Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

50.10.00 Vrijstellingen

8 Vrijstelling van accijns voor taxfreeshops

Op grond van artikel 66b van de WA kan vrijstelling van accijns worden verleend ter zake van de uitslag tot verbruik van accijnsgoederen die:

  • vanuit een AGP, gelegen op een luchthaven of op een haventerrein (taxfreeshops), worden meegevoerd in de persoonlijke bagage van reizigers die zich door de lucht of over zee naar een derdelandsgebied of een derde land begeven;

  • aan boord van een luchtvaartuig of schip worden geleverd tijdens een vlucht of overtocht naar een derdelandsgebied of een derde land.

Het betreft hier de zogenoemde verkoop uit taxfreeshops.
De vrijstelling is alleen van toepassing als de reizigers zich door de lucht of over zee naar een derdelandsgebied of een derde land begeven.

Naar boven

8.1 Vergunning AGP voor taxfreeshops

De taxfreeshops moeten beschikken over een vergunning voor een AGP. Dit heeft tot gevolg dat de algemene bepalingen met betrekking tot een AGP van toepassing zijn.

Op grond van artikel 74 van de WA kunnen taxfreeshops niet in aanmerking komen voor een vergunning voor een AGP voor tabaksproducten. Daarom is in artikel 66b lid 4 van de WA bepaald dat tabaksproducten in afwijking van artikel 74 van de WA kunnen worden opgeslagen in taxfreeshops.

In afwijking van de algemene bepalingen met betrekking tot de AGP is voor de taxfreeshops voorzien in een bijzondere regeling. Deze bijzondere regeling is nodig, omdat vanuit taxfreeshops rechtstreeks aan de verbruiker (reiziger) wordt afgeleverd. Een plaats van waaruit accijnsgoederen worden geleverd aan een verbruiker kan niet in aanmerking komen als AGP (WA, artikel 40, lid 2).

Op grond van deze bijzondere regeling (WA, artikel 40, lid 3 en URA, artikel 18, lid 1, letter d) kunnen als AGP in aanmerking komen, ondanks dat van daaruit rechtstreeks wordt geleverd aan verbruikers, plaatsen, gelegen op een luchthaven of op een haventerrein, van waaruit goederen worden meegevoerd in de persoonlijke bagage van een reiziger die zich door de lucht of over zee naar een derdelandsgebied of een derde land begeeft.

Naar boven

8.2 Aantonen van de vrijstelling

Bij de verkoop uit taxfreeshops is in feite sprake van uitvoer. In afwijking van de normale regeling bij uitvoer, kan het gebruik van een e-AD achterwege blijven. De vrijstelling moet worden aangetoond aan de hand van de bewijzen van vervoer door de lucht of over zee, waarop als definitieve bestemming een in een derdelandsgebied of derde land gelegen luchthaven of haven is vermeld (UBA, artikel 21b). Een bewijs van vervoer is de instapkaart van de reiziger.

Gelet op de ligging van de taxfreeshops en het feit dat de reiziger de locaties waar deze zijn gelegen slechts kan verlaten na controle door de douane, is de daadwerkelijke uitvoer voldoende verzekerd.
De douane moet aan de hand van de administratie van de taxfreeshop kunnen nagaan of de accijnsgoederen zijn gebruikt voor het doel waarvoor de vrijstelling is verleend.

Naar boven