Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

10.60.00 Tabak, ruwe en (gedeeltelijk) bereide tabak

3 Ruwe en gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak

3.1 Ruwe tabak

Ruwe tabak is elke vorm van tabak die niet kan worden beschouwd als een tabaksproduct in de zin van de wet. Ruwe tabak valt dus niet onder de definitiebepaling van een tabaksproduct. Er kan geen accijns over worden geheven. Voor uitzonderingen hierop zie onderdeel 3.3., laatste alinea. Als ruwe tabak kunnen onder andere worden aangemerkt (voor zover deze producten niet geschikt zijn om te roken):

  • Tabaksbladeren, stelen en afval van tabak

  • Halffabricaten, bestemd voor de vervaardiging van tabaksproducten

  • Gehomogeniseerde of gereconstitueerde tabak (ook wel geregenereerde tabak of bandtabak genoemd) die in de sigarenindustrie wordt gebruikt als dek- en ombladmateriaal. Het product (een soort tabakspapier) is doorgaans samengesteld uit fijne tabaksdeeltjes afkomstig van tabaksbladeren, tabaksafval of tabaksstof (vermengd met bindmiddelen) en kan zijn aangebracht op een drager. Zo’n drager kan een vel cellulose zijn, verkregen uit tabaksstelen of tabakswaren. Dit product komt in de regel voor in de vorm van vierkante of rechthoekige vellen of banden. Er is geen minimumgehalte aan tabak vereist, sporen van tabaksvezels zijn voldoende.

  • Tabakskort, een afvalproduct van de kerftabaksindustrie dat wordt gebruikt voor de vervaardiging van gereconstitueerde tabak.

Naar boven

3.2 Gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak

Als gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak wordt aangemerkt: ieder product uit ruwe tabak dat direct geschikt is voor de vervaardiging van tabaksproducten, ongeacht of hierin surrogaten zijn verwerkt.

Naar boven

3.3 Controle op ruwe en gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak

Ruwe tabak en gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak zijn veelal (nog) geen tabaksproducten in de zin van de WA. Aangezien deze producten worden gebruikt voor de vervaardiging van tabaksproducten zijn er wel controlebepalingen op die producten vastgesteld (WA, artikel 82).

In verband daarmee moet de handelaar een vergunning hebben (zie hierna) en voor de tabak die wordt vervoerd de herkomst aan de hand aan een bescheid worden aangetoond (UBA, artikel 35).

Ruwe tabak en gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak die via een eenvoudige, niet industriële bewerking geschikt kunnen worden gemaakt om te worden gerookt, worden als rooktabak aangemerkt. Zie het Eko-tabak arrest HvJ C638-15 van 6 april 2017.

Naar boven

3.4 Vervoer van ruwe tabak en gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak

Voor het vervoer van ruwe of gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak moet de herkomst worden aangetoond.
De bescheiden waarmee die herkomst moet worden aangetoond, zijn een (elektronische) factuur of een (elektronisch) vervoersbescheid (URA, artikel 55). De gegevens die hierop moeten zijn vermeld staan in artikel 54 van de URA.

Naar boven

3.5 Vergunning voor de handel in ruwe tabak en gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak

Wie handel drijft in ruwe en gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak moet in het bezit zijn van een vergunning van de inspecteur (WA, artikel 82 en UBA, artikel 36).
Hij moet deze vergunning aanvragen bij de inspecteur en daarbij vermelden op welke plaats(en) het bedrijf zal worden uitgeoefend.

Onder ruwe tabak wordt ook verstaan gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak UBA, artikel 36, vijfde lid).

De vergunning wordt verleend bij een voor bezwaar vatbare beschikking. Ook alle andere bepalingen die gelden voor het afgeven, wijzigen, afwijzen of intrekken van de vergunning voor een AGP zijn van overeenkomstige toepassing op deze vergunning (UBA, artikel 37).

De vergunning wordt onder voorwaarden verleend (UBA, artikel 36, derde en vierde lid).

Naar boven

3.5.1 Voorwaarde in de vergunning

De handelaar mag de (monsters van) ruwe tabak en gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak alleen leveren aan (UBA, artikel 36, lid 3):

  • vergunninghouders van een AGP

  • agenten

  • commissionairs

  • makelaars

Naar boven

3.5.2 Verstrekken van monsters ruwe tabak of gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak

De agent, commissionair of makelaar, die monsters ruwe tabak aan anderen dan vergunninghouders van een accijnsgoederenplaats voor tabaksproducten afstaat, is onderworpen aan de voor de handelaren in ruwe tabak geldende bepalingen. (UBA, artikel 36, vierde lid)

Zij zijn dan onderworpen aan dezelfde bepalingen als een handelaar in ruwe tabak en moeten dus ook een vergunning hebben zoals bedoeld in artikel 36, eerste lid van het UBA. Zij mogen ruwe tabak en monsters van ruwe tabak dus alleen leveren aan de personen genoemd in UBA artikel 36, derde lid.

Gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak wordt ook aangemerkt als ruwe tabak (UBA, artikel 36, vijfde lid)

Het verstrekken van ruwe tabak, monsters van ruwe tabak en gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak aan anderen dan

  • vergunninghouders van een accijnsgoederenplaats voor tabaksproducten

  • agenten

  • commissionairs en

  • makelaars

is verboden.

Overtreding van dit verbod is strafbaar gesteld in artikel 42, onderdeel e van het UBA.

Over de ruwe tabak en de gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak die in strijd met het verbod is geleverd wordt geen accijns geheven. Heffing vindt slechts plaats over tot verbruik bereide tabak in de vorm van sigaren, sigaretten of rooktabak.

Wel zou mogelijk het Eko-tabak arrest HvJ C638-15 van 6 april 2017, nog van toepassing kunnen zijn. Immers als de ruwe tabak of gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak via een eenvoudige, niet industriële behandeling, geschikt kan worden gemaakt om te worden gerookt, wordt zij als rooktabak aangemerkt en dus als accijnsgoed.

Naar boven