Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

12.20.00 Veiligheid

16 Bijlage 8 visitatie van besloten ruimtes in zeeschepen

Besloten ruimtes afgesloten van de buitenlucht (kunnen) zijn; stuurmachinekamer, boegschroefruimte, laadruimen, olie- of ballast tanks, voor- en achterplecht tanks en een dubbele bodem. Deze ruimtes zijn in het algemeen niet makkelijk te betreden, slecht te ventileren en kunnen een van de buitenlucht afwijkende samenstelling hebben.

Maatregelen vooraf: Informeer bij de kapitein of chief-officer het volgende:

  • Is de ruimte veilig betreedbaar i.v.m. de lading?

  • Is er gebruik gemaakt van bestrijdingsmiddelen?

  • Is de ruimte “ontgast”?

Let op: Bij bulk- of tankschepen wordt soms in ruimtes een zuurstofarm mengsel (bijvoorbeeld met stikstof) gebruikt om de kans op brand of ontploffingsgevaar te minimaliseren.

Voordat u een besloten ruimte betreedt waarbij een vermoeden is dat de samenstelling van de lucht afwijkt van de buitenlucht, dient er eerst een goede gasmeting te hebben plaatsgevonden door douanepersoneel dat daarvoor uitgerust en opgeleid is.

In een besloten ruimte hoeft de lucht niet overal dezelfde samenstelling te hebben of kan de samenstelling veranderen. Hierbij dient dan voldoende aandacht te worden besteed aan het nemen van voorzorgsmaatregelen.

Controleer de volgende zaken:

  • Heeft u de multigasmeter bij u en is deze gereed voor gebruik? (gekalibreerd)

  • Is de ruimte voldoende geventileerd, getest en veilig bevonden?

  • Zijn er maatregelen genomen om de ruimte te ventileren gedurende de visitatie?

  • Is er reddingsmateriaal aanwezig in de directe nabijheid van de toegang tot de besloten ruimte?

  • Is er een communicatiesysteem afgesproken tussen de visiteur en de back-up collega?

  • Is de toegang en de verlichting in orde en voldoende?

  • Is de zoeklamp van een veilig type (= vonkvrij)?

  • Is het bekend waar u mee bezig bent bij de coördinator, en eventueel bij de engineers of de bootsman?

  • Heeft u een zuurstofzelfredder bij u ( MSA SSR 16N) ?

NB: Een multigasmeter geeft een alarm bij de aanwezigheid van:

  • Een zuurstof tekort (< 19%)

  • Een zuurstofoverschot (+ 23%)

  • Explosieve gassen (> 10% LEL)

  • Giftige gassen (ppm op PID-meter)

Ruikt u tijdens de controle een rare lucht of wordt u duizelig, breek dan de controle onmiddellijk af en breng u zelf in veiligheid.

Mocht u toch in contact komen met ongewenste gassen, handel dan als beschreven in 7.8