Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

4.10.00 Bindende inlichtingen

2 Beschikkingen inzake bindende tariefinlichtingen

2.1 Aanvraag BTI-beschikking

2.1.1 Aanvraag per 1 oktober 2019 elektronisch

Met de invoering van de vernieuwde versie van het systeem Europese Bindende Tariefinlichtingen (EBTI-systeem) per 1 oktober 2019 moet de aanvraag voor een BTI-beschikking elektronisch in plaats van schriftelijk worden ingediend (artikel 16, lid 1, DWU, artikel 10, lid 1, UVo.DWU en artikel 21, lid 1, UVo.DWU). Dit gebeurt in het zogenoemde EU Customs Trader Portal.

Inloggen op het EU Customs Trader Portal gaat via de volgende website: https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/douane_voor_bedrijven/douane_voor_bedrijven

De aanvrager van de BTI moet in het bezit zijn van een inlogmiddel van e-Herkenning op betrouwbaarheidsniveau EH3 en met dit inlogmiddel toegang hebben tot de dienst voor Bindende Tarief Inlichting. De toegang tot bepaalde diensten en eventuele machtigingen kunnen het beste in overleg met de leverancier van het inlogmiddel worden bepaald..

De aanvrager richt de aanvraag aan de bevoegde douaneautoriteit van de lidstaat waar de BTI gebruikt gaat worden, of waar de aanvrager is gevestigd. Aanvragen die worden ingediend in een andere lidstaat dan de lidstaat waarin de aanvrager ten tijde van de raadpleging van die lidstaat is gevestigd, worden door middel van een kennisgeving in het EBTI systeem direct bekend gemaakt aan de lidstaat van vestiging.

Wanneer een Nederlandse marktdeelnemer een Bindende Tariefinlichting wenst aan te vragen voor een andere marktdeelnemer die in het bezit is van een EORI nummer dat in een andere lidstaat is afgegeven, zal de aanvraag nog schriftelijk gedaan moeten worden.. Dit geldt ook in het geval uw bedrijf een hoofdvestiging buiten het douanegebied van de Unie heeft.

De aanvrager dient de aanvraag in bij: Belastingdienst / Douane Breda / Landelijk Tariefinlichting Team, Postbus 3070, 6401 DN, Heerlen. (artikel 9 DWU, artikel 19, lid 1, GVo.DWU, artikel 6 UVo.DWU).

Een vertegenwoordiger voor een Nederlandse marktdeelnemer vult het beginscherm van het EU Customs Trader Portal als volgt in:

 

Meer informatie ter zake van het invullen van het beginscherm van het EU Customs Trader Portal: https://nh.douane.nl/eu-portalen

Naar boven

2.1.2 Voorwaarden aanvraag BTI-beschikking

Een aanvraag voor een BTI-beschikking moet aan de volgende voorwaarden voldoen om te kunnen worden aanvaard:

  • de aanvrager is in het bezit van een EORI- nummer; (artikel 9 DWU en artikel 11 GVo.DWU)

  • de aanvrager vraagt om afgifte in verband met een voorgenomen gebruik van de BTI-beschikking of van een douaneregeling; (artikel 33, lid 1, letter b, DWU)

  • de aanvraag bevat alle informatie (zoals brochures, folders en eventueel monsters) die nodig is om de goederen te kunnen indelen in de nomenclaturen en om ze duidelijk te kunnen omschrijven; (artikel 22, lid 1, DWU)

  • de aanvraag bevat een gedetailleerde omschrijving van de goederen, inclusief een fysieke omschrijving, de functie, samenstelling en eigenschappen;

Naar boven

2.1.3 Werkzaamheden met betrekking tot het EBTI systeem

Voor de uitwisseling en opslag van informatie in het kader van aanvragen en beschikkingen betreffende BTI en elke daaropvolgende gebeurtenis die invloed kan hebben op de oorspronkelijke aanvraag of beschikking, wordt een elektronisch systeem ("het EBTI-systeem") gebruikt. (artikel 16, lid 1, DWU, artikel 23, lid 5, DWU en artikel 21 UVo.DWU)

