Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

31.00.00 Terugbetaling en kwijtschelding

3 Terugbetaling op grond van artikel 116, lid 1, onderdeel a DWU

In hoofdstuk 2 staan de algemene procedure en de ambtelijke werkzaamheden voor een verzoek om terugbetaling. In dit hoofdstuk staat informatie die specifiek betrekking heeft op verzoeken om terugbetaling die betrekking hebben op artikel 116, lid 1, onderdeel a jo artikel 117 DWU.

Naar boven

3.1 Algemeen

Artikel 116, lid 1, onderdeel a jo artikel 117 DWU bepaalt dat tot terugbetaling wordt overgegaan wanneer te veel invoer- of uitvoerrechten in rekening zijn gebracht. Hiervan is sprake als:

  1. de aanvankelijk meegedeelde douaneschuld het verschuldigde bedrag overschrijdt, of

  2. de douaneschuld in strijd met artikel 102, lid 1, onder c of d DWU aan de schuldenaar is meegedeeld.

Naar boven

3.1.1 De aanvankelijk meegedeelde douaneschuld overschrijdt het verschuldigde bedrag

Terugbetaling op verzoek of ambtshalve terugbetaling (artikel 116, lid 4 DWU) wordt op grond van artikel 116, lid 1, onderdeel a jo artikel 117 DWU verleend in gevallen waarin wordt vastgesteld dat de aanvankelijk meegedeelde douaneschuld het verschuldigde bedrag overschrijdt. Dit kan zich onder meer voordoen in de volgende gevallen:

  1. Onjuiste berekening van het verschuldigde bedrag.

  2. Tenietgaan van de douaneschuld.

  3. Onjuiste opgave van gegevens

  4. Kortingen.

  5. Achteraf toepassen van tariefmaatregelen.

  6. Korting op de koopprijs.

  7. Zuivering.

  8. Wijziging van tariefstoepassing.

Hieronder vindt u nadere informatie en voorwaarden met betrekking tot bovengenoemde gevallen.

Onjuiste berekening van het verschuldigde bedrag

De aanvankelijk meegedeelde douaneschuld kan hoger zijn dan het verschuldigde bedrag omdat de ambtenaren een vergissing hebben gemaakt bij het vaststellen van het percentage of een andere maatstaf van heffing. Ook kan er een fout zijn gemaakt bij de berekening van het verschuldigde bedrag. In deze gevallen wordt terugbetaling verleend op verzoek of ambtshalve.

Tenietgaan van de douaneschuld

De situaties waarin een douaneschuld teniet gaat staan in artikel 124 DWU. Wanneer de douaneschuld die meegedeeld is, tenietgaat dan kan in bepaalde gevallen terugbetaling (indien betaald is) dan wel kwijtschelding verleend worden op grond van artikel 116, lid 1, onderdeel a jo artikel 117 DWU. Dit doet zich voor in de volgende gevallen:

  1. De douaneschuld kon niet meer aan de schuldenaar worden meegedeeld omdat sprake is van verjaring (artikel 103 DWU);

  2. Goederen (waarvoor invoer- of uitvoerrechten verschuldigd zijn) worden in beslag genomen en tegelijkertijd of naderhand verbeurdverklaard;

  3. Goederen (waarvoor invoer- of uitvoerrechten verschuldigd zijn) worden onder douanetoezicht vernietigd of aan de staat afgestaan;

  4. Goederen verdwijnen of de uit de douanewetgeving voortvloeiende verplichtingen worden niet nageleefd als gevolg van de algehele vernietiging of het onherstelbare verlies van die goederen door een oorzaak die met de aard van de goederen verband houdt, dan wel door niet te voorziene omstandigheden of overmacht, of ingevolgde instructies van de douaneautoriteiten; goederen worden geacht onherstelbaar verloren te zijn indien zij voor een ieder onbruikbaar zijn geworden;

