Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

9 Beschikbaar stellen van bezittingen

9.1 Wat verstaan wij onder beschikbaar stellen?

Stelt u bijvoorbeeld een pand beschikbaar aan een bepaalde persoon? En gebruikt deze persoon dat om inkomsten te krijgen? Dan moet u in sommige gevallen een bedrag bij uw inkomsten tellen. Wij noemen dit uw inkomsten uit het beschikbaar stellen van bezittingen. U mag kosten die u hebt gemaakt voor dit beschikbaar stellen van uw inkomsten aftrekken.

In dit hoofdstuk leest u wanneer u het beschikbaar stellen in uw aangifte moet opgeven, welk bedrag u aangeeft en wat er gebeurt als u stopt met beschikbaar stellen.

U woont buiten Nederland

Als u buiten Nederland woont, betaalt u in Nederland alleen belasting over uw inkomsten uit het ter beschikking stellen van vermogen in Nederland.

Naar boven

9.2 In welke gevallen moet u het beschikbaar stellen aangeven?

U moet inkomsten uit het beschikbaar stellen van bezittingen in uw aangifte opgeven als u de bezitting beschikbaar stelt aan:

  • uw fiscale partner of de minderjarige kinderen van u of uw fiscale partner
    U hoeft dit alleen aan te geven als de bezitting wordt gebruikt voor het behalen van winst uit onderneming of inkomsten uit overig werk.

  • een samenwerkingsverband waarvan uw fiscale partner of de minderjarige kinderen van u of uw fiscale partner deel uitmaken

    U hoeft dit alleen aan te geven als de bezitting wordt gebruikt voor het behalen van winst uit onderneming of inkomsten uit overig werk.

  • een vennootschap waarin uzelf, uw fiscale partner of de minderjarige kinderen van u of uw fiscale partner een aanmerkelijk belang hebben
    U hebt een aanmerkelijk belang als u (samen met uw fiscale partner) minimaal 5% van de aandelen, opties of winstbewijzen in een vennootschap hebt. Bijvoorbeeld in een bv.

Bent u minderjarig? Dan gaat het ook om het beschikbaar stellen aan uw ouders, hun fiscale partner en hun minderjarige kinderen. Uw ouders moeten deze inkomsten in hun aangifte aangeven.

Voorbeelden van beschikbaar gestelde bezittingen

  • een pand

  • een schuldvordering

  • een overeenkomst van levensverzekeringen

  • een bepaald recht om een bezitting te kopen (koopoptie)

U geeft in uw aangifte de inkomsten aan die u hebt gekregen uit dit beschikbaar stellen. Krijgt u geen of een te lage vergoeding? Dan vult u de inkomsten in die u bij zakelijk gebruik zou hebben gekregen, ook als u een lagere vergoeding krijgt dan bij zakelijk gebruik.

U krijgt een vrijstelling van 12% van de inkomsten min de aftrekbare kosten.

U moet een administratie bijhouden van de bezittingen die u beschikbaar hebt gesteld. Ook moet u een balans en een resultatenrekening opstellen. Wij kunnen u hierom vragen.

Naar boven

9.2.1 Ongebruikelijk beschikbaar stellen

U moet in sommige gevallen ook de inkomsten opgeven van het beschikbaar stellen aan bloed- of aanverwanten in de rechte lijn van uzelf of uw fiscale partner.

Bloed- of aanverwanten in de rechte lijn zijn:

  • kinderen en hun fiscale partners

  • (pleeg)ouders

  • (achter)kleinkinderen

  • (over)grootouders

U hoeft de inkomsten van het beschikbaar stellen aan deze personen alleen op te geven als het gaat om 'ongebruikelijk beschikbaar stellen'. Dit is het geval als de overeenkomst aan 1 van de volgende kenmerken voldoet:

  • De voorwaarden in de overeenkomst zijn onzakelijk.