Nadat de aanvraag is ontvangen, wordt een registratienummer toegekend en maakt het Landelijk Tariefinlichting Team een dossier aan in het EBTI-systeem. Het Landelijk Tariefinlichting Team kent een nummer toe aan de aanvraag voor een BTI-beschikking. Dit nummer heeft de volgende opbouw:

         

Onderdelen

 

 

 

Betekenis

NL

Landcode

BTI

Bindende Tariefinlichting

jjjj

Jaartal

yyyy

volgnummer aanvraag

Dit registratienummer wordt door middel van elektronische berichtgeving met behulp van het EU Customs Trader Portal de aanvrager medegedeeld. Dit is echter slechts een ontvangstbevestiging en daarmee is de aanvraag nog niet formeel aanvaard.

Bij de aanvaarding van de aanvraag en de afgifte van een BTI-beschikking raadpleegt het Landelijk Tariefinlichting Team het EBTI systeem. Deze raadplegingen worden in een elektronisch dossier vastgelegd. (artikel 16, lid 4, UVo.DWU).

Het BTI team gaat onverwijld na of aan de voorwaarden voor aanvaarding van de aanvraag is voldaan. Wanneer de douaneautoriteit over alle vereiste elementen beschikt om een beschikking af te geven, informeert zij de aanvrager door middel van elektronische berichtgeving met behulp van het EU Customs Trader Portal. Daarbij wordt tevens meegedeeld op welk moment de afgiftetermijn is ingegaan.

De formele aanvaarding geschiedt uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst van de aanvraag voor een BTI-beschikking. In het verleden was er geen specifieke termijn voor de afgifte van BTI-beschikkingen vastgesteld, maar in het DWU is nu vastgelegd dat er zo snel mogelijk een beschikking moet worden afgegeven en in ieder geval binnen 120 dagen na aanvaarding van de aanvraag, tenzij anders is bepaald. (artikel 22, lid 3, DWU).

Indien de douaneautoriteit na de formele aanvaarding van een aanvraag vaststelt dat aanvullende informatie nodig is, kan zij de aanvrager hierom door middel van elektronische berichtgeving met behulp van het EU Customs Trader Portal vragen. De aanvrager krijgt een termijn van ten hoogste 30 dagen om de vereiste informatie te verstrekken. De beschikkingstermijn wordt verlengd met de tijd die de aanvrager krijgt om de vereiste informatie te verstrekken. (artikel 13, lid 1, GV). Het verstrekken van de aanvullende informatie geschiedt door middel van elektronische berichtgeving met behulp van het EU Customs Trader Portal.

Wanneer de douaneautoriteit de aanvrager om aanvullende informatie verzoekt, wordt de termijn voor aanvaarding van de aanvraag verlengd met de duur van de termijn voor het verstrekken van de aanvullende informatie (artikel 12, lid 2, UV).

De aanvrager stemt ermee in dat alle gegevens in verband met de BTI-beschikking, daaronder begrepen foto's, afbeeldingen en brochures, openbaar worden gemaakt via de internetsite van de Europese Commissie. Persoonsgegevens en overige vertrouwelijke informatie worden daarop niet gepubliceerd. (artikel 19, lid 2, GVo.DWU).

Naar boven

2.1.4 Procedure in verband met de indeling in de nomenclatuur

De aanvrager dient aan te geven in welke nomenclatuur de goederen moeten worden ingedeeld. Dit bepaalt het aantal cijfers dat in de BTI-beschikking zal worden vermeld. De verschillende mogelijkheden zijn in onderstaande tabel opgenomen:

   

Nomenclatuur

Goederencode bestaat uit

Gecombineerde Nomenclatuur

8 cijfers (GN-code)

Taric-nomenclatuur

10 cijfers (Taric-onderverdeling)

Restitutie nomenclatuur

8 cijfers (Restitutie code)

Andere

Te specificeren

In het DWU is bepaald dat de douaneautoriteiten de gronden waarop de voorgenomen beschikking is gebaseerd, meedelen aan de aanvrager voordat een voor hem ongunstige beschikking wordt afgegeven. In het geval van een BTI-beschikking wordt dit beginsel niet toegepast.(artikel 22, lid 6, onder a, DWU en artikel 33, lid 1, DWU)