  5. Tenietgaan bij verzuim zonder gevolgen. Op grond van artikel 124, lid 1 onderdeel h DWU kan een douaneschuld die is ontstaan op grond van artikel 79 of 82 DWU teniet gaan wanneer sprake is van een verzuim dat geen gevolgen heeft gehad voor het juiste functioneren van de betrokken douaneregeling mits geen sprake is van bedrog en alle formaliteiten die nodig zijn om de situatie van de goederen te regulariseren, alsnog worden vervuld. Voorwaarde voor terugbetaling dan wel kwijtschelding is dat aan alle voorwaarden voor toepassing van artikel 124, lid 1, onderdeel h DWU is voldaan. Bovendien mag ten aanzien van de persoon voor wie de douaneschuld teniet zou gaan geen sprake zijn van bedrog en moet deze persoon hebben bijgedragen aan de bestrijding van fraude (artikel 124, lid 7 DWU).Zie hierover ook onderdeel 30.00.00 van dit Handboek;

Let op!

Verzoeken om terugbetaling/kwijtschelding, gebaseerd op punt 5 moeten altijd eerst worden voorgelegd aan de Revaco Formeel Recht van het regiokantoor.

  1. Goederen die vrij van rechten dan wel tegen een verlaagd invoerrecht op grond van hun bijzondere bestemming in het vrije verkeer zijn gebracht, zijn uitgevoerd met de toestemming van de douaneautoriteiten;

  2. Tenietgaan bij ongedaan maken formaliteiten. Bij uitvoer van bepaalde actief veredelingsgoederen naar bepaalde derde landen (te weten Israël en de EVA-landen Noorwegen, IJsland en Zwitserland) ontstaat een douaneschuld wanneer formaliteiten worden vervuld om in het derde land een preferentiële tariefbehandeling te krijgen (artikel 78 DWU). Worden die formaliteiten weer ongedaan gemaakt, dan gaat de schuld ook teniet (artikel 124, lid 1, onderdeel j DWU). Een en ander op basis van de no-drawback bepaling, zie bijvoorbeeld artikel 15 Oorsprongsprotocol Zwitserland;

  3. Tenietgaan bij verlaten Uniegebied zonder gebruik of verbruik. Op grond van artikel 124, lid 1, onderdeel k DWU kan een douaneschuld tenietgaan wanneer sprake is van goederen die niet zijn gebruikt of verbruikt en het Uniegebied weer hebben verlaten. Voorwaarde is dat dit ten genoege van de douaneautoriteiten wordt aangetoond. Bovendien mag ten aanzien van de persoon voor wie de douaneschuld teniet zou gaan geen sprake zijn van bedrog en moet deze persoon hebben bijgedragen aan de bestrijding van fraude (artikel 124, lid 7 DWU). Zie hierover ook onderdeel 30.00.00 van dit Handboek.

Let op!

Verzoeken om terugbetaling/kwijtschelding, gebaseerd op de punt 8 moeten altijd eerst worden voorgelegd aan de Revaco Formeel Recht alsmede de Rem/Rep inspecteur van het regiokantoor.

Wanneer een douaneschuld tenietgaat door ongeldigmaking van de aangifte is artikel 116, lid 1, tweede alinea DWU van toepassing. Zie hierover uitgebreider hoofdstuk 7 van dit onderdeel van het Handboek.

Zie verder voor het tenietgaan van de douaneschuld onderdeel 30.00.00 van dit Handboek.

Onjuiste opgave van gegevens

In een douaneaangifte voor het vrije verkeer kan de aangever per vergissing onjuiste gegevens vermelden (bijvoorbeeld een onjuiste goederencode) waardoor de meegedeelde douaneschuld het verschuldigde bedrag overschrijdt. In een dergelijk geval kunt u terugbetaling verlenen wanneer onomstotelijk komt vast te staan (bijvoorbeeld door een onderzoek van de goederen en/of bescheiden) in hoeverre de gegevens tot een te hoge mededeling hebben geleid. Bij de behandeling van het verzoek om terugbetaling houdt u alleen rekening met feiten en omstandigheden zoals deze op het tijdstip van de aangifte voor het vrije verkeer aanwezig waren.

