Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

9.00.00 Douanewaarde

13 Bijlage 2 OESO-methoden

In deze bijlage zijn OESO-methoden beschreven die voor het toetsen van verrekenprijzen in transacties van verbonden partijen aan het arm's length principe worden gebruikt. De transacties van verbonden partijen moeten worden getoetst aan de voorwaarden en beperkingen van de methoden die voor het vaststellen van de douanewaarden zijn vastgesteld (hoofdstuk 2 tot en met 9).

Naar boven

13.1 A. Traditional transaction methoden:

Comparable uncontrolled price methode

Bij deze methode wordt de prijs in transacties van verbonden partijen vergeleken met de prijs die in transacties tussen niet-verbonden partijen wordt gehanteerd. Een verschil in prijzen kan erop duiden dat de voorwaarden van de handelsbetrekkingen en financiële betrekkingen van de verbonden partijen niet in overeenstemming zijn met het arm's length principe en dat de prijs van de verbonden partijen moet worden vervangen door de prijs van de niet-verbonden partijen. Deze methode kan worden gebruikt als verschillen in de transacties geen materiële invloed hebben op de prijs van niet-verbonden partijen of als de materiële effecten van de verschillen kunnen worden opgeheven door nauwkeurige aanpassingen.

Naar boven

13.2 Resale price methode

Bij deze methode wordt uitgegaan van de prijs in transacties van verbonden partijen welke transacties worden opgevolgd door transacties met niet-verbonden partijen. De prijs van transacties met de niet-verbonden partijen wordt verminderd met een bruto marge. De bruto marge moet bestaan uit kosten en winst van de verbonden partij gelet op de functies en risico's. De prijs die op deze manier wordt verkregen kan worden beschouwd als een prijs die op basis van het arm's length principe van de verbonden partijen is afgesloten. De bruto marge kan worden vastgesteld aan de hand van de bruto marge van de verbonden partij ingeval van prijzen in transacties met de niet-verbonden partijen. Deze kan ook worden berekend met behulp van de bruto marge bij prijzen in transacties tussen niet-verbonden partijen. De methode kan worden gebruikt als verschillen in de transacties geen materiële invloed hebben op de bruto marge van niet-verbonden partijen of als de materiële effecten van de verschillen kunnen worden opgeheven door nauwkeurige aanpassingen.

Naar boven

13.3 Cost plus methode

Bij deze methode wordt uitgegaan van de kosten in transacties van verbonden partijen welke kosten worden verhoogd met een cost plusopslag. De cost plusopslag moet bestaan uit winst van de verbonden partij gelet op de functies en risico's. De prijs die op deze manier wordt samengesteld kan worden beschouwd als een prijs die op basis van het arm's length principe van de verbonden partijen is overeengekomen. De cost plusopslag kan worden vastgesteld aan de hand van de cost plusopslag van de verbonden partij ingeval van prijzen in transacties met de niet-verbonden partijen. Deze kan ook worden berekend aan de hand van de cost plusopslag bij prijzen in transacties tussen niet-verbonden partijen. De methode kan worden gebruikt als verschillen in de transacties geen materiële invloed hebben op de cost plusopslag van niet-verbonden partijen of als de materiële effecten van de verschillen kunnen worden opgeheven door nauwkeurige aanpassingen.

Naar boven

13.4 B. Transactional profit methoden

De transactional profit methoden kunnen worden gebruikt om de winst te onderzoeken van specifieke transacties van verbonden partijen. De winst in specifieke transacties van de verbonden partijen wordt vergeleken met de winst die wordt gerealiseerd in vergelijkbare transacties van niet-verbonden partijen.

Naar boven

13.5 Profit split methode

Deze methode is gericht op de voorwaarden voor de verdeling van de winst die in transacties van verbonden partijen zijn vastgelegd. De winstverspreiding die in transacties tussen niet-verbonden partijen zou zijn overeengekomen wordt daarbij betrokken. Eerst wordt de gezamenlijk winst in de transacties van de verbonden partijen vastgesteld. Vervolgens wordt die winst van de verbonden partijen gesplitst gelet op de functies en risico's welke splitsing wordt bereikt als zou het arm's length principe zijn gehanteerd.

Naar boven

13.6 Net margin methode

Deze methode is gericht op de voorwaarden voor de netto winstmarge van de verbonden partij in transacties van verbonden partijen. De netto winstmarge die de verbonden partij in vergelijkbare transacties met niet-verbonden partijen zou hebben behaald wordt daarbij betrokken. De netto winstmarge kan ook worden berekend aan de hand van de netto winstmarge van een niet-verbonden partij die in transacties tussen niet-verbonden partijen zou zijn behaald. Op deze manier kan de netto winstmarge van de verbonden partij gelet op de functies en risico's worden vastgesteld als zou het arm's length principe zijn toegepast.

(niet voor internetversie)

De OESO-methoden zijn beschreven in het boekwerk Transfer pricing guidelines for multinational enterprises and tax administrations/Richtlijnen voor verrekenprijzen voor multinationale ondernemingen en belastingdiensten.

Naar boven