    Dit is het geval als u bijvoorbeeld veel minder huur vraagt voor een pand dan gebruikelijk is of als de voorwaarden die u hebt opgesteld niet overeenkomen met voorwaarden in een vergelijkbare zakelijke situatie.

  • De overeenkomst tussen de gelieerde partijen is (maatschappelijk) ongebruikelijk.

    Het kan bijvoorbeeld ongebruikelijk zijn om die persoon een renteloze lening te geven.

Wij toetsen of er sprake is van ongebruikelijk beschikbaar stellen.

Naar boven

9.2.2 Beschikbaar stellen van een werkruimte in uw woning

Stelt u een werkruimte beschikbaar in uw (huur)woning aan een persoon voor wie u het beschikbaar stellen moet aangeven? Dan hoeft u dit niet in alle gevallen aan te geven als inkomsten uit het beschikbaar stellen van bezittingen. U moet het alleen aangeven als de werkruimte voldoet aan de volgende 2 voorwaarden:

  • De werkruimte is zelfstandig.

    Zelfstandig wil zeggen dat de ruimte duidelijk te onderscheiden is van de rest van de woning door uiterlijke kenmerken, zoals een eigen opgang of ingang. Daarnaast zijn ook de voorzieningen in de werkruimte van belang, zoals eigen sanitair.

  • De ruimte wordt zodanig gebruikt dat de kosten kunnen worden afgetrokken. Namelijk:

    • Als de persoon aan wie u beschikbaar stelt niet ergens anders een werkruimte heeft, moet hij minimaal 30% van het totaal van zijn winst uit onderneming, belastbaar loon (inkomsten uit loondienst, pensioen en uitkeringen) en resultaat uit overig werk in de werkruimte verdienen. Ook moet hij minimaal 70% van die inkomsten in of vanuit de werkruimte verdienen.

    • Als de persoon wel ergens anders over werkruimte beschikt, moet hij minimaal 70% van het totaal van zijn winst uit onderneming, belastbaar loon (inkomsten uit loondienst, pensioen en uitkeringen) of resultaat uit overig werk verdienen in de werkruimte waarvoor u de kosten wilt aftrekken.

Let op!

Werkt u zelf in de werkruimte die u beschikbaar stelt en is de werkruimte zelfstandig? Dan moet u de inkomsten uit het beschikbaar stellen aangeven als uzelf voldoet aan de voorwaarden die hierboven staan.

Naar boven

9.3 Aftrekbare kosten

Hebt u kosten gemaakt om uw bezittingen beschikbaar te stellen? Dan mag u deze aftrekken van uw inkomsten. Voorbeelden van kosten zijn:

  • rente van schulden

  • kosten van geldleningen voor het aanschaffen van de bezittingen

  • afschrijvingen op onder meer onroerende zaken

Verder kunt u gebruikmaken van de egalisatiereserve en de herinvesteringsreserve. De egalisatiereserve kunt u gebruiken om kosten die u in de toekomst maakt, gelijkmatig te verdelen over de jaren waarin ze zijn ontstaan. De herinvesteringsreserve gebruikt u om het belasten van de boekwinst op een verkochte bezitting uit te stellen als u een andere (vervangende) bezitting koopt.

Voorbeeld egalisatiereserve
U stelt een pand beschikbaar aan uw bv. Over 5 jaar laat u het pand schilderen voor € 10.000. Als u de egalisatiereserve gebruikt, mag u € 2.000 van die kosten in dit jaar aftrekken en op de balans mag u dit als egalisatiereserve opnemen. Over 5 jaar mag u dan niet de kosten nogmaals aftrekken. U verrekent de uitgave dan met de egalisatiereserve.

