50.10.00 Vrijstellingen
4 Vrijstelling met vergunning
4.1 Vrijstelling voor alcoholvrije dranken als grondstof
Vrijstelling wordt verleend voor alcoholvrije dranken die (door degene die ze betrekt) worden gebruikt als grond- of hulpstof bij de vervaardiging van andere goederen dan alcoholvrije dranken (artikel 29, eerste lid WVAD). Een voorbeeld hiervan is vruchtensap gebruikt bij de vervaardiging van een saus. Voor deze vrijstelling is een vergunning van de inspecteur vereist (artikel 29, tweede lid WVAD en artikel 14 UBVAD).
Naar boven4.2 Vergunningplicht artikel 29 WVAD
Om van de vrijstelling bedoeld in paragraaf 4.1 gebruik te kunnen maken, moet vooraf een vergunning worden aangevraagd (artikel 29, tweede lid WVAD). Om in aanmerking te komen voor een vergunning moet de administratie van belanghebbende zodanig zijn ingericht dat daarin op overzichtelijke wijze de gegevens omtrent alle voor de vrijstelling van verbruiksbelasting van belang zijnde bedrijfshandelingen zijn opgenomen.
In de administratie vermeldt u in ieder geval:
-
het gebruik van de alcoholvrije dranken
-
de ontvangen alcoholvrije dranken met de facturen die hierbij horen
-
de niet-verbruiksbelastinggoederen die u hebt gemaakt van de ontvangen alcoholvrije dranken
-
de ontvangen vervoersopdrachten
-
de geconstateerde verschillen op de ontvangen vervoersopdrachten
De vergunning wordt op verzoek verleend door de inspecteur bij een voor bezwaar vatbare beschikking. (artikel 65 WA, dat van overeenkomstige toepassing is verklaard bij artikel 29, derde lid WVAD).
Voordat een vergunning wordt afgeven, wordt er doorgaans een onderzoek ingesteld bij de aanvrager van de vergunning.
Op grond van een beleidsregel in het Beleidsregels verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken mag ook, onder bepaalde voorwaarden, aan een handelaar in alcoholvrije dranken vrijstelling worden verleend.
Naar boven4.2.1 Vergunning en zekerheidsstelling
De vergunninghouder die de alcoholvrije dranken met vrijstelling betrekt, moet zekerheid stellen voor de verbruiksbelasting
die hij verschuldigd kan worden (artikel 14, derde lid UBVAD).
Zie voor het stellen van zekerheid onderdeel 30.20.00, Zekerheid, van dit Handboek.
4.2.2 Vergunning en vervoersopdracht/bescheid
Het vervoer naar degene die de alcoholvrije dranken met vrijstelling betrekt, moet plaats vinden met een vervoersopdracht of bescheid (artikel 14, vierde lid UBVAD). Voorwaarden voor dat vervoer kunnen in de vergunning worden opgenomen. Het gaat om goederen verstuurd vanuit:
-
een IVV (vervoersopdracht, artikel 2 UBVAD)
-
een derde land (vervoersopdracht, artikel 8 UBVAD)
-
een andere lidstaat (bescheid, artikel 5 UBVAD)
-
een douane-entrepot of een plaats voor tijdelijke opslag (vervoersopdracht, artikel 8 UBVAD)
De vergunninghouder van een IVV kan toestemming hebben om goederen zonder vervoersopdracht uit te slaan indien (artikel 2, zesde lid UBVAD):
-
zowel de vergunninghouder van de inrichting van waaruit de goederen worden overgebracht, als de vergunninghouder van de vrijstellingsvergunning waarnaartoe de goederen worden overgebracht, beschikt over een administratie waarin deze overbrengingen afzonderlijk worden bijgehouden en waaruit naar het oordeel van de inspecteur de overbrengingen op overzichtelijke wijze zijn af te lezen;
-
gebruik wordt gemaakt van een maandverklaring, waarin de vergunninghouder van de inrichting van waaruit de goederen worden overgebracht opgave doet van de door hem in een kalendermaand zonder vervoersopdracht naar een houder van een vrijstellingsvergunning overgebrachte goederen; en
-
de maandverklaring na afloop van een kalendermaand wordt verstrekt aan elke vergunninghouder van een vrijstellingsvergunning waarnaartoe in die kalendermaand goederen zijn overgebracht.
4.3 Vrijstelling voor onderzoek, kwaliteitscontroles en smaaktesten
Vrijstelling wordt verleend voor alcoholvrije dranken die worden gebruikt voor onderzoek, kwaliteitscontroles of smaaktesten buiten een IVV (artikel 68 WA, van overeenkomstige toepassing verklaard bij artikel 31 WVAD; verdere voorschriften in artikel 17 UBVAD en artikel 18 URVAD).
De vrijstelling is van toepassing bij uitslag of invoer en geldt alleen voor zover het gaat om onderzoek, kwaliteitscontroles en testen van die alcoholvrije dranken zelf.