Naar boven

2.1.5 Procedure voor monsteronderzoek bij afgifte BTI-beschikkingen

De aanvrager moet alle gegevens verstrekken die door de douaneautoriteiten worden gevraagd om een BTI-beschikking af te kunnen geven. Met die gegevens moet het in beginsel mogelijk zijn een duidelijke goederenomschrijving te geven en de goederen in te delen in de gewenste nomenclatuur. (artikel 22, lid 1, DWU)

Als vanwege het ontbreken van noodzakelijke gegevens over de samenstelling van de goederen de indeling van de goederen niet mogelijk is, dan kan het Landelijk Tariefinlichting Team de aanvrager verzoeken akkoord te gaan om de samenstelling van de goederen te laten bepalen door het Douane Laboratorium. Dit verzoek geschiedt door middel van elektronische berichtgeving met behulp van het EU Customs Trader Portal. De procedure verloopt dan als volgt:

  1. Verzending aan het Landelijk Tariefinlichting Team:

Monsters kunnen direct worden toegezonden aan het Landelijk Tariefinlichting Team op het volgende adres: Belastingdienst/Douane Breda, Landelijk Tariefinlichting Team, Laan op Zuid 45, 3072 DB Rotterdam. De aanvrager voegt hierbij een uitdraai van de aanvraag met het kenmerk dat hij aan de aanvraag heeft meegegeven.

In een aantal gevallen (bijvoorbeeld bij bederfelijke waren, bevroren producten of gevaarlijke chemicaliën) wordt de aanvrager verzocht de monsters direct te zenden aan het Douane Laboratorium. Daarbij moet door de aanvrager in een begeleidend schrijven worden verwezen naar het aanvraagnummer dat hem door het Landelijk Tariefinlichting Team is verstrekt.

  1. Het Douane Laboratorium doet na de analyse of deskundigenverslag van de goederen het volgende:

    1. zendt de uitslag van de analyse naar het Landelijk Tariefinlichting Team. Die uitslag wordt beschouwd als gegevens die de aanvrager ter beschikking moet stellen;

    2. vermeldt de voor de indeling van belang zijnde de gehaltes van de bestanddelen en de analysemethoden in het formulier.

  2. Kosten Douane Laboratorium

    Het Douane Laboratorium berekent kosten voor analyse en brengt deze rechtstreeks in rekening bij de aanvrager. De behandelende scheikundige kan een schatting van de kosten geven. De aanvrager wordt - voorafgaand aan het laboratoriumonderzoek - verzocht akkoord te gaan met deze kosten. Deze toestemming wordt verleend door middel van elektronische berichtgeving met behulp van het EU Customs Trader Portal. In de uitslag die het Douane Laboratorium naar het Landelijk Tariefinlichting Team stuurt, wordt meegedeeld dat de kosten van de analyse bij de aanvrager in rekening zijn gebracht.
    (artikel 52, lid 2, onder b, DWU)

Naar boven

2.1.6 Procedure voor aanvragen van BTI-beschikkingen voor verschillende goederen

Een aanvraag voor een BTI-beschikking kan betrekking hebben op verschillende goederen, als deze goederen maar behoren tot één goederensoort. Goederen met soortgelijke eigenschappen hebben betrekking op goederen waarvan de verschillen niet relevant zijn voor hun tariefindeling (arrest HvJ EU van 2 december 2010, Schenker, zaak C-199/09).
(artikel 16, lid 2, UVo.DWU).

Als de aanvrager een aanvraag voor een BTI-beschikking doet waarin meerdere goederensoorten voorkomen, dan neemt het Landelijk Tariefinlichting Team door middel van elektronische berichtgeving met behulp van het EU Customs Trader Portal via het EBTI-systeem contact op met de aanvrager en verzoekt om een afzonderlijke aanvraag voor elke goederensoort

Het Landelijk Tariefinlichting Team werkt de aanvraag niet af voordat alle benodigde gegevens van de aanvrager door middel van elektronische berichtgeving met behulp van het EU Customs Trader Portal zijn ontvangen.

