Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

40.03.00 Milieugevaarlijke stoffen

4 Taakverdeling

Voor de handhaving van de op de Wm gebaseerde regelgeving bestaan twee instrumenten:

  • de strafrechtelijke handhaving

  • de bestuursrechtelijke handhaving

Het is mogelijk dat voor één geconstateerde (vermoedelijke) overtreding beide handhavingsinstrumenten worden toegepast.

Naar boven

4.1 Taak vraagbaak milieu gevaarlijke stoffen

De vraagbaak milieu gevaarlijke stoffen (hierna vraagbaak) voert de taak uit in het verlengde met de vraagbaakfunctie afvalstoffen of vervoer gevaarlijke stoffen.

De vraagbaak heeft kennis van de elementen van het handboek VGEM 40.03.00 en wetgeving voor het uitvoeren van de taak als vraagbaak. Dit zodat hij/zij met behulp daarvan ook vragen kan beantwoorden vanuit de douaneprocessen en zo nodig deze vragen kan doorgeleiden naar de VACO van de regio of naar de ILT

De vraagbaak kan worden ingeschakeld bij de determinatie, het beoordelen en vaststellen of er sprake is van een goed of product, vallende onder milieugevaarlijke stoffen zoals bedoeld in dit voorschrift.

De vraagbaak ondersteunt bij de bepaling of goederen naar het Laboratorium moeten worden gezonden en draagt zorg voor de communicatie richting het Laboratorium. Indien er meldingen of bevragingen omtrent determinatie of afdoening aan het ILT moeten gebeuren, wordt dit gecoördineerd door de vraagbaak met in achtneming van gegeven aanwijzingen vanuit ILT. Onder deze coördinatie valt ook de terugkoppeling in die gevallen vanuit de ILT.

De vraagbaak wordt altijd ingeschakeld voor die situaties waar bij een controle van milieugevaarlijke stoffen er een vermoedelijke onregelmatigheid wordt bevonden en informeert zo nodig het DLTC.

De vraagbaak stemt met de BFC’er af over eventueel strafrechtelijk vervolg en ondersteunt bij het opmaken van een proces-verbaal en eventuele overdracht van een zaak aan opsporingsinstanties. Hierbij kan het nodig zijn dat hij/zij een determinatierapport opstelt, welke wordt toegevoegd aan het proces-verbaal.

De vraagbaak legt beleidsmatige, rechts- en helpdeskvragen voor aan de Vaktechnisch coördinator van de regio (VACO). 

Naar boven

4.2 Handhaving Douane en handhaving door de ILT

Strafrechtelijk gezien handhaaft de Douane de Wm op basis van de Wed en het Wetboek van Strafvordering. Dit kan alleen worden gedaan door personen met opsporingsbevoegdheid.

Een strafrechtelijke procedure tegen een overtreder begint altijd met een proces-verbaal. In de verschillende hoofdstukken van dit voorschrift vindt u per deelgebied instructies.

De Douane treedt niet bestuursrechtelijk op bij de handhaving van de Wm. De bestuursrechtelijke handhaving is de bevoegdheid van de ILT om naleving van rechtsregels af te dwingen of te voorkomen dat door nalatigheid (grotere) schade ontstaat.

Deze vorm van handhaving wordt toegepast:

  • als reactie op een overtreding

  • voor het herstel van de rechtmatige toestand

  • met het oog op voorkoming van herhaling van de overtreding

De middelen die bij de handhaving van de Wm daarbij kunnen worden toegepast zijn:

  • het opleggen van een last onder dwangsom

  • het toepassen van bestuursdwang

Last onder dwangsom door de ILT

Als in het belang van het milieu onmiddellijk optreden niet vereist is, kan aan de overtreder door de ILT een last onder dwangsom worden opgelegd. Een dwangsom is geen boete voor reeds begane overtredingen, maar is gericht op:

  • het beëindigen en/of ongedaan maken van een lopende overtreding

  • het voorkomen van toekomstige overtredingen die identiek zijn aan de geconstateerde overtreding.