Voorbeeld herinvesteringsreserve
U stelt een vrachtauto beschikbaar aan uw bv. U verkoopt de vrachtauto voor € 15.000. De boekwaarde is € 5.000. U koopt een nieuwe vrachtauto voor € 80.000 en stelt ook die weer beschikbaar aan de bv. De boekwinst op de verkochte vrachtauto van € 10.000 (€ 15.000 - € 5.000) is belast, maar als u de herinvesteringsreserve toepast mag u de boekwinst aftrekken van de aanschafprijs van de nieuwe vrachtauto. U schrijft dan af over € 70.000 in plaats van over € 80.000. In plaats van het belasten van de boekwinst krijgt u een lagere afschrijving in de toekomst.

Naar boven

9.4 Stoppen met beschikbaar stellen

Stopt u met het beschikbaar stellen van de bezittingen? Dan moet u belasting betalen over het verschil tussen de waarde in het economisch verkeer en de boekwaarde. Kijk voor meer informatie bij 'Boekwaarde bepalen' in het hoofdstuk 'Inkomsten uit overig werk'. Alleen als u gebruikmaakt van de mogelijkheid om door te schuiven, hoeft u geen belasting te betalen over de boekwinst.

Het beschikbaar stellen stopt in de volgende situaties:

  • U verkoopt de bezitting.

  • U overlijdt.

  • U stelt uw bezitting niet meer beschikbaar aan iemand waarvoor u het beschikbaar stellen moet aangeven.

  • Degene aan wie u uw bezitting beschikbaar stelt, gebruikt dat niet meer voor het behalen van winst uit onderneming of resultaat uit overig werk.

  • U of uw fiscale partner of de minderjarige kinderen van u of uw fiscale partner heeft niet langer een aanmerkelijk belang in een vennootschap waaraan u uw bezitting beschikbaar stelt.

Ook als u emigreert moet u soms belasting betalen over de boekwinst.

Naar boven

9.4.1 Doorschuiven van het beschikbaar stellen

In sommige gevallen hoeft u geen boekwinst aan te geven bij de (gedeeltelijke) beëindiging van het beschikbaar stellen. Bijvoorbeeld als u het beschikbaar stellen doorschuift. Degene die uw activiteiten voortzet, gaat dan met dezelfde boekwaarden verder. U kunt hier samen met uw opvolger bij uw aangifte om vragen.

Voorbeeld
Na overlijden erven de erfgenamen de bezittingen. Als zij een bezitting beschikbaar blijven stellen aan dezelfde persoon onder dezelfde regels, dan kan er sprake zijn van doorschuiving. De erfgenamen moeten dan wel vragen om doorschuiving in de aangifte.

Was u of uw echtgenoot aanmerkelijkbelanghouder, maar is de vennootschap ontbonden? En zet u of uw echtgenoot de onderneming van de ontbonden vennootschap voort als eenmanszaak? Dan kunt u vragen om doorschuiving. Ditzelfde geldt als u of uw echtgenoot de onderneming van de ontbonden vennootschap voortzet als samenwerkingsverband, waarvan de winst belast is voor de inkomstenbelasting. Doorschuiving geldt ook voor de kostenegalisatiereserve, de herinvesteringsreserve en de voorzieningen die zijn gevormd volgens goed koopmansgebruik.

Verplicht doorschuiven aan de echtgenoot

Stelt u een bezitting beschikbaar? En gaat door trouwen of door wijziging van de huwelijkse voorwaarden een deel van de bezitting over naar uw echtgenoot? Dan wordt het beschikbaar stellen van dat deel van de bezitting doorgeschoven naar uw echtgenoot.

Bent u in gemeenschap van goederen getrouwd en gaat u scheiden? Als de boedel binnen 2 jaar na de scheiding is verdeeld, kunt u met uw ex-echtgenoot vragen om doorschuiving van de boekwinst voor de bezittingen die u beschikbaar stelt.

Naar boven

9.4.2 Uitstel van betaling

Soms eindigt het beschikbaar stellen zonder dat er geld vrijkomt om belasting te betalen. U krijgt dan onder bepaalde voorwaarden renteloos uitstel van betaling. Bel voor meer informatie hierover de BelastingTelefoon (0800 – 0543).

Naar boven