Naar boven

2.2 Afgifte BTI-beschikking

Voordat een BTI-beschikking wordt afgegeven, raadpleegt het Landelijk Tariefinlichting Team het systeem. Deze raadplegingen worden in het elektronisch dossier vastgelegd. (artikel 16, lid 4, en artikel 17 UVo.DWU)

De aanvrager wordt door middel van elektronische berichtgeving met behulp van het EU Customs Trader Portal in kennis gesteld dat de BTI-beschikking op elektronisch wijze is afgegeven (artikel 16, lid 1, DWU, artikel 21, lid 1, UVo.DWU)

De BTI-beschikking is verbindend voor de douaneautoriteiten van de lidstaten en voor de houder van die beschikking voor:

  • de tariefindeling van de goederen in de nomenclaturen. Voor de berekening van de rechten bij invoer (of restitutie) en belastingen is de dag van aanvaarding van de aangifte bepalend. Dit geldt ook voor de maatregelen op de terreinen van veiligheid, economie, gezondheid en milieu (VGEM);

  • de tariefindeling van goederen waarvoor de douaneformaliteiten worden vervuld na de datum waarop de BTI-beschikking van kracht wordt.(artikel 33, lid 2, DWU)

Naar boven

2.3 Het ongeldig worden / intrekken van een BTI-beschikking

2.3.1 Algemeen

Nadat het Landelijk Tariefinlichting Team een BTI-beschikking heeft afgegeven is deze in principe drie jaar geldig. (artikel 33, lid 3, DWU)

Een BTI-beschikking kan haar geldigheid eerder verliezen doordat de BTI-beschikking niet meer in overeenstemming is met het geldende recht door:

  • een wijziging van de Gecombineerde Nomenclatuur (GN), het Geharmoniseerd systeem (hierna: GS) of een van de nomenclaturen zoals bedoeld in artikel 56, lid 2, onder a en b, DWU. (artikel 34, lid 1, letter a, DWU)

  • een verordening tot vaststelling van de tariefindeling van goederen zoals bedoeld in artikel 57, lid 4, DWU. (artikel 34, lid 1, letter b, DWU)

Overeenkomstig artikel 23, lid 3, en artikel 28 DWU kunnen BTI-beschikkingen door het Landelijk Tariefinlichting Team worden ingetrokken en wordt de houder daarvan door middel van elektronische berichtgeving met behulp van het EU Customs Trader Portal in kennis is gesteld. Een BTI-beschikking kan niet worden ingetrokken als de houder daarom verzoekt.
(artikel 34, lid 5, DWU)

Een BTI kan ook niet worden gewijzigd.
(artikel 34, lid 6, DWU)

Intrekking kan plaatsvinden wanneer de BTI-beschikkingen niet langer verenigbaar zijn met de uitlegging van de GN en/of, het GS ten gevolge van:

  • een wijziging van de toelichtingen op de GN, met ingang van de datum waarop deze worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie;

  • een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ EU) met ingang van de bekendmaking van het dictum van het arrest in het Publicatieblad van de Europese Unie;

  • indelingsbesluiten, indelingsadviezen of wijzigingen in de toelichtingen op de nomenclatuur van het geharmoniseerde systeem aangenomen door de WDO met ingang van de datum waarop de mededeling van de Commissie in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt; of

  • (artikel 34, lid 7, letter a, DWU)

  • andere specifieke gevallen.(artikel 34, lid 7, letter b, DWU)

Een BTI-beschikking verliest haar geldigheid op het moment dat de wijziging of maatregel van toepassing wordt. (artikel 34, lid 1, DWU)

Naar boven

2.3.2 Ongeldig worden door Europese- en internationale maatregelen

Een BTI-beschikking is niet meer geldig, als deze:

  1. door de vaststelling van een verordening van de Europese Commissie of de Raad, niet meer in overeenstemming is met het geldende recht;

    1. (artikel 34, lid 1, letters a en b DWU)

  2. niet meer in overeenstemming is met de uitlegging van de nomenclaturen door een wijziging in een van de volgende gevallen:

    (artikel 34, lid 1, letter a, DWU)

    • toelichtingen op de GN;

    • aantekeningen op afdelingen van de GN;

    • aantekeningen op hoofdstukken van de GN;

    • teksten van tariefposten;

    • teksten van posten en onderverdelingen.

