Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

10.06.00 Wapens en munitie

11 Bijlage I Indeling wapens en munitie in categorieën

Let op!

Onder de Wwm vallen niet de voorwerpen:

  • die klaarblijkelijk zijn bestemd om als speelgoed te worden gebruikt

    en

  • die redelijkerwijze niet geschikt kunnen worden geacht om daarmee ernstig lichamelijk letsel toe te brengen

    en

  • redelijkerwijs niet geschikt kunnen worden geacht om personen te bedreigen of af te dreigen

Wapens (Wwm, artikel 2, lid 1)

Categorie I

  1. 1. stiletto's, valmessen en vlindermessen.

2. andere opvouwbare messen, als

  1. het lemmet meer dan een snijkant heeft:
    of

  2. de lengte in opengevouwen toestand langer dan 28 cm is

  1. 3. boksbeugels, ploertendoders, wurgstokken, werpsterren, vilmessen, ballistische messen en geluiddempers voor vuurwapens;

  1. 4. blanke wapens die uiterlijk gelijken op een ander voorwerp dan een wapen

  1. 5. pijlen en pijlpunten bestemd om door middel van een boog te worden afgeschoten, die zijn voorzien van snijdende delen met de kennelijke bedoeling daarmee ernstig letsel te kunnen veroorzaken

  1. 6. katapulten

7. andere door de Minister aangewezen voorwerpen die een ernstige bedreiging van personen kunnen vormen of die zodanig op een wapen gelijken dat zij voor bedreiging of afdreiging geschikt zijn.

De volgende voorwerpen zijn aangewezen (Rwm, artikel 3):

  • voorwerpen, die voor wat betreft hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertonen met vuurwapens of met voor ontploffing bestemde voorwerpen, met uitzondering van voorwerpen die vallen onder de Speelgoedrichtlijn

  • lucht- gas- en veerdrukwapens die zodanig zijn gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar is

  • stiletto’s, valmessen en vlindermessen waarvan het heft van een stootplaat is voorzien

  • laserwapens die specifiek zijn ontworpen om permanente blindheid te veroorzaken

  • werppennen

  • alle voorwerpen die een sprekende gelijkenis vertonen met wapens, niet zijnde vuurwapens, en die door de aard en de samenstelling van het materiaal waaruit zij zijn vervaardigd niet dan wel slecht detecteerbaar zijn door metaaldetectoren of andere elektronische detectieapparatuur, met uitzondering van voorwerpen die specifiek zijn vervaardigd voor reguliere maatschappelijke aanvaarde gebruiksdoeleinden

Zaagkant = snijkant

Een zaagkant wordt beschouwd als snijkant. Een mes met één snijkant en één zaagkant heeft dus voor de Wwm twee snijkanten. Daarmee valt een dergelijk mes onder categorie I.

Wettelijke definities In Rwm, artikel 2 worden definities gegeven voor verschillende wapens. Als een voorwerp daar niet aan voldoet is het dus geen vlindermes etc. en kan deze dus niet in die categorie worden ingedeeld.:

  • stiletto: een opvouwbaar mes waarvan het lemmet door een druk- of vergelijkbaar ontgrendelingsmechanisme zijdelings scharnierend uit het heft wordt gebracht

  • valmessen: een mes waarvan het lemmet door een druk- of vergelijkbare ontgrendelingsmechanisme , dan wel door een zwaaibeweging of door zwaartekracht rechtstandig uit het heft wordt gebracht

  • vlindermes: een mes waarvan het heft in de lengterichting in tweeën is gedeeld en waarvan het lemmet naar buiten wordt gebracht door elk van de delen van het heft in tegenovergestelde richting zijdelings open te vouwen

  • vilmes: een mes waarvan het heft haaks op het lemmet staat of geplaatst kan worden en dat bestemd is om bij gebruik in de palm van de hand te worden gehouden, terwijl het lemmet tussen de vingers door naar buiten steekt

  • ballistisch mes: een mes waarvan het lemmet, al dan niet tezamen met het heft, door middel van lucht-, gas- of veerdruk rechtstandig uit een geleidecilinder wordt gedreven

  • geluiddemper: een niet in het vuurwapen geïntegreerd, doorgaans aan de loopmond daarvan bevestigd voorwerp dat bestemd of geschikt is om te bewerkstelligen dat het geluid van het schot wordt gedempt

  • ploertendoder: een verende of uitschuifbare staaf met een verzwaard uiteinde.