Voor de douanewaarde kan de aangever in bepaalde gevallen kiezen welke gegevens hij in de aangifte opneemt. Het Hof van Justitie heeft in een dergelijk geval bepaald dat een aangever die in zijn aangifte een waarde heeft opgenomen die overeenkomt met de wettelijke bepalingen, de aangifte niet kan wijzigen op grond van artikel 173 DWU ter beschikking zijn gesteld om hun bestemming te volgen. (Uitspraak Hof van Justitie in zaak nr. 11/89 van 6 juni 1989).

Kortingen

Een verkoper kan de koper prijsvermindering (korting) verlenen bij:

  1. goederen zonder gebreken of beschadigingen
    Daarmee wordt rekening gehouden bij de bepaling van de douanewaarde. Een dergelijke korting kan ook achteraf worden verleend. In dat geval kan een verzoek om terugbetaling worden ingediend voor het teveel betaalde. De elementen waarvan de korting afhankelijk is, moeten al vaststaan op het moment van invoer. (Zie verder onderdeel 9.00.00, paragraaf 2.1.17 van dit Handboek)

  2. goederen met gebreken of beschadigingen
    Wanneer dit pas blijkt nadat de goederen in het vrije verkeer zijn gebracht, wordt met de korting rekening gehouden door een verzoek om terugbetaling. De verzoeker moet aannemelijk maken dat de gebreken of beschadigingen al bestonden voordat de goederen in het vrije verkeer werden gebracht. (Zie verder Onderdeel 9.00.00, paragraaf 2.1.20 van dit Handboek.)

Achteraf toepassen van een gunstige tariefbehandeling (tariefmaatregelen)

Terugbetaling kan worden verleend als achteraf alsnog komt vast te staan dat een gunstig tarief van toepassing was op het moment van aangifte.

Let op!

Bij het achteraf toepassen van tariefmaatregelen gelden aanvullende ambtelijke werkzaamheden (zie paragraaf 3.2).

Als voorwaarden bij het toepassen van tariefmaatregelen gelden:

  1. als het gaat om een tariefcontingent: het contingent is niet uitgeput;

  2. in de overige gevallen: het normaal verschuldigde recht werd niet opnieuw ingesteld.

(artikel 117, lid 2 DWU)

Let op!

Bij het achteraf toepassen van tariefmaatregelen kunnen een aantal situaties worden onderscheiden.

Situatie

Toelichting

Heropening tariefcontingent

Een tariefcontingent kan worden heropend als van de Commissie van de EU een extra hoeveelheid wordt verkregen van een inmiddels uitgeput tariefcontingent. De heropening geldt ook voor al voor het vrije verkeer aangegeven goederen waarvoor het gunstige tarief niet is toegepast door uitputting van het tariefcontingent. In verband daarmee kan, voorzover de verkregen hoeveelheid toereikend is, terugbetaling van de heffingen worden verleend op grond van artikel 116, lid 1, onderdeel a jo artikel 117 DWU.

Achteraf overleggen van bescheiden

Achteraf worden bescheiden overgelegd waaruit blijkt dat voor de goederen een preferentieel tarief gold op het moment van aanvaarding van de aangifte voor het vrije verkeer.

(artikel 117, lid 2 DWU)

Dit heeft met name betrekking op situaties waarin de belanghebbende een certificaat voor goederenverkeer of een oorsprongscertificaat overlegt en alsnog aanspraak maakt op de toepassing van een preferentieel tarief.

De belanghebbende kan achteraf ook bescheiden overleggen wanneer hij op grond van paragraaf 6.3.2 van het onderdeel Preferentiële oorsprong en herkomst (Handboek Douane, onder nummer 8.00.00) toestemming heeft gekregen om later een oorsprongsbescheid te overleggen. In dat geval wordt het preferentiële tarief direct toegepast onder zekerheidstelling voor de rest. Een verzoek om terugbetaling zal daarom alleen worden ingediend indien paragraaf 6.3.2 van het onderdeel Preferentiële oorsprong en herkomst niet wordt toegepast of als de belanghebbende de certificaten overlegt nadat de termijn daarvoor is verstreken.