(artikel 34, lid 7, letter a, punt i, DWU)

  1. niet meer verenigbaar is met de uitleg van de nomenclaturen door een arrest van het HvJ EU;(artikel 34, lid 7, letter a, punt ii, DWU)

  2. niet meer verenigbaar is met een van de nomenclaturen door een indelingsbesluit, indelingsadvies of wijziging van de toelichtingen op de GS-nomenclatuur van de WDO. (artikel 34, lid 7, letter a, punt iii, DWU)

De BTI-beschikking verliest in het geval van de vaststelling van een verordening of door een wijziging in de GN-nomenclatuur door toelichtingen op de GN of een arrest van het HvJ EU, haar geldigheid op de datum van de bekendmaking van de maatregel in het Publicatieblad van de Europese Unie. (artikel 34, lid 7, letter a, punten i en ii, DWU)

Bij een indelingsbesluit, indelingsadvies of wijziging van de toelichtingen op de nomenclatuur van het GS, verliest de BTI-beschikking haar geldigheid op de datum van bekendmaking van de kennisgeving, indelingsadvies of wijziging door een mededeling van de Europese Commissie in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie. (artikel 34, lid 7, onderdeel a, punt iii, DWU)

Het Landelijk Tariefinlichting Team trekt deze BTI-beschikkingen in en maakt deze ongeldig in het EBTI-systeem. De houder wordt daarvan door middel van elektronische berichtgeving met behulp van het EU Customs Trader Portal in kennis gesteld.

Naar boven

2.3.3 Ongeldig worden door andere maatregelen

Een BTI-beschikking die op grond van artikel 34, lid 5, DWU door het Landelijk Tariefinlichting Team wordt ingetrokken verliest daarmee haar geldigheid. Hiervoor is nodig dat dit team de houder van de intrekking door middel van elektronische berichtgeving met behulp van het EU Customs Trader Portal in kennis stelt.

Het Landelijk Tariefinlichting Team trekt een BTI-beschikking ook in als deze BTI-beschikking:

  1. niet meer overeenkomt met een onherroepelijke uitspraak van een nationale rechter;

  2. bij nader inzien een onjuiste goederencode vermeldt voor de goederen;

  3. een onjuiste goederencode vermeldt omdat het Landelijk Tariefinlichting Team meent dat de uitlegging die zij eerst had gegeven onjuist is als gevolg van een beoordelingsfout of van nieuwe inzichten. De douane heeft het recht te beslissen dat aan één van de voorwaarden voor de BTI-beschikking niet meer is voldaan (arrest HvJ EU, van 22 januari 2004, Timmermans Transport en Hoogenboom Producten, zaak C-133/02 en C-134/02).
    (artikel 23, lid 3, DWU juncto artikel 34, lid 5 en 7, DWU)

De Europese Commissie kan de lidstaten verzoeken om BTI-beschikkingen in te trekken waardoor de tariefindeling van goederen uniform plaatsvindt. (artikel 34, lid 11, DWU)

Voordat een BTI-beschikking wordt ingetrokken delen de douaneautoriteiten door middel van elektronische berichtgeving met behulp van het EU Customs Trader Portal de houder mee op welke gronden zij voornemens zijn de intrekking van de beschikking te baseren. De houder wordt in de gelegenheid gesteld zijn standpunt kenbaar te maken binnen een specifieke termijn. Deze termijn begint op de datum waarop de houder die mededeling ontvangt. Na het verstrijken van deze termijn wordt aan de aanvrager mededeling gedaan van de intrekking van de BTI-beschikking.(artikel 28 DWU)

Ook deze mededelingen zullen door middel van elektronische berichtgeving via het EU Customs Trader Portal worden toegezonden.

Het Landelijk Tariefinlichting Team maakt vervolgens de BTI ongeldig

Naar boven

2.4 Afgeven BTI-beschikkingen volgens vastgestelde besluiten en maatregelen

Het Landelijk Tariefinlichting Team verstrekt na de vaststelling van de hiervoor genoemde besluiten en maatregelen alleen BTI-beschikkingen die daarmee in overeenstemming zijn.