Onder wurgstokken worden niet verstaan voorwerpen die bestemd zijn voor de serieuze beoefening van vechtsporten in verenigingsverband en die gelet op de constructie of het materiaal waaruit zij zijn vervaardigd niet bestemd zijn om ernstig letsel aan personen toe te brengen (Rwm, artikel 2, lid 2).

Laserwapens

Dit onderdeel in de Wwm houdt verband met het ‘Verdrag inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens die geacht worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben conventionele wapens’.

Het verdrag kent diverse protocollen. Protocol IV verbiedt het gebruik en de overdracht van laserwapens die specifiek zijn ontworpen om permanente blindheid te veroorzaken. Uit de memorie van toelichting bij de Goedkeuringswet (TK, vergaderjaar 1997-1998, 25 925 (R 1614), nr. 3) blijkt hiervoor geen nieuwe wetgeving was vereist omdat artikel 8 Wet Oorlogsstrafrecht dermate ruim geformuleerd is dat de verplichtingen voortvloeiende uit Protocol IV ook onder de ‘wetten en gebruiken’ van oorlog zijn te vatten. Deze blindmakende laserwapens zijn eerst en vooral oorlogswapens, waarop het oorlogs(straf)recht van toepassing is. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen zouden dergelijke (kostbare en vaak omvangrijke) wapens(systemen) in handen kunnen vallen van particulieren. Om dergelijke (bijna theoretische, maar niet volledig ondenkbare) situaties, welke buiten het bereik van het Oorlogs(straf)recht vallen, het hoofd te kunnen bieden was nadere regelgeving vereist en zijn blindmakende laserwapens opgenomen in categorie I Wwm als zijnde ‘voorwerpen die een ernstige bedreiging van personen kunnen vormen’. De Douane zal deze wapens niet snel aantreffen.

Lasergadgets

Wel kunnen de aangetroffen laservoorwerpen onder de Warenwet vallen (wanneer het gaat om een hoeveelheid die bestemd is om in het handelsverkeer te worden gebracht en dus niet een particulier betreft). Iedereen die in Nederland laserpointers of lasergadgets verhandelt aan consumenten heeft te maken met artikel 18a Warenwet en het Warenwetbesluit Algemene Productveiligheid. Artikel 18 onder a luidt: Het is verboden “waren, niet zijnde eet- of drinkwaren, te verhandelen waarvan degene die deze waren verhandelt, weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat zij bij het gezien hun bestemming te verwachten gebruik bijzondere gevaren kunnen opleveren voor de veiligheid of gezondheid van de mens.”

Een handelaar in laserpointers en -gadgets moet zèlf controleren of laten controleren of de te koop aangeboden producten geen bijzonder gevaar opleveren in de zin van artikel 18a Warenwet.

Definities:

  • Laserpointer: moderne versie van een aanwijsstok, veelal diodelasers die een rood licht uitzenden.

  • Lasergadget: laserpointer in combinatie met een sleutelhanger, pen, mesje, of ander soortig hebbedingetje.

De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) hanteert, om invulling te geven aan de term bijzonder gevaar, de volgende criteria:

  • - Een laserpointer mag geen (tijdelijk) oogletsel opleveren, indien hiermee kort in de ogen wordt geschenen. Daarom is het verhandelen van klasse 3R, 3B en 4 laserpointers aan consumenten niet toegestaan. Uit literatuuronderzoek blijkt dat de reflecterende lichtbundel van laserpointers in deze klassen zelfs bij een afstand van meer dan 10 meter tot letsel kan leiden. Het verhandelen van klasse 1, 2 en 2M laserpointers als "aanwijsstok" bij presentaties is toegestaan.

  • - Een lasergadget mag geen (tijdelijk) oogletsel opleveren indien hiermee in de ogen wordt geschenen. Daarom is het verhandelen van klasse 2, 2M, 3R, 3B en 4 lasergadgets niet toegestaan. Uit literatuuronderzoek blijkt dat de bundel van een lasergadget klasse 2 al oogletsel kan toebrengen als het hoofd niet afgewend wordt of de ogen niet in een reflex gesloten worden. Door de vormgeving is een gadget aantrekkelijk voor kinderen. Zij zetten de gadget aan en kunnen zichzelf en anderen ermee in de ogen schijnen.

