Voorbeeld: alleenstaande met € 130.360 spaargeld (2019)
U bent alleenstaand en hebt € 130.360 spaargeld. U hebt geen schulden. Uw grondslag sparen en beleggen is dan € 130.360 - € 30.360 heffingsvrij vermogen = € 100.000.
Wij berekenen uw voordeel aan de hand van de schijven in box 3.
Volgens de Tabel berekening voordeel uit vermogen over 2019, valt
€ 71.650 in de 1e schijf en
€ 28.350 in de 2e schijf.
|
Schijven |
Totaalbedrag |
Verdeling bedrag |
Percentage |
Voordeel |
|---|---|---|---|---|
|
1 |
€ 71.650 |
67% x € 71.650= |
0,13% x |
€ 62 |
|
1 |
€ 71.650 |
33% x € 71.650= |
5,59% x |
€ 1.322 |
|
2 |
€ 28.350 |
21% x € 28.350= |
0,13% x |
€ 7 |
|
2 |
€ 28.350 |
79% x € 28.350= |
5,59% x |
€ 1.252 |
|
Totaal voordeel |
€ 2.643 |
De berekening van de belasting over uw voordeel in box 3 gaat zo:
Uw voordeel in box 3 is in totaal €2.643. U betaalt over dit voordeel 30% belasting = € 792.