Voorwaarden voor terugbetaling:

  1. Het overgelegde document heeft uitsluitend betrekking op de betreffende goederen.

  2. Aan alle overige voorwaarden voor het verlenen van een preferentiële tariefbehandeling is voldaan.

Achteraf overleggen van bescheiden bij preferentie in kader van communautair toezicht

Een verzoek kan betrekking hebben op goederen waarvoor in een vastgesteld tijdvak een preferentie is verleend binnen het kader van communautair toezicht (bijvoorbeeld een tariefplafond, referentiehoeveelheid of een maximum).

Dit verzoek kan slechts worden ingewilligd als het preferentiële tarief vanaf het moment waarop de goederen ten invoer werden aangegeven tot aan de datum van indiening van het verzoek ononderbroken van toepassing is geweest.

Voorbeeld

Op 22 december doet een belanghebbende een aangifte ten invoer waarop geen beroep wordt gedaan op een preferentiële regeling (2% in plaats van 10%) die geldt voor de ingevoerde goederen. Op 8 januari doet de belanghebbende een verzoek om terugbetaling en legt de oorsprongsbescheiden over die alsnog de toepassing van de preferentiële regeling mogelijk maken. Op 1 januari is deze preferentiële regeling echter van 2% veranderd in 4%. In dit geval kan alsnog het preferentiële tarief van 2% worden toegepast. De preferentiële regeling is immers ononderbroken van toepassing geweest, alleen het bijbehorende tarief is gewijzigd.

Vergissing van de douaneautoriteiten

Als voorwaarde voor het achteraf toepassen van tariefmaatregelen geldt, al naar gelang het geval, dat het tariefcontingent niet is uitgeput of dat het normale recht niet opnieuw werd ingesteld. Wanneer echter een verlaagd recht of een nulrecht niet werd toegepast als gevolg van een vergissing van de douaneautoriteiten zelf, dan hoeft niet aan deze voorwaarden te zijn voldaan. Zie hierover verder paragraaf 5.1.3 van dit onderdeel van het Handboek.

(artikel 119, lid 2 DWU)

Zuivering

In gevallen waarin niet of gedeeltelijk gezuiverde documenten alsnog als gezuiverd worden aangeduid, kan terugbetaling worden verleend op grond van artikel 116, lid 1, onderdeel a jo artikel 117 DWU.

Wijziging van tariefstoepassing

Hier zijn twee mogelijkheden:

  • zonder terugwerkende kracht;

  • met terugwerkende kracht.

Hierna worden deze twee besproken.

Zonder terugwerkende kracht.

De opvattingen over de toepassing van het tarief kunnen wijzigen door:

  1. een rechterlijke uitspraak;

  2. de inwerkingtreding van een EU-verordening voor de uniforme toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief;

  3. een beslissing van het ministerie;

  4. een beslissing van de inspecteur.

Ten aanzien van de onder b genoemde indelingsverordeningen geldt dat deze indelingsverordeningen geen terugwerkende kracht hebben. Toch kunnen dergelijke indelingsverordeningen over het verleden worden toegepast. De toepassing over het verleden kan tot gevolg hebben dat navordering of terugbetaling / kwijtschelding mogelijk is.

Situatie

Toelichting

Er is sprake van een indelingsverordening welke leidt tot wijziging of intrekking van een eerdere indelingsverordening. De latere indelingsverordening leidt tot een lagere douaneschuld.

Terugbetaling of kwijtschelding van invoer- of uitvoerrechten is, op verzoek van de schuldenaar of ambtshalve, mogelijk over een periode van drie jaar. Uitzondering is als in de indelingsverordening expliciet is opgenomen dat terugwerkende kracht niet mogelijk is.

Er is sprake van een indelingsverordening welke leidt tot wijziging of intrekking van een eerdere indelingsverordening. De latere indelingsverordening leidt tot een hogere douaneschuld.