De Europese Commissie deelt de douaneautoriteiten zo snel mogelijk de data mee waarop deze maatregelen en besluiten zijn vastgesteld. De datum waarop de BTI-beschikkingen volgens het vastgestelde recht moeten worden afgegeven, zijn hierna vermeld:

  1. de datum waarop de wijziging van de douanenomenclatuur, die in de verordening wordt vastgesteld, van toepassing is; (artikel 34, lid 1, letter a, DWU)

  2. bij een verordening die de indeling van goederen in de douanenomenclatuur vaststelt of wijzigt, met ingang van de datum waarop de wijziging of de maatregelen van toepassing wordt; (artikel 34, lid 1, letter b, DWU)

  3. in het geval van een wijziging van de toelichting op de GN-nomenclatuur op de datum waarop de maatregel wordt bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de EU; (artikel 34, lid 7, letter a, punt i, DWU)

  4. bij onverenigbaarheid met een arrest van het HvJ EU de datum met ingang van de bekendmaking van het dictum van het arrest in het Publicatieblad van de Europese Unie;(artikel 34, lid 7, letter a, punt ii, DWU)

  5. bij een kennisgeving van een indelingsadvies of wijziging van de toelichtingen op de nomenclatuur van het GS, op de datum van bekendmaking van de kennisgeving of wijziging door een mededeling van de Europese Commissie in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie. (artikel 34, lid 7, letter a, punt iii, DWU)

Naar boven

2.5 Verlengd gebruik van een BTI-beschikking

Zie ook hiervoor onder 4.10.00, paragraaf 1.7 de algemene informatie over de voorwaarden voor verlengd gebruik bij ongeldigheid en intrekking van BI-beschikkingen.

In de volgende situaties kan het Landelijk Tariefinlichting Team besluiten aan de houder van de BTI-beschikking een periode voor verlengd gebruik te verlenen:

  1. in het geval de BTI-beschikking niet meer overeenkomt met onderverdelingen of indelingen van de GN die zijn vastgesteld door de Europese Commissie;

  2. als de uitleg van de GN niet meer verenigbaar is met de BTI-beschikking als gevolg van:

    • een wijziging in de toelichtingen van de GN, publicatie van indelingsadviezen (tariferingen) of indelingskennisgevingen van de EU;

    • een arrest van het HvJ EU of een onherroepelijke uitspraak van de nationale rechter;

    indelingsbesluiten, indelingsadviezen of wijzigingen in de toelichtingen op de GS-nomenclatuur.
    (artikel 34, lid 9, DWU)

De goederen worden in de periode van het verlengd gebruik aangegeven onder de goederencode die is vermeld in de (ongeldige) BTI-beschikking.

Een aanvraag voor verlengd gebruik geschiedt door middel van elektronische berichtgeving met behulp van het EU Customs Trader Portal.

Verlengd gebruik kan worden toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • de marktdeelnemer is bindende contracten aangegaan op basis van de indeling in de ongeldig geworden of ingetrokken beschikking en die contracten waren al eerder afgesloten (d.w.z. vóór de in artikel 34, lid 7, onder a) vermelde datum indien van toepassing);

  • de periode van verlengd gebruik is aangevraagd binnen 30 dagen na de datum waarop de BTI-beschikking ongeldig wordt gemaakt of wordt ingetrokken. Bij intrekkingen is de begindatum van de termijn van 30 dagen de datum waarop de aanvrager van de douaneautoriteiten het besluit tot intrekking van de BTI-beschikking ontvangt of wordt geacht te hebben ontvangen;

  • het verzoek is ingediend bij de douaneautoriteit die de oorspronkelijke beschikking heeft afgegeven;

  • de maatregel op grond waarvan de BTI-beschikking ongeldig wordt gemaakt of wordt ingetrokken, sluit niet uit dat een periode van verlengd gebruik wordt toegekend (artikel 34, lid 9, en artikel 57, lid 4, DWU);

  • de hoeveelheden waarvoor om een periode van verlengd gebruik wordt verzocht, alsmede de lidstaat of lidstaten waarin de goederen waarvoor het verlengd gebruik geldt, worden ingeklaard, staan in de aanvraag vermeld.

