Overgangsregeling afschaffing landbouwregeling
Vanaf 1 januari 2018 is de landbouwregeling afgeschaft.
Als u tot 1 januari 2018 gebruikmaakte van de landbouwregeling, kon u bij de aanschaf van goederen en diensten geen btw aftrekken. Door een overgangsregeling kunt u dat misschien (voor een deel) alsnog doen. U moet deze goederen en diensten dan wel gebruiken voor met btw belaste prestaties. En u hebt een factuur nodig van de aanschaf die voldoet aan de eisen voor een btw-factuur.
Btw terugvragen kan in 2 situaties:
- U hebt roerende of onroerende investeringsgoederen aangeschaft vóór 1 januari 2018 en ze ook al in gebruik genomen.
- U hebt goederen of diensten (inclusief roerende of onroerende investeringsgoederen) aangeschaft vóór 1 januari 2018 en ze nog níet in gebruik genomen.
In de voorbeelden hieronder leest u hoe u berekent of u nog btw terugkrijgt in deze situaties. Is dat zo, dan moet u de btw in 1 keer terugvragen. Dat kan in elke aangifte van 2018. Maar als u de goederen of diensten nog niet in gebruik hebt genomen, uiterlijk in het tijdvak waarin u dat wel doet.
Voorbeeld: investeringsgoederen aangeschaft én in gebruik genomen vóór 1 januari 2018
Op 1 juli 2016 hebt u een landbouwwerktuig aangeschaft en direct in gebruik genomen. Dat is een roerend investeringsgoed. De prijs van het landbouwwerktuig is: € 36.300 (inclusief € 6.300 btw). U maakte gebruik van de landbouwregeling en u hebt dus geen btw afgetrokken.
Vanaf 1 januari 2018 is de landbouwregeling afgeschaft. Daardoor gelden voor u vanaf die datum de normale btw-regels. U gebruikt het landbouwwerktuig alleen voor belaste prestaties. De btw die u hebt betaald bij aanschaf, mag u dus nog gedeeltelijk terugvragen. Uw boekjaar loopt van 1 mei tot 30 april.
Zo berekent u hoeveel btw u mag aftrekken:
Voor de aanschaf is in totaal aan btw aan u in rekening gebracht: € 6.300.
De herzieningsperiode loopt tot 4 boekjaren na het boekjaar van ingebruikname. In dit geval dus tot en met april 2021. De resterende herzieningsperiode op 1 januari 2018 is dan 3 jaren en 4 maanden.
Aan elk van de 5 jaren van de herzieningsperiode rekent u aan btw toe: (€ 6.300/5 =) € 1.260.
In een tijdvak dat begint in 2018, trekt u alsnog af: (3 4/12 x € 1.260 =) € 4.200.
Nadat u de btw alsnog hebt teruggevraagd, gelden de normale herzieningsregels. Hierbij geldt de fictie dat de aftrek plaatsvond in het tijdvak van de eerste ingebruikname.
Voorbeeld: investeringsgoederen aangeschaft vóór 1 januari 2018, maar nog níet in gebruik genomen
Op 1 juli 2017 hebt u een landbouwwerktuig aangeschaft, maar nog niet in gebruik genomen. Dat is een roerend investeringsgoed. De prijs van het landbouwwerktuig is: € 36.300 (inclusief € 6.300 btw). U maakte gebruik van de landbouwregeling en hebt dus geen btw afgetrokken.
Vanaf 1 januari 2018 is de landbouwregeling afgeschaft. Daardoor gelden voor u vanaf die datum de normale btw-regels. Als u het landbouwwerktuig gaat gebruiken voor prestaties die belast zijn met btw, mag u btw terugvragen die u hebt betaald bij de aanschaf. Hoeveel precies, hangt ervan af in hoeverre u het landbouwwerktuig in 2018 gaat gebruiken voor zulke prestaties. Maak daarvan een schatting. En vraag voor dat deel btw terug.
Zo berekent u hoeveel btw u mag aftrekken:
Voor de aanschaf is in totaal aan btw aan u in rekening gebracht: € 6.300.
U gaat ervan uit dat u het landbouwwerktuig in 2018 alleen gebruikt voor met btw belaste prestaties. Uw boekjaar is een kalenderjaar.
De € 6.300 die u eerder niet hebt afgetrokken, trekt u alsnog af in een tijdvak dat begint in 2018. Maar uiterlijk in het tijdvak waarin u het landbouwwerktuig in gebruik neemt.
Vanaf het moment dat u de goederen in gebruik neemt, gelden de normale herzieningsregels.
Afspraken met LTO
LTO Nederland en de Belastingdienst hebben afspraken gemaakt over de percentages die u kunt gebruiken om de btw te bepalen over uw voorraad dieren en voorraad agrarische producten. U vindt deze percentages bij Landbouw, onder 'Afspraken voor de branche'.