallen kunnen Uniegoederen die gebreken vertonen worden vervangen door niet-Uniegoederen (een zogenaamd vervangend product) in het kader van herstelling. Er is dan sprake van het gebruik van het systeem uitwisselingsverkeer. Zie voor informatie over het systeem uitwisselingsverkeer hoofdstuk 7 van dit onderdeel.

Naar boven

9.6 Herstelling of wijziging in het kader van een internationale overeenkomst

Een gehele vrijstelling van invoerrechten wordt ook verleend als de goederen zijn hersteld of gewijzigd in een land of gebied buiten het douanegebied van de Unie waarmee de Europese Unie een internationale overeenkomst heeft gesloten die in een dergelijke vrijstelling voorziet. Zie bijvoorbeeld artikel 2.9 van de Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en Japan of artikel GOODS.8 van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk.

Er moet dan zijn voldaan aan de voorwaarden die zijn vermeld in de desbetreffende overeenkomst.

Aangezien de werkingssfeer van die vrijstelling beperkt is tot de invoer van goederen die daadwerkelijk in het betrokken land of het betrokken gebied zijn hersteld of gewijzigd, is het systeem uitwisselingsverkeer en het gebruik van equivalente goederen in dit geval niet van toepassing.

De vrijstelling van invoerrechten geldt dus niet voor de invoer van vervangende producten in het kader van het systeem uitwisselingsverkeer of voor de invoer van uit equivalente goederen verkregen veredelingsproducten.

(artikel 260 bis DWU)

Naar boven

9.7 Handelspolitieke maatregelen bij in het vrije verkeer brengen

Als de veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht, en op het tijdstip van in het vrije verkeer brengen geldt voor deze veredelingsproducten een handelspolitieke maatregel, dan geldt deze handelspolitieke maatregel, tenzij sprake is van een van de volgende gevallen:

  • de veredelingsproducten hebben hun Unie oorsprong behouden;

  • de veredelingshandeling betreft herstelling van goederen (ook als sprake is van het systeem uitwisselingsverkeer);

  • passieve veredeling na actieve veredeling als bedoeld in artikel 258 DWU.

(artikel 202, lid 4 DWU)

Naar boven