Het Landelijk Tariefinlichting Team neemt een besluit over het al dan niet toekennen van de gevraagde periode van verlengd gebruik en informeert de houder zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen 30 dagen vanaf de datum waarop alle voor de beschikking benodigde gegevens voorhanden zijn. De aanvrager wordt door middel van elektronische berichtgeving met behulp van het EU Customs Trader Portal van het besluit voor verlengd gebruik geschiedt in kennis gesteld.

De periode van verlengd gebruik beloopt ten hoogte zes maanden vanaf de datum waarop de BTI- beschikking haar geldigheid verloor of de intrekking van kracht werd (artikel 34, lid 1, onder b), en artikel 34, lid 7, DWU) Het kan een kortere periode betreffen, indien dit in een maatregel is vastgelegd.

De vermelding van de hoeveelheid goederen is verplichte informatie in de BTI beschikking, als de douaneautoriteit een periode van verlengd gebruik toekent voor een BTI-beschikking. De volgende informatie moet worden opgegeven:

  • de einddatum van de periode van verlengd gebruik

  • de hoeveelheden van de goederen die gedurende de periode van verlengd gebruik kunnen worden aangezuiverd

  • eenheden uitgedrukt in aanvullende eenheden in de zin van de gecombineerde nomenclatuur (bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad).

Naar boven

2.6 Verificatie bij in- of uitvoer

2.6.1 Procedure waarbij de aangever een BTI-beschikking aangeeft

Eenmaal in het bezit van een BTI-beschikking moet de houder in alle lidstaten van de Europese Unie gebruik maken van de BTI-beschikking. Als gevolg daarvan moet het referentienummer van de BTI-beschikking worden vermeld in de douaneaangifte waarmee de douaneformaliteiten worden vervuld.(artikel 33, lid 2, DWU juncto artikel 20 UVo.DWU). Bij een aangifte AGS (aangiftesysteem AGS) moet het referentienummer van de BTI worden vermeld in vak 44 door middel van de bescheidcode C626 en het BTI-nummer. Bij een aangifte GPA wordt in een van de velden H.13 tot en met H.16 in het standaardrecord de bescheidcode C626 opgenomen. Deze velden hebben vaak geen mogelijkheid of ruimte om het BTI-nummer te vermelden. In dat geval wordt het BTI-nummer in de bedrijfsadministratie geregistreerd.

Als een natuurlijk persoon of een rechtspersoon bij een aangifte brengen in het vrije verkeer of een aangifte ten uitvoer een beroep doet op een BTI-beschikking, verloopt de procedure als volgt:

De douane controleert of:

  1. de goederen in de aangifte identiek zijn aan de omschrijving in de BTI-beschikking. Is dit niet het geval dan kan de BTI-beschikking niet worden gebruikt;

  2. deze persoon bevoegd is om een beroep te doen op die BTI-beschikking. Is dit niet het geval dan kan de BTI-beschikking niet worden gebruikt;

  3. de geldigheidstermijn niet is verstreken; en

  4. de BTI-beschikking niet is ingetrokken, tenzij een overgangstermijn van toepassing is.

Als deze persoon terecht een beroep doet op de BTI-beschikking dan past de douane de goederencode toe die daarin staat.

Naar boven

2.6.2 BTI-beschikking niet vermelden op aangifte

De BTI-beschikking is verbindend voor de douane én de houder en de houder dient daarom altijd het referentienummer van de BTI-beschikking in de aangifte te (laten) vermeld. Het niet vermelden van het BTI-referentienummer betekent dat er een onjuiste aangifte is ingediend.
(artikel 33, lid 2, DWU en artikel 20 UVo.DWU)

Naar boven

2.6.3 Procedure bij verlengd gebruik van een BTI-beschikking

Als voor een ingetrokken BTI-beschikking een periode van verlengd gebruik geldt, kan de houder de BTI-beschikking nog gebruiken. Het Landelijk Tariefinlichting Team heeft de houder daarover door middel van elektronische berichtgeving via het EU Customs Trader Portal ingelicht en de datum waarop deze periode eindigt aan hem meegedeeld.
(artikel 22, lid 1, UVo.DWU)

Als de douane twijfelt of er sprake is van verlengd gebruik, dan wordt hierover informatie ingewonnen bij het Landelijk Tariefinlichting Team.