Bedrijven die in de periode tot de tweede indelingsverordening hebben aangegeven tegen een hoger douanerecht hebben recht op terugbetaling op grond van artikel 116, lid 1, onderdeel a jo artikel 117 DWU. Het verzoek om terugbetaling moet binnen de in artikel 121, lid 1, onderdeel a DWU vastgestelde termijn van drie jaar worden ingediend.

Er is sprake van een "nieuwe" indelingsverordening (er is geen eerdere indelingsverordening). De indelingsverordening leidt tot een lagere douaneschuld.

Terugbetaling of kwijtschelding van invoer- of uitvoerrechten op grond van artikel 116, lid 1, onderdeel a jo artikel 117 DWU is mogelijk.

Er is sprake van een "nieuwe" indelingsverordening (er is geen eerdere indelingsverordening). De indelingsverordening leidt tot een hogere douaneschuld. Bedrijven hebben lagere rechten betaald dan het bedrag dat het gevolg is van de indelingsverordening.

De Douane vordert het bedrag van de douaneschuld in op grond van artikel 77 jo artikel jo artikel 101, 102 en 103 DWU. Wanneer sprake is van een vergissing van de bevoegde autoriteiten bestaat onder voorwaarden een recht op terugbetaling op grond van artikel 119 DWU.

Er is sprake van een "nieuwe" indelingsverordening (er is geen eerdere indelingsverordening). De indelingsverordening leidt tot een hogere douaneschuld. Bedrijven hebben invoer- of uitvoerrechten betaald gelijk aan het bedrag dat het gevolg is van de indelingsverordening.

De situatie geeft geen aanleiding tot terugbetaling of kwijtschelding op grond van artikel 116, lid 1, onderdeel a DWU, voor zover deze invoer- of uitvoerrechten op het moment van de oorspronkelijke aangifte niet tot een te hoog bedrag in rekening waren gebracht. Het enkele feit dat een bedrijf hogere invoer- of uitvoerrechten heeft betaald ten opzichte van een ander bedrijf leidt niet tot een bijzondere situatie ex artikel 120 DWU.

Zie ook het document van de Europese Commissie. Terugbetaling op grond van artikel 116, lid 1, onderdeel a jo artikel 117 DWU verleend voor zendingen die ten invoer zijn aangegeven:

  • op of na de datum van een rechterlijke uitspraak of van een beslissing van het ministerie of de inspecteur;

  • op of na de datum van inwerkingtreding van een EU-verordening over de uniforme toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief.

Voorwaarde voor de terugbetaling is dat de verzoeker onomstotelijk kan aantonen dat het goed of de situatie waarop de terugbetaling betrekking heeft identiek is aan die waarop de betreffende uitspraak, verordening of beslissing betrekking heeft.

Met terugwerkende kracht (uitspraken van het Hof van Justitie)

Het gaat hier om twee situaties:

  1. Nietigverklaring verordening
    Een EU-verordening kan de basis vormen voor een mededeling van een douaneschuld. Als het Hof van Justitie een dergelijke verordening nietig verklaart, geldt die nietigheid in beginsel vanaf het moment van de totstandkoming van de betreffende verordening. Dit houdt in dat de bedragen die betaald zijn met toepassing van de nietige verordening moeten worden terugbetaald op basis van artikel 116, lid 1, onderdeel a jo artikel 117 DWU.

  2. Uitleg Unierecht
    Het Hof van Justitie kan uitleg geven aan voorschriften van Unierecht. Deze uitleg verklaart en preciseert het voorschrift zoals dat moet of had moeten worden toegepast vanaf het moment van inwerkingtreden. Een dergelijke uitspraak van het Hof kan leiden tot een gewijzigde opvatting over de toepassing van het tarief. Een dergelijke wijziging heeft terugwerkende kracht en kan tot gevolg hebben dat terugbetaling moet worden verleend op basis van artikel 116, lid 1, onderdeel a jo artikel 117 DWU.

Bij de terugbetaling in deze gevallen moet u met een aantal zaken rekening houden:

Belangrijke elementen

Toelichting

Termijnen

Voor de indiening een verzoek om terugbetaling gebaseerd op artikel artikel 116, lid 1, onderdeel a jo artikel 117 DWU geldt de normale termijn van drie jaar.