Voorbeeld
-
smaaktesten voor nieuw op de markt te brengen alcoholvrije dranken
4.3.1 Vergunningplicht
Voor deze vrijstelling heeft degene die uitslaat of invoert een vergunning nodig. Dit zijn:
-
bij uitslag uit een IVV: de houder van de IVV
-
bij invoer: de aangever die de douaneaangifte doet waarmee de alcoholvrije dranken in het vrije verkeer worden gebracht
De vergunning kan worden verleend voor een bepaalde periode of voor periodiek terugkerende onderzoeken, controles of testen (artikel 17, vierde lid UBVAD).
De volgende gegevens moeten in de vergunningaanvraag worden vermeld, (artikel 17, tweede lid UBVAD):
-
de soort, de hoeveelheid en de voor de heffing van belang zijnde samenstelling van de alcoholvrije dranken;
-
de naam en het adres van de plaats waar de alcoholvrije dranken zullen worden onderzocht, gecontroleerd of getest;
-
de aard en het doel van het onderzoek, de controle of de test; en
-
de bestemming van de eventueel resterende alcoholvrije dranken na afloop van het onderzoek, de controle of de test.
Bij de aanvraag moet ook de schriftelijke opdracht voor de desbetreffende onderzoeken, controles of testen worden overgelegd.
Naar boven4.3.2 Eisen aan de administratie
De vergunninghouder moet een administratie bijhouden van de alcoholvrije dranken die worden onderzocht, getest of gecontroleerd (artikel 18 URVAD). In deze administratie moeten de volgende gegevens worden opgenomen:
-
de soort en de hoeveelheid van de goederen;
-
het tijdstip van de overbrenging van de goederen;
-
het tijdstip van de overbrenging van de na afloop van het onderzoek, de controle of de smaaktest resterende goederen alsmede de plaats waar de goederen naar worden overgebracht. In de administratie worden ingeval van overbrenging naar een andere inrichting dan die van de in de aanhef bedoelde vergunninghouder de naam, het adres en het vergunningnummer van de vergunninghouder van die andere inrichting vermeld.
4.3.3 Alcoholvrije dranken die overblijven
De alcoholvrije dranken die overblijven na een controle, onderzoek of test, moeten worden:
-
overgebracht naar een IVV
-
overgebracht naar een derde land of
-
vernietigd.
4.4 Diplomatieke vrijstellingen van verbruiksbelasting en vrijstellingen van verbruiksbelasting voor internationale organisaties
Vrijstelling wordt verleend als gevolg van bepaalde verdragen (artikel 69 WA, van overeenkomstige toepassing verklaard bij artikel 31 WVAD). Ook in de daarmee overeenkomende gevallen kan vrijstelling van belasting worden verleend, zoals voor accijnsgoederen die aan diplomaten worden afgeleverd.
In een aantal gevallen kan de vrijstelling worden verleend in de vorm van een teruggaaf (zie onderdeel 50.20.00, Teruggaven verbruiksbelastingen, van dit Handboek).
Vrijstelling van alcoholvrije dranken kan worden verleend bij uitslag en invoer van alcoholvrije dranken op grond van:
-
verdragen
-
besluiten van volkenrechtelijke organisaties
-
EEG-verordeningen
en in daarmee overeenkomende gevallen.
(artikel 31 WVAD jo. artikel 69 WA en artikelen 7:8 - 7:11 Adr)
Vrijgesteld van verbruiksbelasting zijn alcoholvrije dranken bestemd voor (artikelen 7:10 en 7:11 Adr, terzake de vrijstellingen van overeenkomstige toepassing verklaard in artikel 32a URA):
-
persoonlijk gebruik door personeelsleden van buitenlandse ambassades en consulaten
-
officieel gebruik door buitenlandse ambassades en beroepsconsulaten
-
officieel gebruik door in Nederland gevestigde internationale organisaties (artikel 7:13 Adr en artikel 39 AWR, in samenhang met de desbetreffende volkenrechtelijke overeenkomst)
De afnemer van de goederen moet dus in het bezit zijn van een vergunning op de aangifte D39, verleend door de inspecteur. Deze vergunning geldt ook voor de omzetbelasting. De vrijstelling is beperkt tot redelijke hoeveelheden ( artikel 32, eerste lid URAWR).
Naar boven4.4.1 Procedures voor het verlenen vergunning internationale organisaties en diplomaten
Om gebruik te kunnen maken van een vrijstelling voor internationale organisaties en diplomaten moet een vergunning worden verleend. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de (douane)aangifte D39. Deze vergunning wordt verleend door de Belastingdienst/Haaglanden/ kantoor Rijswijk/ Centraal Bureau Internationale Fiscale Behandelingen.
4.4.2 Leveringen uit andere lidstaten
Om goederen met vrijstelling van verbruiksbelasting te betrekken uit een andere lidstaat moeten personeelsleden van buitenlandse ambassades en consulaten en daarmee gelijk te stellen internationale ambtenaren of buitenlandse ambassades, beroepsconsulaten of internationale organisaties vooraf een vergunning van de inspecteur hebben verkregen op de aangifte D39.
Naar boven