Als er een periode voor verlengd gebruik van kracht is, blijkt dat uit de schriftelijke mededeling aan de houder van de BTI-beschikking.

Als het Landelijk Tariefinlichting Team een periode voor verlengd gebruik heeft vastgesteld, wordt in de douaneaangifte of rubrieken binnen AGS of de geautomatiseerde c.q. de schriftelijke periodieke aangifte de aantekening "toepassing artikel 34, lid 9, van het DWU" geplaatst.

Het gebruik van een BTI-beschikking betreffende een periode van verlengd gebruik, wordt beëindigd zodra de hoeveelheden zijn bereikt.

De Commissie beheert de hoeveelheden op basis van een contingentensysteem en informeert de lidstaten bij uitputting.
(artikel 34, lid 9, DWU en artikel 22, lid 2, UVo.DWU)

Deze mededelingen zullen door middel van elektronische berichtgeving via het EU Customs Trader Portal worden toegezonden.

Naar boven

2.6.4 Procedure bij twijfel over de juistheid van een indeling

Het kan voorkomen dat de douane vindt dat de goederencode in de BTI-beschikking onjuist is en dat de BTI-beschikking moet worden ingetrokken. De douane handelt dan als volgt:

  1. de BTI-beschikking wordt altijd ter beoordeling voorgelegd aan het Landelijk Tariefinlichting Team. Dit team beoordeelt de BTI-beschikking en deelt het resultaat van de beoordeling mee;

  2. hoe de douaneaangifte daarna wordt behandeld hangt af van de situatie. Er zijn drie mogelijkheden:

    1. als de BTI-beschikking vermoedelijk is afgegeven op basis van onjuiste of onvolledige gegevens, wordt de verificatie aangehouden totdat het Landelijk Tariefinlichting Team de BTI-beschikking heeft beoordeeld;

    2. de indeling was juist op de datum van afgifte van de BTI-beschikking maar is inmiddels gewijzigd. De verificatie wordt aangehouden totdat het Landelijk Tariefinlichting Team de BTI-beschikking heeft beoordeeld;

    3. de douaneadministratie die de BTI-beschikking heeft afgegeven heeft de goederen vermoedelijk onjuist ingedeeld. Er kan sprake zijn van een ambtelijke fout. De douane past de indeling toe die in de BTI-beschikking staat en neemt vervolgens contact op met het Landelijk Tariefinlichting Team . Zij kunnen, als de BTI-beschikking afgevende instantie buiten Nederland is gelegen, actie ondernemen naar de betreffende douaneadministratie.

Naar boven

2.6.5 Zoeken in het EBTI-systeem

Alle in Nederland en in de andere lidstaten afgegeven BTI-beschikkingen zijn opgenomen in het EBTI-systeem. Dit systeem is te benaderen door medewerkers van het Landelijk Tariefinlichting Team, het Douane Laboratorium en daartoe geautoriseerde medewerkers die binnen diverse onderdelen van de Douane (AB/KM/DLTC) werkzaam zijn. U kunt hier terecht met de volgende vragen:

  • is de overgelegde BTI-beschikking geldig?

  • is er een overgangsmaatregel van toepassing?

  • is er voor een specifieke goederencode een BTI-beschikking afgegeven?

  • is er beeldmateriaal beschikbaar van de goederen?

Het is mogelijk via internet de EBTI database van de Europese Unie te raadplegen. Op deze site kunnen door het invullen van een of meer zoekcriteria de op een bepaalde goederencode afgegeven geldige BTI-beschikkingen worden geraadpleegd. Alleen de gegevens die op de aanvraag voor een BTI-beschikking niet als vertrouwelijk zijn aangegeven worden zichtbaar.

Naar boven

2.7 Slotbepalingen

Als u vragen of opmerkingen heeft over BTI-beschikkingen, neem dan contact op met Belastingdienst / Douane Breda / Landelijk Tariefinlichting Team onder telefoonnummer (088) 153 44 14.

Naar boven