Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

50.10.00 Vrijstellingen

10 Vrijstelling van accijns bij onderzoek, kwaliteitscontroles en smaaktesten

10.1 Vrijstelling bij onderzoek, controle, test

Vrijstelling van accijns kan worden verleend voor accijnsgoederen die buiten een AGP worden gebruikt voor onderzoek, kwaliteitscontroles en smaaktesten (WA, artikel 68).

De vrijstelling is van toepassing bij uitslag tot verbruik en geldt alleen voor zover het gaat om onderzoek, kwaliteitscontroles en testen van die accijnsgoederen zelf. Het gebruik van minerale oliën voor het testen van motoren valt bijvoorbeeld niet onder de vrijstelling.

Voorbeeld

  • smaaktesten voor nieuw op de markt te brengen dranken

  • het vaststellen van het teer- en nicotinegehalte van tabaksproducten

  • het testen van minerale oliën, bijvoorbeeld het octaangetal van benzine

Naar boven

10.2 Vrijstellingsvergunning

Voor deze vrijstelling heeft degene die uitslaat tot verbruik een vergunning nodig. Dit zijn:

  • bij uitslag uit een AGP: de houder van de AGP

  • bij invoer: de aangever die de douaneaangifte doet waarmee de accijnsgoederen in het vrije verkeer worden gebracht

De vergunning kan worden verleend voor een bepaalde periode of voor periodiek terugkerende onderzoeken, controles of testen (UBA, artikel 23).

In het verzoek om de vergunning worden vermeld:

  1. de soort, de hoeveelheid en de voor de accijnsheffing van belang zijnde samenstelling van de accijnsgoederen;

  2. de naam en het adres van de inrichting waar de accijnsgoederen zullen worden onderzocht, gecontroleerd of getest;

  3. de aard en het doel van het onderzoek, de controle of de test; en

  4. de bestemming van de eventueel resterende accijnsgoederen na afloop van het onderzoek, de controle of de test.

Bij de aanvraag moet ook de schriftelijke opdracht voor de desbetreffende onderzoeken, controles of testen worden overgelegd.

Naar boven

10.3 Eisen aan de administratie

De vergunninghouder moet een administratie bijhouden van de accijnsgoederen die worden onderzocht, getest of gecontroleerd (URA, artikel 32). De volgende gegevens moeten in de administratie worden opgenomen:

  1. de soort, de hoeveelheid en de voor de accijnsheffing van belang zijnde samenstelling van de accijnsgoederen;

  2. het tijdstip van de overbrenging van de accijnsgoederen;

  3. het tijdstip van de overbrenging van de na afloop van het onderzoek, de controle of de smaaktest resterende accijnsgoederen alsmede de plaats waar de accijnsgoederen naar worden overgebracht. In de administratie worden ingeval van overbrenging naar een andere accijnsgoederenplaats dan die van de in de aanhef bedoelde vergunninghouder de naam, het adres en het vergunningnummer van de vergunninghouder van die andere accijnsgoederenplaats vermeld.

Degene die de accijnsgoederen met vrijstelling uitslaat tot verbruik neemt in zijn administratie tevens op:

  1. een afschrift van het gedane verzoek en van de daarbij overgelegde schriftelijke opdracht voor de onderzoeken, controles of testen;

  2. ingeval de na afloop van het onderzoek, de controle of de smaaktest resterende accijnsgoederen worden overgebracht naar een derde land: de aangifte ten uitvoer alsmede van de bevestiging van uitgang.

  3. ingeval de na afloop van het onderzoek, de controle of de smaaktest resterende accijnsgoederen worden overgebracht naar een andere lidstaat: een bescheid waaruit blijkt dat de accijnsgoederen hun bestemming hebben bereikt.

  4. ingeval de na afloop van het onderzoek, de controle of de smaaktest resterende accijnsgoederen worden vernietigd onder ambtelijk toezicht: een afschrift van de ter zake opgemaakte ambtelijke verklaring.

Degene die de accijnsgoederen met vrijstelling invoert neemt in zijn administratie tevens een elektronisch of geprint exemplaar op van de gedane aangifte voor het vrije verkeer.

Naar boven

10.4 Accijnsgoederen die overblijven

De accijnsgoederen die overblijven na een controle, onderzoek of test, moeten worden:

  • overgebracht naar een AGP

  • overgebracht naar een derde land

  • vernietigd

Voor de accijnsgoederen die na afloop van het onderzoek, de controle of de smaaktest zijn overgebleven (hierna: de resterende accijnsgoederen) moet u bijhouden:

  • het tijdstip waarop u de resterende accijnsgoederen overbrengt

  • de accijnsgoederenplaats waarnaar u de resterende accijnsgoederen overbrengt: de naam, het adres en het vergunningnummer van de vergunninghouder van die accijnsgoederenplaats

Daarnaast moet u voor resterende accijnsgoederen de volgende documenten opnemen in uw administratie:

  • een kopie van de aangifte ten uitvoer (Algemene douanewet, artikel 1:1, lid 1 en 2) waaruit blijkt dat de resterende accijnsgoederen zijn overgebracht naar een derde land

  • een document waaruit blijkt dat de resterende accijnsgoederen zijn ontvangen door een accijnsgoederenplaats en onder schorsing van de accijns zijn ingeslagen in de accijnsgoederenplaats

  • een kopie van en ambtelijke verklaring waaruit blijkt dat de resterende accijnsgoederen onder ambtelijk toezicht zijn vernietigd.

Naar boven