Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

17.00.00 Bijzondere bestemming

7 Verlenging douanetoezicht

Als goederen geschikt zijn voor herhaald gebruik en de mogelijkheid bestaat dat de goederen ook voor andere doeleinden worden gebruikt, dan kan ter voorkoming van misbruik het douanetoezicht gehandhaafd blijven gedurende een periode van maximaal 2 jaar na de datum waarop de goederen voor het eerst in het douanegebied van de Unie zijn gebruikt voor de doeleinden die zijn vastgesteld voor de toepassing van de vrijstelling of het verlaagde invoerrecht.

(artikel 254, lid 3 DWU)

Voorbeeld

Een bedrijf heeft een vergunning bijzondere bestemming voor producten bestemd voor de bouw, de reparatie, het onderhoud of de verbouwing van boor- of werkeilanden.

Op 10 april wordt een boorkop onder de regeling bijzondere bestemming geplaatst.

De boorkop is geschikt voor herhaald gebruik.

Op 25 april wordt de boorkop vervoerd naar een boor- of werkeiland in de territoriale zee (12 zeemijl).

Op 29 april wordt de boorkop in gebruik genomen.

De goederen hebben dan de voorgeschreven bijzondere bestemming gekregen. Aangezien de goederen geschikt zijn voor herhaald gebruik en de Douane verlenging van het douanetoezicht nodig acht ter voorkoming van misbruik, wordt het douanetoezicht verlengd tot 2 jaar na de datum van het eerste gebruik (29 april).

Als de boorkop vervolgens wordt uitgevoerd naar een boor- of werkeiland buiten de territoriale zee, dan eindigt het douanetoezicht. Er wordt in het kader van verlenging van douanetoezicht dan ook geen rekening gehouden met de termijn dat de goederen buiten het douanegebied van de Unie zijn gebruikt. De resterende termijn van het douanetoezicht vangt weer aan op het tijdstip dat de goederen bij terugkomst in het douanegebied van de Unie opnieuw onder de regeling bijzondere bestemming worden geplaatst.

Als de goederen binnen de verlengde termijn van douanetoezicht zijn gebruikt voor doeleinden waarvoor de vrijstelling of het verlaagde invoerrecht niet geldt, ontstaat er een douaneschuld door niet-naleving van een verplichting van de regeling bijzondere bestemming. Zie voor informatie over de douaneschuld door niet-naleving van een verplichting hoofdstuk 13 van dit onderdeel.
(artikel 79, lid 1 letter b DWU)

Na de verlengde termijn van douanetoezicht eindigt het douanetoezicht en kan er geen douaneschuld meer ontstaan, ongeacht wat vervolgens met de goederen wordt gedaan.