Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

40.02.00 Kernenergiewet

5 Proces aangiftebehandeling en werkzaamheden

5.1 Vergunningplicht

Op grond van de Kernenergiewet en het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen wordt onderscheid gemaakt tussen splijtstoffen en ertsen (waaruit splijtstoffen kunnen worden gewonnen), radioactieve stoffen en radioactieve afvalstoffen.

Bij het binnenbrengen van radioactieve stoffen, splijtstoffen en ertsen moet de vervoerder of beheerder beschikken over een invoervergunning in het kader van de Kernenergiewet. Ook bij het uitgaan en de uitvoer - afhankelijk van de soort stof - kan een uitvoervergunning noodzakelijk zijn.

De ANVS beoordeelt de vergunningaanvragen en verleent de vergunningen.

Voor het binnen Nederlands grondgebied brengen en doen brengen van radioactieve stoffen en splijtstoffen - in gebruik door dan wel bestemd voor de Nederlandse krijgsmacht of de krijgsmacht van een bondgenoot - kan een vergunning op grond van het Vrijstellingsbesluit Defensie Kernenergiewet door het ministerie van Defensie worden afgegeven.

In de vergunning moet de plaats worden vermeld waar de splijtstoffen binnen of buiten Nederlands grondgebied worden gebracht. De vergunning of een gewaarmerkt afschrift daarvan moet tijdens het vervoer aanwezig zijn.

Naar boven

5.2 Werkzaamheden Douane

Bij invoer van radioactieve (afval)stoffen, splijtstoffen en ertsen moet de vervoerder of beheerder beschikken over een vergunning als bedoeld in de Kernenergiewet, artikel 15. De taak van de Douane in het kader van de Kernenergiewet betreft de controle op aanwezigheid van de wettelijk vereiste vergunningen bij invoer, uitvoer en wederuitvoer van splijtstoffen, ertsen en radioactieve (afval)stoffen. Het betreft meestal gecombineerde vergunningen die ook geldig zijn voor het vervoer van de genoemde stoffen.

Deze vergunningen worden na afgifte opgenomen in de database ‘Vergunningen Online’ van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en zijn daar te raadplegen.

Deze vergunning moet in de aangifte worden vermeld.

Als u een controle uitvoert doet u dat op de volgende wijze:

  • Controleer of een geldige, door de ANVS afgegeven, vergunning bij de aangifte is overgelegd

  • Controleer of de gegevens in de vergunning in overeenstemming zijn met die op de aangifte.

  • Wanneer de gegevens van de aangifte en de vergunning overeenstemmen geeft u de goederen vrij.

  • Als blijkt dat er geen door de ANVS afgegeven verplichte vergunning aanwezig is neemt u contact op met de ANVS. U geeft de goederen niet vrij.

De volgende elementen in de aangifte en vergunning moeten met elkaar in overeenstemming zijn:

  • Omschrijving stoffen

  • Hoeveelheid

  • Aantal colli

  • Afzender

  • Ontvanger

  • Vervoerder (afhankelijk van wijze van vervoer)

Let op! Eén vergunning kan betrekking hebben op meerdere zendingen. Controle hierop is geen douanetaak.

Naar boven