Het Hof van Justitie kan echter in zijn uitspraak bepalen dat de uitspraak geen of slechts gedeeltelijke terugwerkende kracht heeft. Door een dergelijke bepaling wordt de termijn waarbinnen terugbetaling kan worden verleend overeenkomstig verkort.

Voorwaarde

De aanvrager zal onomstotelijk moeten aantonen dat het goed of de situatie waarop de terugbetaling betrekking heeft, identiek is aan de goederen of situatie waarop de uitspraak van het Hof van Justitie betrekking heeft.

Procedure

Terugbetaling naar aanleiding van een gewijzigde tarieftoepassing met terugwerkende kracht wordt uit doelmatigheidsredenen verleend op basis van een verzoek daartoe. Wanneer echter blijkt, bijvoorbeeld uit een administratieve controle, dat er recht op terugbetaling is, kunt u natuurlijk ook ambtshalve terugbetaling verlenen.

Voorleggen aan Landelijk kantoor Douane

U legt een verzoek om terugbetaling of een voornemen tot ambtshalve terugbetaling naar aanleiding van een uitspraak van het Hof van Justitie over een uitleg van gemeenschapsrecht ter beoordeling voor aan het Landelijk kantoor Douane, afdeling HHB, Team Fiscaal.

Naar boven

3.1.2 Douaneschuld die in strijd met artikel 102, lid 1, onder c of d aan de schuldenaar was medegedeeld

Als een douaneschuld is in strijd met de artikelen 102, lid 1, onderdeel c of d DWU aan de schuldenaar is meegedeeld wordt terugbetaling verleend op grond van artikel 116, lid 1, onderdeel a jo artikel 117 DWU.

Deze hier bedoelde gevallen zijn:

  1. Het oorspronkelijke besluit om de douaneschuld niet mee te delen of om een lager bedrag aan invoer- of uitvoerrechten mee te delen is genomen op grond van algemene bepalingen die later bij een rechterlijke uitspraak ongeldig worden verklaard;

  2. De douaneautoriteit is krachtens de douanewetgeving vrijgesteld van de verplichting tot mededeling van de douaneschuld.

Als in de bovengenoemde gevallen wel tot mededeling van de douaneschuld werd overgegaan kan terugbetaling worden verleend.

Naar boven

3.1.3 Termijn voor indiening verzoek

Een verzoek om terugbetaling gebaseerd op artikel 116, lid 1, onderdeel a jo artikel 117 DWU moet worden ingediend binnen drie jaar na de datum waarop de douaneschuld is meegedeeld. Deze termijn wordt verlengd indien de indiener aantoont dat hij, ten gevolge van niet te voorziene omstandigheden of overmacht, een verzoek niet binnen de voorgeschreven termijn heeft kunnen indienen.
(artikel 121, lid 1, tweede alinea DWU)

Het verzoek wordt niet-ontvankelijk verklaard als het te laat is ingediend en er geen redenen aanwezig zijn om de termijn te verlengen.

Naar boven

3.1.4 Geen terugbetaling bij frauduleus handelen

Het kan voorkomen dat een bedrag aan invoer- of uitvoerrechten te veel in rekening is gebracht door een frauduleuze handeling van de schuldenaar. Het gaat dan meestal om een aangifte die bewust onjuist is gedaan om niet-fiscale redenen, bijvoorbeeld wanneer de belanghebbende bewust een te hoog bedrag aangeeft om een invoervergunning te krijgen of om aan te tonen dat een minimumprijs in acht is genomen. In dergelijke gevallen wordt geen terugbetaling verleend.
(artikel 116, lid 5 DWU)

Naar boven

3.2 Procedures en ambtelijke werkzaamheden

U handelt een verzoek om terugbetaling dat is gebaseerd op artikel 116, lid 1, onderdeel a jo artikel 117 DWU af zoals staat beschreven in hoofdstuk 2. Alleen als er sprake is van achteraf toepassen van tariefmaatregelen, gelden er aanvullende ambtelijke werkzaamheden.