 

Categorie II

1. vuurwapens die niet onder één van de andere categorieën vallen 1

2. vuurwapens die geschikt zijn om automatisch te vuren 2

3. vuurwapens die zodanig zijn vervaardigd of gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar is dan wel dat de aanvalskracht wordt verhoogd 3

4. vuurwapens die het uiterlijk gelijken op een ander voorwerp dan een wapen

5. voorwerpen waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht met uitzondering van medische hulpmiddelen

6. voorwerpen bestemd voor het treffen van personen met giftige verstikkende weerloosmakende traanverwekkende en soortgelijke stoffen met uitzondering van medische hulpmiddelen en van vuurwapens in de vorm van geweren, revolvers en pistolen, bestemd voor het afschieten van munitie met weerloosmakende of traanverwekkende stof

7. voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing met uitzondering van explosieven voor civiel gebruik als met betrekking tot deze explosieven erkenning is verleend overeenkomstig de Wet explosieven voor civielgebruik.4

 

Noot 1: In deze categorie vallen vrijwel alle vuurwapens die niet de vorm van geweren, pistolen of revolvers hebben. Dit zijn voornamelijk de zware militaire vuurwapens zoals kanonnen, houwitsers, vuurmonden, mortieren, antitankwapens, raketlanceerwapens en vuurwapens zonder terugstoot. Automatische vuurwapens, zoals, machinegeweren en machinepistolen zijn afzonderlijk onder 2 genoemd. Zij vallen -ook al hebben zij de vorm van geweren, revolvers of pistolen- altijd onder categorie II.

Noot 2: Onder automatisch vuren onder 2 is te verstaan het vuren in zogenaamde vuurstoten, dat wil zeggen dat door één beweging van de trekker meer dan één schot wordt afgevuurd.

Noot 3: Bij de onder 3 vallende wapens gaat het om wapens die zo geconstrueerd zijn dat ze door een eenvoudige beweging -zoals het losmaken van een pal- opgevouwen of uiteengenomen kunnen worden. De mogelijkheid dat kolf en loop onderling te scheiden zijn heeft niet tot gevolg dat een geweer onder categorie II valt. Waar het om gaat is of hetzij de kolf, hetzij de loop zelf uiteen te nemen zijn.

Noot 4: Voorwerpen zoals omschreven onder 7 zijn al bestemd voor het treffen van personen en zaken als zij ernstig letsel zouden kunnen veroorzaken

 

Categorie III

1. vuurwapens in de vorm van geweren, revolvers en pistolen voor zover zij niet vallen onder categorie II sub 2, 3 of 6

2. toestellen voor beroepsdoeleinden die geschikt zijn om projectielen af te schieten. tellen voor beroepsdoeleinden die geschikt zijn om projectielen af te schieten

3. werpmessen

4. alarm- en startpistolen en startrevolvers, met uitzondering van alarm- en startpistolen die:

  1. geen loop of een kennelijk verkorte, geheel gevulde loop hebben

  2. zodanig zijn ingericht dat zij uitsluitend knalpatronen van een kaliber niet groter dan 6 mm kunnen bevatten

    en

  3. waarvan de ligplaats van de patronen en de gasuitlaat loodrecht staan op de loop of op de lengterichting van het wapen

 

Categorie IV

1. blanke wapens waarvan het lemmet meer dan een snijkant heeft voor zover zij niet vallen onder categorie I

2. degens, zwaarden, sabels en bajonetten

3. wapenstokken

4. lucht-, gas- en veerdrukwapens, behoudens zulk door de minister overeenkomstig categorie I, sub 7° aangewezen die zodanig gelijken op een vuurwapen dat zij voor bedreiging of afdreiging geschikt zijn

5. kruisbogen en harpoenen

6. bij regeling van de Minister aangewezen voorwerpen die geschikt zijn om daarmee personen ernstig lichamelijk letsel toe te brengen (zie artikel 3 van de Regeling)

7. voorwerpen waarvan, gelet op hun aard of omstandigheden waaronder zij worden aangetroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij zijn bestemd om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen en die niet onder één van de andere categorieën vallen

Munitie (Wwm, artikel 2, lid 2)

   

Categorie

Omschrijving

Categorie I

Vervallen

Categorie II

  1. Munitie die uitsluitend geschikt is voor vuurwapens van categorie II.

  2. Munitie die een giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende of soortgelijke stof verspreidt, met uitzondering van munitie met weerloosmakende of traanverwekkende stof, bestemd voor vuurwapens in de vorm van geweren, revolvers en pistolen.

  3. Munitie voorzien van een projectiel waarmee een panserplaat kan worden doorboord, munitie voorzien van een projectiel met brandsas of met een explosieve lading, alsmede de voor deze munitie bestemde projectielen.

  4. Munitie voor geweren, revolvers en pistolen voorzien van expanderende projectielen, alsmede voor deze munitie bestemde projectielen, behalve wanneer het voor de jacht of de schietsport bestemde munitie of projectielen betreft.

Categorie III

Alle overige munitie