Met een dwangsom kunnen in principe dezelfde handelingen worden afgedwongen als met bestuursdwang. De overtreder moet betalen als hij weigert de overtreding en/of de gevolgen daarvan ongedaan te maken. Bij de hoogte van de dwangsom wordt door de ILT rekening gehouden met de ernst van de overtreding en het financiële voordeel dat de overtreder heeft verkregen.

Bestuursdwang door ILT

Bestuursdwang betekent het op kosten van de overtreder doen wegnemen, beletten, in de vorige toestand herstellen of verrichten van wat in strijd met de regels is gedaan of nagelaten. Bestuursdwang houdt de bevoegdheid in om maatregelen te nemen waardoor verdere schade aan het milieu wordt voorkomen, of waardoor de gevolgen zoveel mogelijk worden beperkt of ongedaan worden gemaakt.

De betrokkene wordt per beschikking de mogelijkheid geboden om een en ander binnen een redelijke termijn te regelen (de begunstigingstermijn). In spoedeisende gevallen zal de begunstigingstermijn zo kort mogelijk zijn. Als de zaak niet binnen de gestelde termijn is hersteld, dan gaat de ILT hier zelf toe over en worden de kosten verhaald.

Naar boven

4.3 Strafbepalingen milieugevaarlijke stoffen

In de Wm is bepaald dat het verboden is te handelen in strijd met de bepalingen van onder meer:

  • Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen;

  • het Vuurwerkbesluit Wm;

  • het BIUVUGCS;

  • de REACH-Verordening;

  • het besluit kwik en kwikhoudende producten milieubeheer.

  • Regeling gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur

Milieudelicten zijn economische delicten

Overtredingen van de Wm, artikel 9.2.2.1, 9.2.2.6 en 9.3.3 zijn aangewezen als economische delicten (Wed, artikel 1a, onder 1°). Het overtreden van deze artikelen wordt aangemerkt als een overtreding of - indien opzettelijk begaan - als een misdrijf (Wed, artikel 2).

Naar boven

4.3.1 Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen(BOAS)

Nationaal is vastgesteld dat het verboden is om gereguleerde stoffen:

  • in te voeren zonder invoervergunning (Ozonverordening, artikel 15, derde lid);

    BOAS artikel 8 lid 2 of
  • uit te voeren zonder uitvoerautorisatie (Ozonverordening, artikel 17, derde lid).

    BOAS Artikel 8 ld 4
Naar boven

4.3.2 Het Vuurwerkbesluit Wm

Het is verboden om vuurwerk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen zonder voorafgaande melding aan het MIC.
(Vuurwerkbesluit art. 1.3.2).

Overleg met het MIC over het opschorten van de vrijgave van de goederen gedurende het onderzoek. Het MIC beslist over de vrijgave.

Naar boven

4.3.3 Het BUVIUGCS

Het is verboden chemische stoffen uit te voeren zonder dat voldaan is aan: voorwaarden uit de PIC-procedure en zonder dat daar de verplichte vermeldingen in de aangifte tot plaatsing onder de douane regeling uitvoer is gedaan zoals is voorgeschreven in 17, tweede lid van de PIC-Verordening (BUVIUGCS, artikel 3).

Overleg met het MIC over het opschorten van de vrijgave van de goederen gedurende het onderzoek. Het MIC beslist over de vrijgave.

Naar boven

4.3.4 De REACH-Verordening

In artikel 9.3.3, lid 1 Wm is aangegeven dat het verboden is om preparaten of voorwerpen waarvoor in ANNEX XVII van de REACH-Verordening beperkende bepalingen zijn opgenomen, in te voeren REACH-Verordening, artikel 67 lid 1).

Naar boven

4.3.5 De Kwik-Verordening

Nationaal is vastgesteld dat het verboden is om te handelen met metallisch kwik en andere kwikverbindingen en om deze in- of uit te voeren uit of naar een derde land. (artikel.2.2 en artikel 2.6, eerste lid, Besluit kwik en kwikhoudende producten milieubeheer).

Naar boven

4.3.6 Regeling gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur

In artikel 9.2.2.1. Wet Milieubeheer juncto art 3 Regeling gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur is het verbod tot invoer opgenomen van goederen die niet voldoen aan de bepalingen van de richtlijn.

Naar boven