De volgende situaties worden onderscheiden:

  • heropening tariefcontingent;

  • achteraf overleggen van bescheiden over nog niet uitgeput tariefcontingent, ongeacht of het tijdvak is verstreken;

  • achteraf overleggen van bescheiden over preferentie in het kader van communautair toezicht ongeacht of het tijdvak is verstreken;

Heropening tariefcontingent

In het verzoek om terugbetaling moet de belanghebbende duidelijk aangeven dat voor de betreffende aangifte alsnog toepassing wordt verzocht van het heropende tariefcontingent. Bij het verzoek om terugbetaling wordt een standaardformulier aanvraag tariefcontingenten gevoegd.

U handelt als volgt:

  1. Dien na binnenkomst van het verzoek een aanvraag in tot het toepassen van het invoer- of uitvoerrecht dat aan het tariefcontingent verbonden is bij de Belastingdienst/Centrale Administratie/Unit Douane/Landelijk Team Maatregelen. Zie voor de procedure verder paragraaf 6.5.6. van onderdeel 6.00.00 van dit Handboek.

  2. Vermeld in de aanvraag:

    • de datum waarop het certificaat van oorsprong Formulier A (alleen bij APS) is overgelegd;

    • de vermelding "verzoek om terugbetaling";

    • het standaardformulier aanvraag tariefcontingenten

  3. Ga na of is voldaan aan alle overige voorwaarden voor de toepassing van het preferentiële tarief.

Achteraf overleggen van bescheiden over nog niet uitgeput tariefcontingent of over preferentie in het kader van communautair toezicht

U handelt als volgt:

  • Dien zo spoedig mogelijk een aanvraag in bij de Belastingdienst/Centrale Administratie/Unit Douane/Landelijk Team Maatregelen. Zie voor de procedure verder paragraaf 6.5.6. van onderdeel 6.00.00 van dit Handboek.

Nadere bepalingen

In deze paragraaf komen aan de orde:

  • terugbetalingen die ambtshalve worden gedaan;

  • te laat ingediend bezwaar betreffende de hoogte van het verschuldigde bedrag aan rechten.

Naar boven

3.2.1 Ambtshalve terugbetalen

U betaalt ambtshalve terug wanneer u binnen de termijn van drie jaar vaststelt dat als gevolg van een vergissing in de berekening de heffing tot een te hoog bedrag is vastgesteld.

Naar boven

3.2.2 Te laat ingediend bezwaar betreffende de hoogte van het verschuldigde bedrag aan invoer- of uitvoerrechten

U kunt een bezwaarschrift ontvangen met betrekking tot het in rekening gebrachte bedrag aan invoer- of uitvoerrechten, na het verstrijken van de termijn van zes weken.
(artikel 6:7 Algemene wet bestuursrecht)

Indien er geen redenen zijn het bezwaarschrift toch ontvankelijk te verklaren handelt u als volgt:

  1. Verklaar een dergelijk bezwaarschrift niet-ontvankelijk.

  2. Onderzoek of het juiste bedrag aan invoer- of uitvoerrechten in rekening is gebracht. Er zijn twee mogelijkheden:

    1. Als te veel aan invoer- of uitvoerrechten in rekening is gebracht, verleent u ambtshalve terugbetaling op basis van artikel 116, lid 4 DWU. U zendt de uitspraak op bezwaar en het besluit tot ambtshalve terugbetaling gelijktijdig naar de belanghebbende.

    2. Als het juiste bedrag aan invoer- of uitvoerrechten in rekening is gebracht, dan vermeldt u dit, als overweging ten overvloede, in de uitspraak op het bezwaarschrift.

  3. Vermeld de beroepsclausule.

Tegen de niet-ontvankelijkheidsverklaring en de beschikking om ambtshalve terug te betalen zijn bezwaar en beroep mogelijk. Zie verder ook onderdeel 32.00.00, paragraaf 2.1.9 van dit Handboek.

Naar boven