Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

14.40.00 Vereenvoudiging douanevervoer; Algemene bepalingen vergunningen

1 Inleiding

1.1 Algemeen

In deze tekst gaan we in op de algemene bepalingen inzake de vereenvoudigingen met betrekking tot het douanevervoer.

Om in aanmerking te komen voor vereenvoudigingen binnen het stelsel van douanevervoer, moet men beschikken over een vergunning. Om voor een dergelijke vergunning in aanmerking te komen, moet de aanvrager aan bepaalde algemene en/of bijzondere voorwaarden voldoen. Dit betekent dat voor iedere vereenvoudiging een aanvraag moet worden gedaan waarbij de criteria als beschreven in dit deel van toepassing zijn. In dit gedeelte worden alleen de algemene bepalingen behandeld.

Daarnaast heeft elke vereenvoudiging zijn eigen specifieke eisen waaraan de aanvrager moet voldoen voordat tot afgifte van een vergunning kan worden overgegaan.

De overeenkomst met betrekking tot het gemeenschappelijk douanevervoer tussen de Unie en de EVA-landen biedt de mogelijkheid om dezelfde vereenvoudigingen toe te passen.

Naar boven

1.2 Algemene voorwaarden voor het verlenen van een vergunning

De aanvrager van een vergunning moet voordat de vergunning kan worden afgegeven voldoen aan de eisen die gesteld zijn in
artikel 191 lid 1 en 2 GVo. DWU. De vergunning wordt slechts verleend aan personen die:

  • gevestigd zijn in het douanegebied van de Unie;

  • regelmatig van de regeling Uniedouanevervoer gebruik maken.

Daarnaast moet de aanvrager aan de volgende criteria voldoen:

  • geen ernstige of herhaalde inbreuken op de douane- of belastingwetgeving hebben gepleegd;

  • een administratie voeren aan de hand waarvan de Douane een doeltreffende controle kan verrichten;

  • beschikken over praktische vakbekwaamheid of beroepskwalificaties die rechtstreeks samenhangen met de verrichte activiteiten.

    (artikel 39 letter a), b) en d) DWU)

Zie onderdeel HD 2.50.00 voor een uitwerking van de bovengenoemde criteria.

Naar boven

1.2.1 Regelmatig gebruik regeling Uniedouanevervoer

Als een marktdeelnemer de economische behoefte heeft om goederen met een vergunning Toegelaten Afzender en/of Toegelaten Geadresseerde te vervoeren, is voldaan aan de eis van artikel 191 lid 1, letter b GVo. DWU dat hij regelmatig gebruik maakt van de regeling douanevervoer. De economische behoefte blijkt uit het feit dat hij een aanvraag indient en dus bereid is de daarvoor geldende administratieve verplichtingen in acht te nemen. Tenzij de Douane expliciete redenen heeft om aan te nemen dat dat niet het geval is of van mening zijn dat zij onevenredige inspanningen moeten leveren die niet in verhouding staan tot de economische behoeften van de aangever.

Naar boven

1.2.2 Kunnen controleren zonder buitensporige administratieve maatregelen

De vergunningen worden verleend op voorwaarde dat de douane toezicht kan houden op de regeling Uniedouanevervoer en controles kan verrichten zonder dat zij daarvoor administratieve maatregelen moeten nemen die niet in verhouding staan tot de behoefte van de betrokkene.

(Artikel 191 lid 2 GVo. DWU)

De controle zal zich o.a. richten op de voorwaarden voor de doorlopende zekerheid, de vaststelling van het referentiebedrag, de eventuele matigingen of ontheffingen en de bewaking door de vergunninghouder van eventuele overschrijdingen van het referentiebedrag. Zie onderdeel HD 27.00.00.

Naar boven